10
PARKEREN VAN DE AANHANGWAGEN
Een aanhangwagen (met of zonder lading) zonder
trekkend voertuig, mag niet zo maar ergens op een
openbare weg of terrein neergezet worden. Hier
bestaat per land regelgeving voor. Indien u
genoodzaakt bent om de aanhangwagen voor
langere tijd te parkeren. Informeer u als gebruiker
zelf over de van toepassing zijnde regelgeving.
Bijvoorbeeld voor NL op www.RDW.nl of en voor
BE www.mobilit.belgium.be
Bij een lange parkeertijd:
Controleer de regelgeving omtrent
langdurig parkeren.
Op een vlakke ondergrond.
Wikkel de elektrische kabel rond de dissel
en parkeer de 13‐polige stekker in de
houder.
Liefst zonder lading.
Dek de lading af.
Bescherming tegen diefstal.
Bescherming tegen gebruik door
onbevoegden.
Beveiliging tegen wegrollen (wielkeggen).
Gebruik de disselsteun.
Op eigen wielen kunnen de banden
gedeformeerd raken. Ontlast de banden
door:
o
De uitzetsteunen uit te draaien.
Bij een aangetrokken handrem kunnen
onderdelen van de rem vastroesten of
vastvriezen.
o
Trek de handrem niet aan.
Reflectoren rondom dienen allen
aanwezig en onbedekt te zijn.
De officiële kentekenplaat moet aanwezig
en onbedekt zijn.
Verplaats de aanhangwagen zo mogelijk
regelmatig.
Plaats indien mogelijk gevarenborden of
gevarendriehoeken aan de voor‐ en
achterzijde.
Bij een lange stalling:
Op een vlakke, droge ondergrond.
Zonder lading.
In een afgesloten overdekte omgeving
met goede ventilatie.
Wikkel de elektrische kabel rond de dissel
en parkeer de 13‐polige stekker in de
houder.
Bescherming tegen diefstal.
Bescherming tegen gebruik door
onbevoegden.
Beveiliging tegen wegrollen (wielkeggen).
Gebruik de disselsteun.
Op eigen wielen kunnen de banden
gedeformeerd raken. Ontlast de banden
door:
o
De uitzetsteunen uit te draaien.
o
Blokken onder de as te plaatsen.
Bij een aangetrokken handrem kunnen
onderdelen van de rem vastroesten of
vastvriezen.
o
Trek de handrem niet aan.
Verplaats de aanhangwagen regelmatig.
AANWIJZING
51