■
Controleer het oliepeil en de brandstof, vul deze
indien nodig bij.
■
Controleer:
1. De staat van het luchtfilter, de brandstof-
en hydraulische leidingen
2. Aansluitingen voor lekken en mechanische
schade en de brandstoftank voor scheuren
en
Gevaar!
Start de motor niet in gesloten ruimtes. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dat bij
inademing zeer giftig is!
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
De uitlaat en andere motoronderdelen worden
erg heet tijdens het gebruik. Raak de hete motor
nooit aan. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van
de draaiende motor.
MOTOR starten zonder Elektro start ( Pkt.1-6)
1.
Schuif de brandstofkraan (5) naar rechts om
deze te openen.
2.
Als het koud is, draai de chokehendel (4) naar
links naar "CLOSE/CLOSED". Met een warem
motor de chokehendel (4) naar rechts op open
zetten "open
3.
Duw de gashendel (8) iets naar links vanuit de
"SLOW/LANGSAM" inactieve positie.
4.
Zet de motorschakelaar (1)
AAN".
5.
Trek lichtjes aan de trekstarter (2) totdat u
weerstand voelt. Trek dan voorzichtig, maar
senel het touw uit en laat het langzaam
teruglopen. Herhaal dit totdat de motor start.
6.
als de chokehendel (4) was ingesteld op
"CLOSE/CLOSED"om de motor te starten,
moet u deze geleidelijk resetten terwijl de
motor aan het opwarmen is "OPEN". Open de
gashendel (8) volledig voor gebruik door hem
langzaam naar "richting de stand haas" te
bewegen.
.
Inbedrijfstelling
lekken.
Pkt.1
Pkt. 3
Pkt. 5
MOTOR ABSTELLEN ( Fig.1-3)
1. Duw de gashendel (8) in ruststand
naar
"AAN/
2. Zet de motorschakelaar (1) op "OFF/AUS".
3. Duw vervolgens de branstofkraan (5) naar links
4. Koppel de bougiestekker (9) los. Let op dat u
Fig.1
19
Pkt.2
Pkt. 4
Pkt.6
"SLOW/SLOW".
"OFF".
beschermd bent tegen onrechtmatig gebruik!
Fig.2
D