3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte.
LET OP! Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te voorkomen
dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS...
Probleem
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Op het display verschijnt "C3".
28
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder
het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Mogelijke oorzaak
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
De automatische uitschakeling
is actief.
Het kinderslot is geactiveerd.
De deur is niet goed gesloten.
De zekering is doorgeslagen.
Het lampje is stuk.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
De reinigingsfunctie werkt niet.
De deur is niet volledig geslo-
ten of het deurslot is defect.
Oplossing
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
Schakel de oven in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
Raadpleeg "Het kinderslot ge-
bruiken".
Sluit de deur volledig.
Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer door-
slaan, neemt u contact op met
een erkende installateur.
Vervang het lampje.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Sluit de deur volledig.