6.2 Overzicht van het hoofdmenu
Gebruik de opties in het hoofdmenu om diverse printerinstellingen te configureren zonder de
printer aan te sluiten op een computer.
Pictogram
Optie
Setting
(Instelling)
Sensor
Interface
Advanced
(Geavanceerd)
File Manager
(Bestandsbeheer)
Diagnostic
(Diagnostiek)
De FBPL- en ZPL2-instellingen van de printer
configureren.
De geselecteerde mediasensor kalibreren. Het is
raadzaam om de sensor te kalibreren elke keer dat
u andere media plaatst.
De interface-instellingen van de printer configureren.
De instellingen voor het LCD-scherm, de initialisatie,
het type snijeenheid of de waarschuwing wanneer media
bijna op zijn configureren voor de printer.
Het beschikbare printergeheugen controleren of beheren.
De printerstatus controleren om eventuele problemen op
te lossen.
36
Beschrijving