Faxinstellingen
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
Faxinstellingen
Faxinstellingen
In dit gedeelte worden de instellingen in Gebruikersinstel. FAX (FAX user settings), Verzendingsinstllingn
(Transmission settings) en Ontvangst-instllingen (Reception settings) in het menu Faxinstellingen (Fax
settings) beschreven.
Gebruikersinstel. FAX
Verzendinstellingen (TX-instellingen)
Ontvangstinstellingen (RX-instellingen)
Opmerking
Voordat u deze instellingen wijzigt, kunt u de huidige instellingen controleren door de Lijst
gebruikersgegevens af te drukken. Raadpleeg
Gebruikersinstel. FAX
Automatisch afdrukken (Autom. Afdrukken)
Hiermee kunt u instellen of het apparaat ontvangen faxen automatisch afdrukt. Wanneer deze
optie is ingesteld op UIT (OFF), worden ontvangen faxen in het geheugen opgeslagen.
Document opgeslagen in geheugen
Opmerking
Wanneer deze optie is ingesteld op UIT (OFF), worden de volgende rapporten ook niet
automatisch afgedrukt.
Activiteitenrapport
TX rapport (verzendrapport)
RX rapport (ontvangstrapport)
MULTI TX-rapport (verzendrapport)
U kunt het activiteitenrapport handmatig afdrukken, zelfs als UIT (OFF) is geselecteerd
voor Autom. Afdrukken (Auto print). Raadpleeg
handmatig afdrukken.
Als u een ander rapport dat het activiteitenrapport wilt afdrukken, selecteert u AAN (ON)
voor Autom. Afdrukken (Auto print).
Afdr. bij geen inkt (Print when out of ink):
Hiermee kunt u instellen of het apparaat ontvangen faxen moeten blijven afdrukken
zonder deze op te slaan in het geheugen wanneer de inkt op is. Als deze optie is
ingesteld op AAN (ON), drukt het apparaat de ontvangen faxen geforceerd af, zelfs als
de inkt op is.
Het kan echter zijn dat de fax deels of in zijn geheel niet wordt afgedrukt omdat de inkt
op is.
Registratie toestelnr.
Hiermee kunt u het fax-/telefoonnummer instellen dat wordt afgedrukt op verzonden faxen.
Basisinstellingen voor faxen opgeven
Registr. toestelnaam
Hiermee kunt u uw naam afdrukken op verzonden faxen.
Basisinstellingen voor faxen opgeven
Met TX-id
Hiermee kunt u de plaats opgeven van de informatie over de afzender (binnen of buiten het
beeldgebied). Nadat u de plaats hebt geselecteerd, kiest u FAX of TEL om in te stellen welk
teken wordt weergegeven voor het fax- of telefoonnummer dat op verzonden faxen wordt
>
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm
Lijst gebruikersgegevens
voor meer informatie.
Activiteitenrapport
voor de procedure voor
Pagina 822 van 1016 pagina's
>