Inhoudsopgave
Advertenties
12.
Functies
MOTOR
Motorschakelaar (contactschakelaar)(1)
Als u zich in een gevaarlijke situatie bevindt, en een
snelle uitschakeling vereist is, zet de
contactschakelaar dan op UIT. De motor is op dit
moment uigeschakeld (de ontsteking is kort
gesloten). Voor extra veiligheid is er nog een
schakelaar met dezelfde functie, de NOODSTOP-
KNOP (10), deze bevindt zich op de invoertrechter.
Trekstarter, Trekstarter (2+3)
De starter is ontworpen als een magnetische
ontsteking met veer mechanisme. Onjuist gebruik
van de Trekstarter kan de starter beschadigen.
Wikkel de kabel van de Trekstarter nooit om uw
hand. Korte halen maken om schade te voorkomen.
Chokehendel (4)
De chokehendel opent en sluit de chokeklep van de
carburateur. De chokehendel wordt alleen gebruikt
om een koude motor te starten.
Brandstofkraan (5)
De brandstofkraan opent en sluit de verbinding
tussen de tank en de carburateur.
Luchtfilter (6)
Het luchtfilter bestaat uit een voorfilter gemaakt van
schuim en een papieren filterinzet. Deze bevindt
zich onder de kap (6). Een vervuilde luchtfilter,
vervuilt de lucht, dit is merkbaar aan zwarte rook uit
een lopende motor.
Geluiddemper(7)
De motoruitlaat wordt warm wanneer de motor
draait. Raak de geluiddemper niet aan als deze
heet is. Let op voor vrandgevaar!
Gashendel (8)
Het gas kan worden verminderd met de hendel op
de motor, zodat de motor stationair draait en de
messentrommel stopt.
Bougie, bougiestekker (9)
De bougie van de motor bevindt zich onder de
bougiestekker.
Trek
onderhoudswerkzaamheden altijd de bougiestekker
uit de bougie.
Functies
bij
afstel-
en
13
Olievulplug met peilstok(10)
De motorolie wordt in de houder voor de peilstok
gevuld. Om het oliepeil te controleren, mag de
peilstok NIET worden vastgeschroefd.
Olieaftapplug (11)
De olieaftapplug zit aan de achterkant van de motor.
Brandstoftank (12)
Onder de tank zit een brandstofkraan.
Centrifugaalkoppeling
De motor heeft een centrifugale koppeling die
gekoppeld is aan de kurkas.
toerental toeneemt, wordt de aandrijving van de
messentrommel automatisch ingeschakeld.
APPARAAT EENHEID
Veiligheidscircuit
NOODSTOP-knop (1) op de invoertrechter
De motor kan in gevaarlijke situaties worden
gestopt door op de NOODSTOP-knop te drukken
(10).
LET OP!
Door het vliegwielmassa loopt het schijfwiel nog
korte tijd door
In geval van twijfel, aarzel dan niet om de
NOODSTOP-knop te gebruiken.
Er is nog een NOODSTOP-schakelaar:
■
Motorschakelaar (contactschakelaar) (1) op de motor.
Verstelbare afvoerklep (1)
De werpafstand en werprichting van het gehakte materiaal kunnen
worden gewijzigd door de klep of de afvoergoot aan te passen.
D
Wanneer het
Advertenties
Inhoudsopgave
