5
Bediening van de EFAS – chauffeur en bijrijder
5.1
Voordat u begint
Voordat u uw rit begint, moet u uw chauffeurskaart in de linker kaartsleuf steken (met de chip naar boven).
Uw kaart wordt gelezen. Uw naam en de datum en tijd waarop u uw kaart het laatst hebt uitgenomen worden
weergegeven.
Daarna toont het scherm de vraag "Activiteiten aanvullen?" Zo ja, selecteer dan JA met de besturing-
stoetsen, druk op OK en volg de instructies in paragraaf 5.5. Wilt u uw activiteiten niet aanvullen, selecteer dan
NEE met de besturingstoetsen en druk op OK. Selecteer vervolgens het land waarin uw werkdag begint. Gebruik
de besturingstoetsen om om de landcode te selecteren en druk op OK.
Een eventuele bijrijder moet zijn chauffeurskaart in de rechter kaartsleuf steken en dezelfde procedure volgen.
Wanneer de bijrijder het voertuig overneemt, moeten de kaarten worden omgewisseld zodat de chauffeurskaart
van degene die het voertuig bestuurt altijd in de linker kaartsleuf zit.
5.2
Automatische instellingen
De digitale tachograaf EFAS voert een aantal automatische instellingen uit.
y Zodra het voertuig start, schakelt de digitale tachograaf automatische over naar rijtijd voor de chauffeur en
beschikbaarheidstijd voor de bijrijder.
y Zodra het voertuig stopt, schakelt de digitale tachograaf EFAS automatisch over naar werktijd voor de
chauffeur. Wanneer er minder dan 2 minuten zijn verstreken tussen stoppen en opnieuw starten, annuleert
de digitale tachograaf de automatische omschakeling van rijtijd naar werktijd.
y Wanneer het contact wordt uitgeschakeld, kan de EFAS automatisch overschakelen naar een geprogram-
meerde chauffeursactiviteit, zie ook paragraaf 6.
5.3
Tijdzones
Omdat uw voertuig zich in verschillende tijdzones kan bevinden, worden alle gegevens vastgelegd en ingevoerd
in UTC-tijd. UTC-tijd is een gestandaardiseerde wereldtijd zonder zomertijd. Afdrukken kunnen worden geba-
seerd op UTC-tijd of lokale tijd. Alleen afdrukken in UTC-tijd voldoen echter aan de wettelijke eisen. Voor het
gemak worden tijden vaak ingevoerd in lokale tijd.
Wanneer u de tijdzone voor de EFAS correct hebt ingesteld, geeft de digitale tachograaf de lokale tijd weer op
alle standaardschermen tijdens de rit. Dit wordt aangeduid door de zogenaamde "tijdpunt" (b.v. 17:23 ) achter
de weergegeven tijd (bij UTC-tijd wordt deze tijdpunt niet weergegeven). Controleer elke keer bij het invoeren
van tijden of het systeem UTC-tijd of lokale tijd vereist!
In de meeste centraal-Europese landen is UTC-tijd in de winter één uur later dan lokale tijd. In de winter moet er
één uur van de lokale tijd worden afgetrokken om de UTC-tijd te berekenen. In de zomer moeten er twee uren
van de lokale tijd worden afgetrokken om de UTC-tijd te berekenen.
5.4
Displayinstellingen
Wanneer er geen waarschuwingen zijn om weer te geven en er geen menu is geselecteerd, kunt u met de bestur-
ingstoetsen en de volgende schermen weergeven:
1. Kilometerteller
2. Dagteller
3. Huidige tijden (standaardscherm)
4. Tijden chauffeur 1
5. Resterende keren (1)
6. Tijden chauffeur 2
7. Resterende keren (2)
8. UTC-tijd
Wanneer het voertuig rijdt, kunnen uitsluitend schermen 1, 2, 5 en 7 worden geselecteerd.
8
Huidige werktijden en activiteiten voor chauffeur en bijrijder
Snelheid en kilometerteller
Snelheid en afgelegde afstand
Rijtijden chauffeur 1
Resterende tijden (1)
Rijtijden chauffeur 2
Resterende tijden (2)
UTC-tijd