Inhoudsopgave
Advertenties
6.2
Automatisch instellen van de activiteit bij contact AAN/UIT (Optie)
In de modi BEDRIJF en KALIBRATIE kunt u met de functie "Activiteit contact" de activiteit selecteren die automa-
tisch wordt ingesteld voor de chauffeur en/of bijrijder wanneer het contact wordt in- resp. uitgeschakeld. Deze
functie kan worden gedeactiveerd, d.w.z. dat bij in- resp. uitschakelen van het contact de huidige instelling van
de activiteit van chauffeur/bijrijder niet wordt gewijzigd.
Selecteer OK g Instellingen g Aact. ontsteking AAN/UIT
De huidige instelling voor de chauffeur bij Contact AAN wordt weergegeven. Gebruik de besturingstoetsen om
dit te wijzigen in een van de volgende instellingen:
– Chauffeursactiviteit niet wijzigen
Chauffeur in rusttijd
Chauffeur in werktijd
Chauffeur in beschikbaarheidstijd
Nadat u op OK hebt gedrukt, kunt u de instelling voor de chauffeur bij Contact UIT wijzigen en vervolgens de
instellingen voor de bijrijder.
6.3
Downloaden van opgeslagen gegevens
De op de digitale tachograaf opgeslagen gegevens kunnen worden gedownload op een geschikt extern apparaat.
U kunt uitsluitend de gegevens downloaden van chauffeurs van uw bedrijf. Voorwaarde is dat uw bedrijf was of
is geregistreerd op de digitale tachograaf (zie paragraaf 6.1).
Handel als volgt:
1.
Schakel het contact in.
2.
Steek uw bedrijfskaart in een van de kaartsleuven. In de andere kaartsleuf mag een chauffeurskaart zitten,
anders moet deze leeg zijn.
3.
Open de klep van de interface aan de voorzijde. Trek de klep met uw vingernagel in de groef boven de klep
naar buiten en draai deze omlaag.
4.
Sluit het externe apparaat aan op de interface.
5.
Start het downloaden op het externe apparaat.
Terwijl de gegevens van de digitale tachograaf worden gedownload, wordt een knipperende dubbele pijl
weergegeven. Verbreek de verbinding met de digitale tachograaf EFAS niet voordat het downloaden is voltooid.
7
Bediening van de EFAS – controlerende instanties
Wanneer uw controlekaart is ingestoken, kunt u alle gegevens opgeslagen op de EFAS of een chauffeurskaart
weergeven, afdrukken of downloaden, onafhankelijk van evt. bedrijfssloten. In de andere kaartsleuf mag een
chauffeurskaart zitten, anders moet deze leeg zijn.
7.1
Gegevens weergeven
Selecteer OK g Afdrukvoorbeeld en bevestig met OK. Het menu voor
1.
opgeslagen gegevens wordt weergegeven.
Selecteer de gewenste gegevens en bevestig met OK.
2.
3.
Gebruik de besturingstoetsen en om de gewenste datum te selecteren en
bevestig met OK. De opgeslagen gegevens worden weergegeven.
4.
Druk op om de volgende regel of om de vorige regel weer te geven.
5.
Druk op om het afdrukvoorbeeld te sluiten.
Het scherm toont de vraag Afdruk starten?
Gebruik de besturingstoetsen om het gewenste antwoord te selecteren en bevestig me OK.
6.
7.2
Downloaden van opgeslagen gegevens
1.
Schakel het contact in.
2.
Steek uw controlekaart in een van de kaartsleuven. In de andere kaartsleuf mag een chauffeurskaart zitten,
anders moet deze leeg zijn.
3.
Open de klep van de service-interface aan de voorzijde van het apparaat en sluit het externe downloadap-
paraat aan op de interface.
4.
Start het downloaden op het externe apparaat.
13
Advertenties
Inhoudsopgave
