28.
Stel de vertraging keersnelheid in met de
plus- en mintekens en selecteer het pictogram
'volgend scherm'.
29.
Stel de vertragingstijd voor omhoogbrengen in
met de plus- en mintekens en selecteer het
pictogram 'volgend scherm'.
30.
Stel het minimale motortoerental in met de
plus- en mintekens en selecteer het pictogram
'volgend scherm'.
31.
Voer de naam van het werktuig in.
A.
Voer de naam van het werktuig in met de
pijlen. Beweeg de cursor naar de gewenste
letter en selecteer de letter met de knop
rechts onderaan.
B.
Kies het pictogram 'bewaren'
32.
Bevestig de bewaaractie met het pictogram
'bewaren'
.
33.
Draai de bedieningsknop naar de stand
W
(Figuur
ERKTUIG
Figuur 24
Een 3-punts strooimachine configureren
1.
Draai de bedieningsknop in de stand S
(configuratie).
Figuur 25
2.
Selecteer de optie I
het display en selecteer het pictogram 'volgend
scherm' (
).
3.
Voer de pincode in
pictogram T
ERUG
.
24).
ETUP
in het menu op
NSTELLINGEN
(Figuur
15) en selecteer het
.
4.
Scroll omlaag (
en selecteer het pictogram 'volgend scherm'
.
5.
Selecteer de optie N
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
6.
Selecteer de optie A
7.
Selecteer voor de locatie de optie 3-
kies het pictogram 'volgend scherm'.
8.
Kies als aandrijving A
pictogram 'volgend scherm'.
9.
Kies voor de inschakelingsmethode S
en selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
Opmerking:
wanneer u de aftakasschakelaar inschakelt.
10.
Scroll omlaag, selecteer S
vervolgens het pictogram 'volgend scherm'.
11.
Kies als vertragingsresponstijd L
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
12.
Stel de gewenste maximale transportsnelheid in
en selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
13.
Stel de gewenste achteruitsnelheid in en
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
14.
Stel de gewenste maximale werksnelheid in en
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
15.
Stel het instellingsbereik van de werksnelheid in
en selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
16.
Stel de 3-punts transportstand in en selecteer
g250707
het pictogram 'volgend scherm'.
17.
Stel de 3-punts maximale werkstand in en
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
18.
Stel de 3-punts minimale werkstand in selecteer
het pictogram 'volgend scherm'.
19.
Stel de neerlaatsnelheid in en selecteer het
pictogram 'volgend scherm'.
20.
Stel de snelheid voor omhoogbrengen in en
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
21.
Stel het aftakastoerental in en selecteer het
pictogram 'volgend scherm'.
22.
Kies uit de volgende opties voor de
inschakelingstijd van de aftakas S
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
g250713
A.
L
ANGZAAM
B.
G
EMIDDELD
C.
S
TANDAARD
23.
Stel de vertraging voor omhoogbrengen in en
selecteer het pictogram 'volgend scherm'.
24.
Stel het minimale motortoerental in en selecteer
het pictogram 'volgend scherm'.
25.
Voer de naam van het werktuig in.
15
) naar de optie W
IEUW TOEVOEGEN
.
NDER
PUNTS
en selecteer het
FTAKAS
CHAKELAAR
Dit werktuig wordt ingeschakeld
NELHEIDSREGELING
ANGZAAM
TANDAARD
ERKTUIGEN
en
en
en
en
en