5. Bediening
5.1 Hulpprogramma's bij inschakelen
De printer beschikt over zes hulpprogramma's bij inschakelen. Hiermee kunt u de printer
instellen en de functionaliteit van de printer testen.
Een hulpprogramma na inschakelen activeren:
1. Schakel de printer uit.
2. Houd de doorvoer-/onderbrekingsknop ingedrukt en schakel de printer vervolgens in.
3. Laat de knop los wanneer het LED-lampje de gewenste status heeft:
Hulpprogramma bij
inschakelen
LED-kleur
Functie
1. Kalibratie lint en
ruimtesensor/
sensor zwarte markering
2. Kalibratie ruimtesensor/
sensor zwarte markering,
zelftest en activering
dumpmodus
3. Printerinitialisatie
4. Kalibratie mediasensor
(voor de sensor zwarte
markering)
5. Kalibratie mediasensor
(voor de ruimtesensor)
6. Het AUTO.BAS-
programma overslaan
Oranje
Rood/
Oranje
(brandt
oranje
(5 keer)
continu)
(5 keer)
28
LED-patronen
Groen/
Groen
rood
(5 keer)
(5 keer)
Rood
Groen
(5 keer)
(brandt
continu)