Fig.3
Opmerking
Het plotseling stoppen van de motor met volgas kan
de motor beschadigen.
HET STOPPEN VAN DE MOTOR IN GEVAL VAN
NOOD
Als u de motor in geval van nood wilt stoppen, drukt
u op de NOOD-UIT-knop (10) op de invoertrechter.
LET OP!
Het schijfwiel loopt voor een korte
tijd als gevolg van het vliegwiel
massa!
In onvoorziene situaties, aarzel nooit om op de
NOT OFF-knop te drukken.
Er is nog een schakelaar met dezelfde functie.
■
motorschakelaar (contactschakelaar) (1) op de
"UIT".
motor:
STATIONAIRE SNELHEID
Als u niet hakseld, schuift u de gashendel (8) naar
de positie "SLOW / LANGSAM" om de belasting van
de motor te verminderen. Het verminderen van het
toerental
bij
stationair
levensduur van de motor, bespaart brandstof en
vermindert het geluidsniveau.
HAKSELAAR WERKING
draaien
verlengt
de
20
17.
HAKSELAAR WERKING
Controleer de machine voor elk gebruik:
─
Losse schroeven en moeren.
─
Beschadigde rubberen klep in de invoertrechter, vervang
indien nodig.
─
Functie van het veiligheidscircuit.
─
Correct geïnstalleerd en beschermende positie.
─
Motoroliepeil en hydrauliekoliepeil.
─
Barsten in de bekledingsplaten en/of losse lasnaden.
─
Schade of breuk aan het schijfwiel en/of de invoerrol.
Draag nauwsluitende kleding en beschermingsmiddelen (PBM)
■
Werk altijd op een stabiel en vlak oppervlak.
Beveilig
de
machine
wegrollen met bijvoorbeeld wielblokken. Bedien
de machine niet als deze zich op een helling
bevindt.
■
Gebruik de machines niet zonder dat de twee
wielen en de steunvoet
■
De werkpositie bevindt zich zijwaarts
invoertrechter van de machine. Ga nooit in de
buurt van een stortkoker staan.
■
Gebruik
nooit
een
verhogingen om gesneden materiaal in de
trechter te
vullen.
■
Grijp nooit naar inlaat- of uitwerpopeningen.
■
Houdt afstand van de voeropening.
■
handen, andere lichaamsdelen
Plaats geen
en kleding in de toevoer- of uitwerpschacht
of in de buurt van andere bewegende
■
Let op! Houd veilige afstand bij het hakken en buig
niet te ver. Lang gehakt materiaal dat uit de hakselaar
steekt, kan terugschieten wanner de invoerrol intrekt.
■
Controleer voordat elke motor start of er geen
gehakte resten in de bak liggen.
■
Pas na het bereiken van het maximale toerental
mag het worden gehakt.
■
Kantel de machine niet wanneer de motor
draait.
■
Let er bij de montage op dat er geen vreemde
voorwerpen zoals spijkers, draden en stenen in
de
invoertrechter
tegen
onbedoeld
zijn
gemonteerd.
van
de
trapladder
of
andere
delen.
liggen.