Veiligheidsapparatuur
Confi gureer tijdens de programmering het type actie dat moet worden uitgevoerd door het aan de ingang aangesloten
apparaat.
Sluit de veiligheidsuitrustingen aan de ingangen CX en/of CY en/of CZ en/of CK aan.
Als ze gebruikt worden, moeten de contactgegevens CX CY CZ CK geconfi gureerd worden tijdens de
programmeringsfase.
In geval van installaties met meerdere fotocellen, zie de handleiding van het desbetreff ende accessoire.
Fotocellen DELTA
Standaardaansluiting
10 11 E E3 5
+
-
10
11 NO C NC
RX
Fotocellen DIR / DELTA-S
Standaardaansluiting
10 11 E E3 5
+
-
10
2 TX C NC
RX
10 TS 2 CX CY CZ CK
+
-
10
11
TX
10 TS 2 CX CY CZ CK
+
-
TX
2
TX
Fotocellen DELTA
Aansluiting met veiligheidstest
Zie de functie [Veiligheidstest].
10 11 E E3 5
+
-
10
11 NO C NC
RX
Fotocellen DIR / DELTA-S
Aansluiting met veiligheidstest
Zie de functie [Veiligheidstest].
10 11 E E3 5
+
-
10
2 TX C NC
RX
10 TS 2 CX CY CZ CK
+
-
10
11
TX
10 TS 2 CX CY CZ CK
+
-
TX
2
TX