ZELFRIJDENDE HOOGWERKER GOLDLIFT1470 IIIS
7.9
ONDERHOUD VAN DE RUBBER RUPSBANDEN
7.9.1
C
ONTROLE VAN DE SPANNING VAN DE RUPSBANDEN
Stop de machine op stevig en vlak terrein. Til de machine onder veilige omstandigheden op
en plaats stevige blokken onder het frame van de onderwagen om het geheel te ondersteu‑
nen. Meet ter hoogte van de centrale rol van de onderwagen afstand A van de bodem van de
rol in de harde binnenkant van de rubber band. De spanning van de rupsband is normaal
wanneer maat A tussen de 10 en 15 mm ligt.
Indien de spanning van de rupsband niet binnen de aangegeven maten staat, en dus te strak
of te los is, dienen de procedures gevolgd te worden die in de volgende paragraaf staan.
7.9.2
R
UPSBAND LOSSER
Het vet in de hydraulische rupsband staat onder druk. Draai smeerklep 1 daarom niet meer
dan een slag los. Wordt de klep te los gedraaid, dan ontstaat het risico dat het door de druk
van het vet naar buiten gestoten wordt waardoor de veiligheid van de operator ernstig in
gevaar gebracht wordt.
Let er vooral op smeernippel 2 nooit los te draaien.
Wanneer modder of kiezel tussen het tandwiel en de schalmen van de rupsband komen,
moet dit materiaal eerst verwijderd worden, alvorens de spanning te verminderen.
1. Neem de schroeven weg en verwijder deksel 3 die toegang tot de instelling verleent.
2. Om de rupsband losser te zetten, dient men klep 1 langzaam en niet meer dan één slag
tegen de wijzers van de klok in te draaien. Een slag van klep 1 is voldoende om de rupsband
losser te spannen.
3. Indien het vet niet begint te druipen, dient men de rupsband langzaam te draaien.
4. Wanneer de juiste spanning van de rupsband bereikt wordt, draai klep 1 dan met de wij‑
zers van de klok mee en span de klep. Neem alle sporen van naar buiten gelopen vet weg.
100
HINOWA
/
STRAKKER SPANNEN
1
3
A
2
PERICOLO
GEVAAR
MUGL147060211