Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maat Vloeistofleiding Bepalen; Tabel 2 - Equivalente Lengten (In Meter); Tabel 3 - Vloeistofleidingmaten - Daikin EWWD 340 - C18 I-SS Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Verberg thumbnails Zie ook voor EWWD 340 - C18 I-SS:
Inhoudsopgave

Advertenties

Opmerking: Houd geen rekening met de leiding van de koelerunit bij de berekening van de equivalente lengte. Houd
alleen rekening met de lokale leidingen.

Maat vloeistofleiding bepalen

Bij het ontwerpen van vloeistofleidingen is het belangrijk dat de vloeistof de expansieklep bereikt zonder flashgas,
aangezien dit gas de capaciteit van de klep zou verlagen. Beperk het drukverlies door wrijving en veranderingen in
statische drukhoogte tot een minimum omdat een drukval in de leiding flashgas kan doen ontstaan.
Voorzie een terugslagklep in de vloeistofleiding waar de omgevingstemperatuur tot onder de temperatuur in de ruimte
met de installatie kan dalen om te voorkomen dat vloeistof naar de condensor stroomt en het vloeibare koelmiddel in de
leiding te houden voor het opstarten van de unit (bij gebruik van een thermostatische expansieklep helpt de
terugslagklep ook de vloeistofdruk hoog genoeg te houden om de klep gesloten te houden wanneer de compressor uit
staat).
Installeer een ontlastklep tussen de terugslagklep en de expansieklep.
De diameter van de vloeistofleiding moet zo klein mogelijk worden gehouden maar tegelijk voor een aanvaardbare
drukval zorgen. Dit is nodig om de hoeveelheid koelmiddel beperkt te houden. De totale afstand tussen de koeler en de
luchtgekoelde condensor mag maximaal 60 equivalente meters bedragen.
Voor vloeistofstijgleidingen in het systeem is een extra 11,5 kPa drukval vereist per meter verticaal hoogteverschil.
Wanneer een vloeistofstijgleiding vereist is, voorzie het verticale stuk dan onmiddellijk na de condensor vóór eventuele
extra beperkingen. De vloeistofstijgleidingen mogen maximaal 3 meter omhoog lopen vanaf de aansluiting van de
vloeistofleiding op de condensor (zie Afbeelding 22). De vloeistofleiding moet niet hellend worden gelegd.
Vloeistofleidingen zijn doorgaans niet geïsoleerd. Als de leidingen worden blootgesteld aan de zon of aan temperaturen
van meer dan 43° C, kan dit het subkoelen beïnvloede n. Isoleer in dergelijke gevallen de vloeistofleidingen.
In Tabel 3 vindt u de gegevens voor het bepalen van de maat van de vloeistofleiding. Gebruik deze gegevens alleen
voor naslag, voor een circuit met een condensatietemperatuur van 55° C en 5° C subkoelen aan de condenso ruitlaat. De
ontwerper van de installatie is verantwoordelijk voor de keuze van de leidingmaat; gebruik het ASHRAE Refrigeration
Handbook of een ander geschikt ontwerphandboek.
Capaciteit
circuit
kW
5
300
1-1/8
350
1-1/8
400
1-1/8
450
1-1/8
Tabel 1 - Equivalente lengten (in meter)
Leidingmaat
Buitendiameter (inch)
1/4
3/8
1/2
5/8
3/4
7/8
1-1/8
1-3/8
1-5/8
2-1/8
2-5/8
3-1/8
Tabel 2 - Vloeistofleidingmaten
Totale equivalente lengte (meter)
10
15
20
1-1/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
Hoek
Kort
Klep
Straal EL
Straal EL
5.8
0.8
7.3
1.2
7.3
1.4
7.6
1.7
7.6
2.0
8.5
2.4
8.8
0.8
10.1
1.0
10.4
1.2
11.9
1.6
13.4
2.0
14.3
2.4
25
30
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-3/8
1-5/8
1-5/8
1-5/8
Lang
0.6
0.9
1.0
1.2
1.4
1.6
0.6
0.7
0.8
1.0
1.3
1.6
40
50
1-3/8
1-5/8
1-5/8
1-5/8
1-5/8
1-5/8
1-5/8
2-1/8
D – EIMWC00404-13NL - 49/102
60
1-5/8
1-5/8
1-5/8
2-1/8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ewwd 360 - c12 i-xsEwld 320 - c17 i-ss

Inhoudsopgave