Het apparaat leren kennen
nl
Het bedieningspaneel
Keuzesensoren
Hoofdschakelaar
#
Kookzone kiezen
"
/
Ä
0 IIIIIIIIIIII
Instelbereik
Powerboost- en ShortBoost-functie
&
Intensief ventilatiestanden
FlexZone
ý
Move-functie
ÿ
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoelein-
Ñ
den en kinderslot
Warmhoud-functie
è
Braadsensor
Õ
Bereidingstijd en kookwekker instellen
0
Stopwatch-functie
þ
WiFi
D
Handmatige ventilatieregeling
I
Sensor-ventilatieregeling
o
Bedieningsvlakken
Wanneer de kookplaat opwarmt, zijn de symbolen van
de bedieningsvlakken verlicht die op dat moment
beschikbaar zijn.
Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende
functie geactiveerd.
Aanwijzingen
De betreffende symbolen van de bedieningsvlakken
■
lichten op wanneer ze beschikbaar zijn.
De indicaties van de kookzones of van de gekozen
functie lichten helderder op.
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
■
en droog is. Vocht kan een nadelige invloed hebben
op de werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
■
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
dan oververhit raken.
12
Indicatie
Gebruikstoestand
‹
Vermogensstanden
‚
-
Š
Restwarmte
•
œ
/
Powerboost-functie
›
Intensief ventilatiestand I
ShortBoost-functie
ݯ
Intensief ventilatiestand II
›
.
Warmhoud-functie
–
Overdracht van instellingen
£
Braadsensor
Ý
Kookfuncties
õ
Temperatuur kookfuncties
‹‹‹
ºC
Tijdfuncties
‹‹
Automatische kooktijd
x
Timer
V
Timer-indicaties
ö
/
ô
Kinderslot
‚
WiFi
D
Sensor-ventilatieregeling
'