ü De besturingsapparaten op de trekker bevinden zich in de neutrale stand en zijn
vergrendeld.
ü De aandrijving van de aftakas is uitgeschakeld.
ü De harken zijn tot stilstand gekomen.
ü Die afsluitkranen op de hydraulische slangen zijn gesloten,
ü De transportbreedte is gereduceerd,
ü De tandbeschermingen (2) zijn op de tanden gestoken die zich in de transportstand onder
2 m bevinden,
ü De machine is ontdaan van verontreinigingen en oogstresten, met name de verlichtings- en
markeringsinrichtingen.
9.2
Transportbreedte reduceren
KW000-045
Om de transportbreedte te reduceren, de buitenste loopwielen (1) onder de harken in de
bovenste boring van de asbok (2) vastzetten (vlakke strooihoek).
De klapstekker (3) verwijderen.
De bout (4) uittrekken.
Het loopwiel (1) tot aan de bovenste boring van de asbok (2) omlaag zwenken.
De bouten (4) erin schuiven en met de klapstekker (3) borgen.
9.3
Machine parkeren
Gevaar voor letsel door wegrollen van de onbeveiligde machine
Wanneer de machine na het parkeren niet tegen wegrollen is beveiligd, bestaat het gevaar
dat personen door de ongecontroleerd rollende machine gewond raken.
De machine met wielwiggen beveiligen tegen wegrollen.
Machine op een horizontale en vlakke ondergrond met voldoende draagvermogen
neerzetten.
De machine in de transportstand brengen.
De besturingsapparaten in de zweefstand zetten.
De trekkermotor uitschakelen, contactsleutel eruit trekken en meenemen.
De steunvoet in de steunstand brengen,
De voedingskabel voor de bedieningsbox lostrekken.
De stekker voor de verlichting voor het rijden op de weg eruit trekken,
KWT 1300
Originele handleiding 150000678_02_nl
zie
zie
pagina 63.
WAARSCHUWING
Rijden en transport
Transportbreedte reduceren
zie
pagina 54.
pagina 65.
zie
pagina 55.
9
9.2
zie
pagina 50.
65