ZELFRIJDENDE HOOGWERKER GOLDLIFT1470 IIIS
HINOWA
8.3.1 H
OE EN WAAR WORDT DE HOOGWERKER VASTGEKOPPELD
Om de hoogwerker op te tillen moet hij aan iedere stabilisatiepoot vastgekoppeld worden,
aan de speciale bevestigingsogen, zoals onderstaande foto toont.
Het is absoluut verboden om niet alle vier de voeten vast te koppelen. De machine zou dan
uit balans kunnen zijn. Het is bovendien verplicht vier afzonderlijke kabels, kettingen of ban‑
den te gebruiken; op deze wijze zou het stukgaan of een verkeerde verankering van een ver‑
bindingselement daarvan geen gevaarlijke bewegingen van de lading tot gevolg hebben.
8.3.2 W
AARMEE WORDT DE HOOGWERKER VASTGEKOPPELD
De hijswerktuigen moeten in goede staat verkeren en gebruikt worden volgens de specifica‑
ties die door de fabrikant ervan verstrekt worden. Aangezien het gewicht van de hoogwerker
niet gelijk over de vier stabilisatiepoten verdeeld is, moet het vereiste minimum hefvermo‑
gen van ieder van de vier kabels, kettingen of banden die gebruikt worden, het volgende
zijn: niet minder dan 2.000 kg en de lengte niet minder dan 3 m en gelijk voor alle vier de ele‑
menten.
De breedte van de hijsbanden mag niet groter zijn dan 60 mm, die van de kettingen niet gro‑
ter dan 25 mm en de diameter van de koorden mag niet groter zijn dan 25 mm.
IMPORTANTE
BELANGRIJK
Het gebruik van koorden, kettingen of banden met een lengte van minder dan 3 meter zou
permanente schade aan de stabilisatiepoten van de machine kunnen berokkenen.
114
MUGL147060211