Brandstoffen / tanken
-
Bij het aftanken van de motorkettingzaag moet de motor
worden uitgezet.
-
Roken en iedere vorm van open vuur zijn niet toegestaan (5).
-
Laat de motor afkoelen alvorens te tanken.
-
Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties bevatten.
Huid- en oogcontact met mineraalolieprodukten vermijden.
Draag bij het aftanken handschoenen. Vervang en reinig
beschermende kleding regelmatig. Adem de brandstofdampen
niet in. Het inademen van motorbrandstofdampen kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
-
Mors geen brandstof of kettingolie. Als er toch brandstof
of olie gemorst is moet de motorkettingzaag direct
schoongemaakt worden. Zorg dat er geen brandstof op uw
kleding terechtkomt. Als dat toch gebeurt kleedt u dan direct
om.
-
Let erop dat er geen brandstof of kettingolie in de grond
wegloopt (bescherming van het milieu). Leg iets op de grond
ter bescherming.
-
Tank niet in afgesloten ruimten. Brandstofdampen verzamelen
zich op de bodem (explosiegevaar).
-
Sluit de tankdoppen van brandstof- en olietank goed.
-
Start de motorkettingzaag niet op dezelfde plek als waar
u getankt heeft (tenminste 3 meter verwijderd van de
tankplaats) (6).
-
Brandstof is niet onbeperkt houdbaar. Koop niet meer dan u
binnen een redelijke tijd zult gebruiken.
-
Vervoer en bewaar brandstof en kettingolie alleen in
goedgekeurde en gewaarmerkte jerrycans. Sla brandstof en
kettingolie zo op dat kinderen er niet bij kunnen.
Inbedrijfname
-
Werk niet alleen, in noodgevallen moet er iemand in de
buurt zijn (gehoorafstand).
-
Verzeker u ervan dat er zich geen kinderen of andere
personen binnen het werkbereik van de motorkettingzaag
bevinden. Let
ook op dieren (7).
-
Controleer voor aanvang van de werkzaamheden of de
motorkettingzaag goed werkt en volgens voorschrift
be drijfs klaar is gemaakt.
Let vooral op of de kettingrem werkt, of de zaaggeleider juist
gemonteerd is, of de zaagketting volgens voorschrift geslepen
en gespannen is, of de kettingwielbeschermer vastzit,
de gashendel soepel beweegt, de sperknop werkt, of de
handgrepen droog en schoon zijn, en of Start/Stop schakelaar
het doet.
-
De motorkettingzaag pas nadat deze volledig in elkaar gezet
is in bedrijf nemen. De motorkettingzaag mag uitsluitend
geheel gemonteerd gebruikt worden!
-
Voor het starten moet de bediener van de zaag goed stabiel staan.
-
Start de motorkettingzaag uitsluitend volgens de gebruiks aanwijzing
(8). Andere startmethoden zijn niet toegestaan.
-
Bij het starten van de motorkettingzaag moet de machine
goed gesteund en stevig vastgehouden worden. De ketting en
de zaaggeleider mogen nergens tegenaan komen.
-
Houd tijdens het werken met de motorkettingzaag
deze met beide handen vast, met de rechterhand op de
achterste handgreep en de linker hand op de beugelgreep. De
handgrepen met de duimen eromheen vasthouden.
-
ATTENTIE: Bij het loslaten van de gashendel loopt de
ketting nog enige tijd door (vrijloopeffect).
-
Let er voortdurend op dat u stevig staat.
-
De motorkettingzaag moet zodanig gehanteerd worden dat er
geen uitlaatgassen ingeademd kunnen worden. Werk niet in
gesloten ruimten (vergiftigingsgevaar).
-
Zet de motorkettingzaag direct af bij merkbaar veranderd
machine gedrag.
-
Zet de motorzaag af voor het controleren van de
ketting spanning, het naspannen, het verwisselen van de
ketting en het opheffen van storingen (9).
-
Als de zaag met stenen, spijkers of andere harde voorwerpen
in aanraking is gekomen moet de motor direct afgezet
worden en moet de zaaginrichting geïnspecteerd worden.
Na mechanische invloeden, bijv. door een slag of val, moet
de gehele motorzaag op zijn correcte werking worden
gecontroleerd!
-
Tijdens werkonderbrekingen en voor het verlaten moet de
motorzaag uitgeschakeld worden (9) en zo geparkeerd, dat
niemand in gevaar kan geraken.
ATTENTIE: Leg de warme motorkettingzaag
niet in droog gras of op brandbare voorwerpen.
De uitlaat geeft een aanzienlijke hitte af
(brandgevaar).
-
ATTENTIE: Na het uitzetten van de motorkettingzaag kan er
olie van de ketting en zaaggeleider in de grond weglopen (bo-
dem verontreiniging)! Leg iets onder de zaag als bescherming.
5
6
7
8
● Onderhoud
● Tanken
● Zaagketting slijpen
9
3 meter
ON
O N
S T O
P
STOP
● Werkonderbreking
● Transport
● Uitbedrijfname
5