25 - VENTILATOREN
De beschikbare waarden gaan van NO AIR (ventilator uit) / LOW AIR (ventilator op minimaal mogelijke werksnelheid) tot vermogen 5
(MAXIMUM).
Aan deze keuzes is de AUTO-modus toegevoegd, waardoor de ventilator zelf kan worden geregeld op basis van het vlamvermogen. Deze
modus is erg handig en wordt aanbevolen omdat het product op deze manier altijd het maximale van zijn warmte afgeeft met een
minimum aan geluid dankzij parameters die door de fabrikant zijn getest.
AANDACHT!
Sommige producten kunnen de ventilatie van een of meer ventilatoren volledig uitschakelen dankzij de conformatie
en het vermogen om warmte uit te wisselen. In dit geval wordt de optie NO AIR aangegeven als u besluit het
minimum ventilatievermogen te selecteren. Omgekeerd kunnen sommige producten de ventilatoren niet volledig
uitschakelen, maar het minimale vermogen komt overeen met een zeer langzame rotatie om convectieve beweging
te bevorderen. In dit tweede geval hebben we het over LOW AIR.
Als een of twee ventilatoren op het
minimum zijn ingesteld, verandert het
ventilatorpictogram in
AIR of LOW AIR aangegeven volgens de
kenmerken van het product en of de
ventilatie al dan niet kan worden
uitgeschakeld zoals hierboven en in de
catalogus aangegeven.
AANDACHT!
Als u een product heeft met meer dan 1 ventilator, is het niet mogelijk om alle ventilatoren handmatig uit te
schakelen met de
activeren.
20
en wordt NO
-toets, maar als u deze aanpassing wilt maken, kunt u de hieronder beschreven SILENT MODE