Cijfers, letters en symbolen invoeren
Opmerking
Dit is slechts een beschrijving van de procedure, waarin de toestelnaam als voorbeeld wordt
gebruikt. Als u informatie over het weergeven van het scherm Registr. toestelnaam (Unit name
registr.) wilt hebben, raadpleegt u
2.
Gebruik de numerieke toetsen om tekens in te voeren.
Druk herhaaldelijk op de toets tot het teken wordt weergegeven dat u wilt invoeren.
Als u tekens wilt invoeren (bijv. om "EU" in te voeren):
Druk twee keer op de knop
(1)
Druk twee keer op de knop
(2)
Als u een teken wilt invoeren dat is toegewezen aan dezelfde knop als
de vorige invoer (als u bijv. 'A' na 'C' wilt invoeren):
Druk drie keer op de knop
(1)
Druk op de knop
(2)
Opmerking
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren.
- Een spatie invoeren
Druk drie keer op de knop
- De cursor verplaatsen
Druk op de knop
- Een teken invoegen
Plaats de cursor onder het teken rechts naast de invoegpositie en voer het teken in.
- Een teken verwijderen
Plaats de cursor onder het teken dat u wilt verwijderen en druk op de knop Terug (Back) .
In het veld voor het invoeren van het fax- of telefoonnummer kunt u het volgende doen.
- Een spatie invoeren
Druk op de knop
- Het laatst ingevoerde teken verwijderen
Druk op de knop
- Een pauze "P" invoeren
Druk op de knop
Nummerherhaling/Pauze
Gebruikersinformatie registreren
.
.
.
(+) en druk opnieuw op de knop
.
(-) of
(+).
(+).
(-).
.
Pagina 29 van 1016 pagina's
.
.
Naar boven