5.1.4 Kalibratie mediasensor (voor de sensor zwarte markering)
1. Schakel de printer uit.
2. Houd de doorvoer-/onderbrekingsknop ingedrukt en schakel de printer vervolgens in.
3. Laat de knop los als het LED-lampje vijf keer groen/rood heeft geknipperd en groen gaat
branden.
Opmerking
De LED-kleur verandert als volgt:
Oranje (brandt continu) rood/oranje (vijf keer) oranje (vijf keer) groen/rood (vijf keer)
groen (vijf keer) rood (vijf keer) groen (brandt continu)
5.1.5 Kalibratie mediasensor (voor de ruimtesensor)
1. Schakel de printer uit.
2. Houd de doorvoer-/onderbrekingsknop ingedrukt en schakel de printer vervolgens in.
3. Laat de knop los als het LED-lampje vijf keer groen heeft geknipperd en rood gaat branden.
Opmerking
De LED-kleur verandert als volgt:
Oranje (brandt continu) rood/oranje (vijf keer) oranje (vijf keer) groen/rood (vijf keer)
groen (vijf keer) rood (vijf keer) groen (brandt continu)
5.1.6 Het AUTO.BAS-programma overslaan
U kunt het AUTO.BAS-programma uploaden naar het flashgeheugen van de printer, zodat het
programma automatisch wordt uitgevoerd wanneer u de printer inschakelt. Als u dat niet wilt,
voert u de volgende stappen uit:
1. Schakel de printer uit.
2. Houd de doorvoer-/onderbrekingsknop ingedrukt en schakel de printer in.
3. Laat de knop los als het LED-lampje groen gaat branden.
Opmerking
De LED-kleur verandert in onderstaande volgorde:
Oranje (brandt continu) rood/oranje (vijf keer) oranje (vijf keer) groen/rood (vijf keer)
groen (vijf keer) rood (vijf keer) groen (brandt continu)
4. De printer start zonder dat het AUTO.BAS-programma wordt uitgevoerd.
34