Inhoudsopgave
Advertenties
Welke vijl en hoe deze te gebruiken
Het slijpen dient te gebeuren met een speciale ronde vijl voor
zaagkettingen.
Typ 484: De eerste helft van de zaagtand met een ø 4,8 mm
zaagkettingrondvijl vijlen, daarna met ø 4,5 mm.
Type 492: zaagkettingrondvijl ø 4,0 mm.
De vijl mag alleen bij de voorwaartse streek (pijl) vijlen. De
vijl moet bij het terughalen vrij van het materiaal gehouden
worden.
De kortste snijtand wordt als eerste geslepen. De lengte van
deze tand is dan de uitgangsmaat voor alle andere snijtanden
van de zaagketting.
Kettingtype
Kettingtype
Nieuw ingezette snijtanden moeten precies aan de vorm van
de gebruikte tanden aangepast zijn, ook aan de loopvlakken.
484
492
De vijl overeenkokmstig het kettingtype gebruiken (90° resp.
10° op het zaagblad).
De vijlhouder vergemakkelijkt de vijlgeleiding, hij is voorzien
van markeringen voor de korrekte slijphoek van:
4/5
α = 30°
(de markeringen parallel aan de zaagketting laten lopen) en
α
begrenst de insteekdiepte (4/5 van de vijl doorsnee).
Aansluitend op het naslijpen de hoogte van de diepte-
begrenzers controleren met de kettingmaatlat.
Ook de geringste uitsteekhoogte met een speciale vlakke vijl
verwijderen (1).
Dieptebegrenzer aan de voorzijde opnieuw afronden (2).
1
2
26
Advertenties
Inhoudsopgave
