4.3.1 Aankoppelen van de aanhangwagen
Het aankoppelen van een aanhangwagen is in
principe voor alle kogelkoppelingen gelijk.
Controleer bij de eerste aankoppeling, of de
trekhaak en de oplooprem van aanhangwagen
goed op elkaar zijn afgestemd.
Uitvoering van de trekhaak van het
trekkend voertuig (gebruik koppelingen
volgens richtlijn DIN 74058 of ISO 110 met
een kogelkop met Ø50 mm)
Elektrische verbinding (7‐ of 13‐polig)
De hoogte van de grond tot het midden
van de kogelkop van de trekhaak valt
binnen het meetbereik van 395 ‐ 465 mm.
Controleer voor aanvang van de rit of de
oplooprem is vastgeklikt en de
veiligheidsindicatie in het groene gebied ligt.
4.3.2 Slijtage van de koppeling
De aanhangwagen kan slingeren, kantelen of zich
ontkoppelen tijdens het rijden indien de trekhaak
of de oplooprem versleten is.
De trekhaak is versleten indien de diameter van de
kogelkop minder is dan Ø49 mm (meet dit
regelmatig na met een schuifmaat)
WAARSCHUWINGEN
Beperkt zwenkbereik
Korte trekhaken beperken de bewegingsvrijheid
van de koppeling van de oplooprem. De
draaibeweging wordt beperkt. De aanhangwagen
kan ontkoppelen of schade aan het trekkend
voertuig veroorzaken indien de beperking
overschreden wordt.
Gebruik trekhaken met een onbedekte
kogelkop.
Controleer voor aanvang van de rit of de
koppeling van het trekkend voertuig de
benodigde draaibeweging in horizontale
en verticale richting mogelijk maakt.
4.3.3 Loskoppelen van de aanhangwagen
Trek de handrem volledig aan.
Druk het beveiligingsknopje in en trek de
handgreep op de oplooprem boven de
kogel omhoog.
Op de oplooprem staat een kleuren‐indicator.
Controleer altijd voor vertrek of de indicator zich in
het groene gebied bevindt.
–
Rood
gebied = versleten oplooprem
(Laat een versleten oplooprem enkel in
een gespecialiseerde werkplaats
vervangen)
+
Groen
= geen slijtage
X
Rood
= verkeerde koppeling! Koppel de
aanhangwagen opnieuw aan.
Afb. Kleurenindicator oplooprem
Beperkt verticaal bereik
Pas bij een te groot meetverschil de hoogte van de
kogelkoppeling bij het trekkend voertuig aan. Laat
deze aanpassing in een gespecialiseerde
werkplaats uitvoeren.
Een hoogteverschil tussen aanhangwagen en
trekkend voertuig, kan er toe leiden dat de
aanhangwagen slingert, kantelt of zelfs ontkoppelt.
Schuinstaande aanhangwagen
Aanhangwagens die niet horizontaal gekoppeld
zijn:
Veroorzaken schade aan de kogelkop en
de oplooprem
Beperken de draaibeweging
Beinvloeden het rijgedrag
Risico op ontkoppelen
Draai het neuswiel uit. Zodra deze de
grond raakt heeft deze een liftende
werking.
15