De camera gereedmaken
De camerariem en het
lenskapje bevestigen
1
2
3
4
●
Bevestig de camerariem op dezelfde manier aan
het andere oogje.
5
Trek de camerariem zo strak dat deze niet
los kan raken.
10 NL
De batterij plaatsen
1
Vergrendelkop
van het batterij- /
3
kaartjescompartiment
●
Schuif de vergrendelknop van het batterijcomparti-
ment / het kaartje van ) naar = en controleer of
het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje
goed gesloten is (7) Als u dit niet doet, kan het
klepje van het batterijcompartiment / het kaartje
opengaan tijdens het fotograferen en kunnen de
batterijen eruit vallen waardoor u beeldgegevens
kunt verliezen.
Zie "Batterij" (blz. 56) voor de types batterijen
die kunnen worden gebruikt. Laad de batterijen
op als u oplaadbare batterijen gebruikt.
Schakel de camera uit voor u het klepje van
het batterijcompartiment / het kaartje opent.
Zorg ervoor dat het klepje van het
batterijcompartiment / het kaartje gesloten
is wanneer u de camera gebruikt.
De batterijen vervangen
Vervang de batterijen als de volgende
foutmelding verschijnt.
Knippert rood
4 4
12
M
Monitor linksboven
2
BATTERY EMPTY
Foutmelding