Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snelkiezen Van Taal; Bediening Van De Efas - Werkplaats; Invoeren Van De Pin-Code; Uitvoeren Van Een Testrit - intellic EFAS-4.8 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Terwijl de gegevens van de digitale tachograaf worden gedownload, wordt een knipperende dubbele pijl
weergegeven. Wanneer u een tachograafkaart in de andere kaartsleuf steekt tijdens het downloaden, wordt de
kaart pas door de EFAS gelezen nadat het downloaden is voltooid. Verbreek de verbinding met de digitale tacho-
graaf EFAS niet voordat het downloaden is voltooid.
7.3

Snelkiezen van taal

Als informatie voor de chauffeur, zoals snelheid en kilometerstand, zie hoofdstuk 5.4.1 wordt weergegeven, dan
kan de dialoog voor het instellen van de menutaal worden geopend door de toets  minstens 5 seconden lang
ingedrukt te houden.
8
Bediening van de EFAS – werkplaats
Wanneer een werkplaatskaart wordt ingestoken en de betreffende PIN-code wordt ingevoerd, gaat de digitale
tachograaf over naar de modus KALIBRATIE. Deze paragraaf beschrijft hoe u de PIN-code invoert en enkele
aspecten die specifiek gelden voor de modus kalibratie. Zie de werkplaatshandleiding van de digitale tachograaf
EFAS voor meer informatie.
8.1

Invoeren van de PIN-code

Nadat een werkplaatskaart is ingestoken, vraagt de EFAS om invoer van de betreffende PIN-code. De PIN-code
bestaat uit 4 tot 8 tekens. De tekens mogen bestaan uit cijfers, hoofdletters, kleine letters of speciale tekens. De
EFAS heeft alle mogelijk tekens verdeeld in 4 groepen.
Selecteer de 4 tot 8 tekens van de PIN-code op de volgende manier:
Selecteer een tekengroep
1.
De eerste groep bestaat uit de cijfers [1-0]. Met toets v gaat u over naar de volgende tekengroepen ("ABC",
"abc", "@$#") en met toets u gaat u terug naar de vorige tekengroep.
Selecteer een teken
2.
With the control keys you may select the next or previous character from a repeating series of characters;
the currently selected character is always shown in plain text in the first line.
3.
Wijs het teken toe door op OK te drukken
Het toegewezen teken wordt weergegeven door een * en de cursor verplaatst naar de volgend positie van
de PIN-code.
Met de toets  kunt u teruggaan naar vorige tekenposities van de PIN-code; het betreffende teken wordt kort
weergegeven. Het teken kan vervolgens worden gewijzigd zoals hierboven beschreven. Wanneer op toets 
wordt gedrukt terwijl de cursor op de eerste positie van de PIN-code staat, verschijnt een vraag of de kaart moet
worden uitgeworpen.
Bevestig de PIN-code nadat het laatste teken is toegewezen door nogmaals op OK te drukken. De kaartgegevens
worden gelezen en de PIN-code wordt geverifieerd.
Wanneer de PIN-code onjuist is, wordt het resterende aantal pogingen om de PIN-code in te voeren weerge-
geven. Vervolgens start de procedure om de PIN-code in te voeren opnieuw.
8.2

Uitvoeren van een testrit

Met uw werkplaatskaart kunnen ook testritten met het voertuig worden gemaakt. Controleer dat de werkplaats-
kaart in de linker kaartsleuf zit. Voor en na een testrit moeten dezelfde gegevens worden ingevoerd als voor een
chauffeurskaart (zie paragraaf 5).
8.3

Weergeven van waarschuwingen in de bedrijfsmodus KALIBRERING

In de modus kalibratie worden niet alle waarschuwingen van de EFAS opgeslagen.
Deze waarschuwingen worden wel kort weergegeven op het scherm van de EFAS:
Zie voor de lijst met mogelijk waarschuwingen ("SrvIDs") op het scherm en voor meer informatie over oorzaken
en oplossingen de EFAS werkplaatshandleiding.
14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave