Het apparaat kan op de volgende
manieren functioneren:
• 220-240 V 2~
Driepolige kabel 3 x 10 mm².
• 3220-240 V 3~
Vierpolige kabel 4 x 4 mm².
• 220-240 V 1N~
Driepolige kabel 3 x 10 mm².
• 380-415 V 2N~
Vierpolige kabel 4 x 4 mm².
• 380-415 V 3N~
Vijfpolige kabel 5 x 2,5 mm².
De waarden verwijzen naar de
diameter van de interne geleider.
276
Installatie
De stroomkabels hebben
afmetingen die rekening houden
met de gelijktijdigheidsfactor
(conform de norm EN 60335-2-6).
Vervangende kortsluitbeugel
Vervang de geïnstalleerde kortsluitbeugel
door de meegeleverde kortsluitbeugel voor
een correcte bevestiging van de kabel in
het geval van een twee- of driefasige
aansluiting.
Vaste aansluiting
Installeer een schakelaar op de voedings-
lijn waarmee het apparaat van het omni-
polaire netwerk kan worden losgekoppeld,
met een openingsafstand tussen de contac-
ten waarmee volledige afkoppeling moge-
lijk is in de omstandigheden van
overspanningscategorie III, in overeenstem-
ming met de installatievoorschriften.