Het dialoogscherm voor handmatige instelling van de schermtaal wordt ook geopend wanneer gedurende ten
minste 5 seconden op wordt gedrukt.
10.2.2 Schermhelderheid
Wanneer uw EFAS niet is aangesloten op de centrale helderheidsregeling van de dashboardverlichting van uw
voertuig, kan de schermhelderheid voor overdag en 's nachts via het menu worden ingesteld. De dagstand wordt
opgeslagen wanneer de voertuiglampen zijn uitgeschakeld. De nachtstand wordt opgeslagen wanneer de voer-
tuiglampen zijn ingeschakeld.
Selecteer OK g Instellingen g Display g Helderheid. De huidige
1.
instelling wordt weergegeven.
2.
Gebruik de besturingstoetsen en om het gewenste contrast te selecteren.
Druk op OK.
Daginstelling:
10.2.3 Schermcontrast
Selecteer OK g Instellingen g Display g Contrast.
1.
De huidige instelling wordt weergegeven.
2.
Gebruik de besturingstoetsen en om het gewenste contrast te selecteren.
Druk op OK.
10.2.4 Toetsenbordverlichting
Selecteer OK g Instellingen g Display g Licht toetsen. De huidige
1.
helderheidsinstelling van de toetsenbordverlichting wordt weergegeven.
2.
Gebruik de besturingstoetsen en om de gewenste helderheid te
selecteren. Druk op OK.
Daginstliing:
10.2.5 Schermeenheid afstand en snelheid
Deze functie wordt gebruikt om de eenheid te bepalen waarin de afstand wordt weergegeven. U kunt kilometers
of mijlen selecteren. De eenheid waarin de snelheid wordt weergegeven (km/h of mph) wijzigt automatisch mee.
Selecteer OK g Instellingen g Display g Afstandsunit
1.
De huidige instelling wordt weergegeven.
2.
Gebruik de besturingstoetsen en om de gewenste eenheid te selecteren.
Bevestig uw keuze met t OK.
10.3 Akoestische signalen (geluid)
U kunt met deze menufuncties de instellingen wijzigen voor toetsklik, attentietoon en waarschuwingstoon.
Selecteer OK g Instellingen g Geluid g Toetsenklik
1.
De huidige instelling wordt weergegeven.
2.
Gebruik de besturingstoetsen en om de gewenste instelling te selecteren.
Bevestig uw keuze met OK.
Stel de attentietoon en de waarschuwingstoon op dezelfde manier in.
10.4 Tijd en datum
Gebruik dit menuonderdeel en de betreffende submenuonderdelen om de tijd te corrigeren, de tijdzone in te
stellen, het automatisch omschakelen naar zomertijd te (de)activeren, de Universal Time Coordinated (UTC) weer
te geven en het weergaveformaat te wijzigen van datum en tijd (12h/24h).
Vanwege wettelijke beperkingen kan de tijd uitsluitend in de modus kalibratie met
een werkplaatskaart volledig worden gewijzigd. Zonder werkplaatskaart kan de tijd
maximaal één minuut per zeven dagen worden gewijzigd en de datum helemaal
niet.
18
Nachtinstelling:
Nachtinstelling: