Instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN
of als u een bepaald IP-adres gebruikt, selecteert u deze optie om een vastgesteld IP-adres te
gebruiken.
Dialoogvenster Zoeken (Search)
1.
Gevonden toegangspunten (Detected Access Points)
De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en
het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd.
Belangrijk
Als u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met
beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke
informatie, getoond worden aan derden.
Opmerking
De signaalsterkte wordt als volgt weergegeven.
: Goed
: Gemiddeld
: Slecht
Het type codering wordt als volgt weergegeven.
Leeg: Geen codering
WEP: WEP is ingesteld
WPA: WPA is ingesteld
WPA2: WPA2 is ingesteld
2.
Bijwerken (Update)
Klik hierop om de lijst met toegangspunten bij te werken wanneer het doeltoegangspunt niet
wordt gevonden.
Als het doeltoegangspunt is ingesteld op de verborgen modus, klikt u op Annuleren (Cancel) in
terug te gaan naar het vorige scherm en geeft u de SSID van het toegangspunt op in SSID.
Opmerking
Zorg dat het toegangspunt is ingeschakeld.
3.
Instellen (Set)
Klik hierop om het SSID van het toegangspunt in te stellen in SSID op het tabblad Draadloze
LAN (Wireless LAN).
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen, wordt het dialoogvenster WEP-details (WEP Details), WPA-
details (WPA Details) of WPA2-details (WPA2 Details) weergegeven als u op de knop
Instellen (Set) klikt. Geef in het dialoogvenster op dat dezelfde coderingsinstellingen
moeten worden gebruikt als zijn ingesteld op het toegangspunt.
Toegangspunten die niet kunnen worden gebruikt door dit apparaat (waaronder die
Pagina 977 van 1016 pagina's