Cijfers, letters en symbolen invoeren
Inhoud
>
Het faxen voorbereiden
Cijfers, letters en symbolen invoeren
Met de numerieke toetsen op het apparaat kunt u de naam van het apparaat en de naam van de
ontvanger voor het snelkiezen invoeren.
Het apparaat heeft drie invoermodi: voor hoofdletters, kleine letters en cijfers. In de onderstaande tabel
ziet u de tekens die in de verschillende modi kunnen worden ingevoerd.
Druk in de modus voor hoofdletters bijvoorbeeld één keer op de toets
twee keer op
om "B" in te voeren. U kunt dus de tekens die in de tabel worden vermeld invoeren
door herhaaldelijk op een knop te drukken.
Knop
Hoofdletters (:A)
ABCÅÄÁÀÃÂÆÇ
DEFËÉÈÊ
GH I Ï Í Ì Î
JKL
MNOÑØÖÓÒÕÔ
PQRSÞ
TUVÜÚÙÛ
WXYZÝ
*1
- . SP
# ! " , ; : ^ ` _ = / | ' ? $ @ % & + ( ) [ ] { } < > \
Druk op de knop
hoofdlettermodus (:A), kleine-lettermodus (:a) en cijfermodus (:1).
*1
Met "SP" wordt een spatie aangegeven.
*2
Deze letters worden alleen weergegeven wanneer u tekens invoert in de LAN-instellingen.
1.
Druk op de knop Toon (Tone)
Elke keer dat u op de knop
hoofdlettermodus (:A), de kleine-lettersmodus (:a) en de cijfermodus (:1).
De actieve invoermodus wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het LCD-scherm (:A, :a, :1).
Voorbeeld: hoofdlettermodus
>
Basisinstellingen voor faxen opgeven
Kleine letters (:a)
abcåäáàãâæç
defëéèê
gh i ï í ì î
jkl
mnoñøöóòõô
pqrsþ
tuvüúùû
wxyzý
Toon (Tone)
om te schakelen tussen
om een andere invoermodus te kiezen.
Toon (Tone)
drukt, wordt de invoermodus afgewisseld tussen de
Problemen oplossen
Uitgebreide Handleiding
> Cijfers, letters en symbolen invoeren
om "A" in te voeren en druk
Fax-/
telefoon-
Cijfers (:1)
nr.
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
8
9
9
0
0
*2
~
*2
#
Pagina 28 van 1016 pagina's