Voorbereiding voor het gebruik
BELANGRIJK:
Plaats niet zoveel papier dat het boven
het driehoekje op de breedtegeleider uit komt.
•
Controleer voor het plaatsen van het papier of het
niet gekruld of gevouwen is. Gekruld of gevouwen
papier kan papierstoringen veroorzaken.
•
Zorg dat het papier niet boven de niveau-
aanduiding uit komt (zie onderstaande afbeelding).
•
Wanneer u het papier plaatst, houdt u de kant van
de sluiting naar boven gericht.
•
De papierlengte- en breedtegeleiders moeten aan
het papierformaat worden aangepast. Wanneer u
het papier plaatst zonder deze geleiders aan te
passen, kan het papier schuin worden ingevoerd
met papierstoringen tot gevolg.
•
Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders
stevig tegen het papier geklemd zitten. Als er nog
ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan het
papier aan.
6
Plaats de papiercassette in de apparaatopening.
Duw deze rechtdoor zo ver mogelijk in.
Rechts vooraan op de papiercassette bevindt zich
een papiermetertje dat aangeeft hoeveel papier er
nog is. Als het papier op is, zal de wijzer naar
beneden gaan naar niveau (leeg).
OPMERKING:
Als het apparaat langere tijd niet
gebruikt gaat worden, bescherm dan al het papier
tegen vocht door het uit de cassettes te verwijderen en
in de bewaarzak voor papier op te bergen.
BELANGRIJK:
Als u de cassette uit het apparaat
haalt, controleer dan of er geen papier achtergebleven
is in het apparaat. Zorg ervoor dat het papier goed in de
cassette geplaatst is.
7
Selecteer het mediatype (normaal, gerecycled,
enzovoort) dat in de cassette is geplaatst.
(Raadpleeg Papierformaat en mediatype voor
cassette 1 opgeven op pagina 2-60.)
2-53
2