f. Klik op Kalibreren.
g. Klik op Printerconfiguraties en controleer of de hoogte en breedte van het papier
correct zijn ingesteld op het tabblad FBPL.
Met de opdracht AUTODETECT:
Opmerking
Raadpleeg voor meer informatie de "FBPL Command Reference Manual" (Handleiding
FBPL-opdrachten) op de pagina Handleidingen voor uw model op support.brother.com.
2. Controleer of de RFID-antenne in het midden van de RFID-chip of de antennelus op het
kaartje is geplaatst. Zie voor meer informatie de sectie
3. Start de RFID-kalibratie.
Met het LCD-menu:
Ga naar het menu RFID. Selecteer Interface
(Kaartjeskalibratie) Do RFID Calibrate (RFID-kalibratie uitvoeren) en selecteer het
pictogram
Opmerking
Voor meer informatie raadpleegt u de sectie
Identification).
.
8.2.1 De antennepositie
RFID Tag Calibration
6.5.5 RFID-instellingen (Radio Frequency
62
selecteren.