W at te doen bij storingen?
3
In de regel gaat het bij storingen om kleinigheden ie
W a t t e d o e n b i j s t o r i n g e n ? :
gemakkelijk op te lossen zijn. Neem alstublieft de
aanwijzingen in de tabel in acht voor u de servicedienst
belt.
Indicatie
Geen
De indicaties knipperen.
"ƒ
"‰ƒ‹ˆ
/
"...
"‰ƒ‹‰
/
"†
+ vermogensstand en
geluidssignaal
"†
en geluidssignaal
"‚
"‡
/
"‹
"‰
"‰ƒ‹ƒ
"‰ƒ‹„
"‰ƒ‹...
"‰ƒ‹†
"‰ƒ‹‡
De indicatie van de tempe-
ratuursensor is niet ver-
licht.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel.
Mogelijke oorzaak
De stroomtoevoer is onderbroken.
Het apparaat is niet aangesloten volgens
het schakelschema.
Storing in het elektronisch systeem.
Het bedieningspaneel is vochtig of er
bevindt zich een voorwerp op.
De elektronica is oververhit, waardoor de
betreffende kookzone is uitgeschakeld.
De elektronica is oververhit, waardoor alle
kookzones zijn uitgeschakeld.
In het gebied van het bedieningspaneel
staat een hete pan. De elektronica dreigt
oververhit te raken.
In het gebied van het bedieningspaneel
staat een hete pan. Ter bescherming van
de elektronica is de kookzone uitgescha-
keld.
De kookzone is oververhit geraakt en uit-
geschakeld ter beveiliging van het werk-
blad.
De functie Instellingsoverdracht kan niet
worden geactiveerd.
De kookzone is lange tijd en zonder onder-
breking in gebruik geweest.
De temperatuursensor is oververhit
geraakt en de kookzone is uitgeschakeld.
De temperatuursensor is oververhit, waar-
door alle kookzones zijn uitgeschakeld.
De batterij van de temperatuursensor is
leeg.
De temperatuursensor heeft geen verbin-
ding meer.
De temperatuursensor is kapot/defect.
De temperatuursensor reageert niet en de
indicatie licht niet op.
Wat te doen bij storingen?
Oplossing
Controleer met behulp van andere elektrische apparaten
of er kortsluiting bij de stoomtoevoer is opgetreden.
Zorg ervoor dat het apparaat volgens het schakel-
schema is aangesloten.
Als u de storing niet kunt verhelpen, schakel dan de
technische servicedienst in.
Maak het bedieningspaneel droog of verwijder het voor-
werp.
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is. Raak
vervolgens een willekeurig symbool op de kookplaat
aan.
De betreffende pan verwijderen.Kort daarna verdwijnt
de foutindicatie. U kunt het koken voortzetten.
Neem de pan weg en wacht enkele seconden. Raak een
willekeurig bedieningsvlak aan. Wanneer de foutindica-
tie verdwijnt, kunt u het koken voortzetten.
De elektronica voldoende laten afkoelen en de kookplaat
opnieuw inschakelen.
De foutindicatie bevestigen door een willekeurige sen-
sor aan te raken. U kunt koken zoals u gewend bent, zon-
der de functie Instellingenoverdracht te gebruiken. De
technische servicedienst informeren.
De automatische veiligheidsuitschakeling is geactiveerd.
Zie het hoofdstuk
Wacht tot de kooksensor voldoende is afgekoeld en acti-
veer de functie opnieuw.
Als u de temperatuursensor niet gebruikt, neem hem
dan van de pan af en bewaar hem niet in de buurt van
andere kookzones of warmtebronnen. De kookzones
weer inschakelen.
Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie de paragraaf "Batterij
vervangen".
De functie uit- en vervolgens weer inschakelen.
De technische servicedienst informeren.
Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie de paragraaf "Batterij
vervangen".
Blijft het probleem bestaan, houd het symbool van de
temperatuursensor dan 8 seconden lang ingedrukt en
verbindt de temperatuursensor opnieuw met de kook-
plaat.
Is het probleem hiermee nog niet verholpen, neem dan
contact op met de technische servicedienst.
nl
55