De inktpatroon instellen
Uitgebreide Handleiding
>
De apparaatinstellingen wijzigen
inktpatroon instellen
De inktpatroon instellen
Met deze functie kunt u de meeste toepasselijke inktpatroon van de geïnstalleerde inktpatronen opgeven
voor een bepaald doel.
Als een van de inktpatronen leegraakt en niet onmiddellijk vervangen kan worden door een nieuwe, kunt
u de andere inktpatroon opgeven die nog inkt bevat en doorgaan met afdrukken.
U geeft als volgt de inktpatroon op:
Inktcartridge-instellingen
1.
Open het
eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma
2.
Klik op Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) op het tabblad Onderhoud
(Maintenance).
Het dialoogvenster Inktcartridge-instellingen (Ink Cartridge Settings) wordt weergegeven.
3.
Selecteer de te gebruiken inktpatroon
Selecteer de inktpatroon die u wilt gebruiken voor afdrukken en klik op OK.
De opgegeven inktpatroon wordt voor de volgende afdruktaak gebruikt.
Belangrijk
Als de volgende instellingen worden opgegeven, werkt Alleen zwart (Black Only) niet, doordat het
apparaat de kleurinktpatroon gebruikt om documenten af te drukken.
Iets anders dan Normaal papier (Plain Paper), Hagaki A, Hagaki of Envelop (Envelope) is
geselecteerd bij Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main)
Zonder marges (Borderless) is geselecteerd in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het
tabblad Pagina-instelling (Page Setup)
Koppel een niet gebruikte inktpatroon niet los. Er kan niet worden afgedrukt als een van beide
inktpatronen losgekoppeld is.
>
Apparaatinstellingen vanaf uw computer wijzigen
Pagina 840 van 1016 pagina's
> De
Naar boven