Netwerk instellen (LAN-aansluiting)
Het apparaat is voorzien van een netwerkinterface-aansluiting, die compatibel is met netwerkprotocollen zoals
TCP/IP (IPv4), TCP/IP (IPv6), IPX/SPX, NetBEUI en IPSec. Dit maakt netwerkafdrukken mogelijk bij Windows,
Macintosh, UNIX en andere platforms.
In dit hoofdstuk worden de procedures voor TCP/IP (IPv4) instellen uitgelegd. Raadpleeg voor andere
netwerkinstellingen de Engelse gebruikershandleiding.
OPMERKING:
Schakel, nadat alle netwerkinstellingen zijn uitgevoerd, het apparaat UIT en weer IN. Dit is
noodzakelijk om de instellingen te activeren!
•
TCP/IP (IPv4) instellen (als een IP-adres automatisch wordt toegekend) ...2-15
•
TCP/IP (IPv4) instellen (door het invoeren van IP-adressen) ...2-18
TCP/IP (IPv4) instellen (als een IP-adres automatisch wordt toegekend)
Als een IP-adres automatisch wordt toegekend, configureer dan de onderstaande instellingen.
OPMERKING:
De instellingen [DHCP] en [Auto-IP] zijn standaard ingeschakeld. Geef de onderstaande
instellingen op als de standaard waarden van de netwerkinstellingen werden gewijzigd.
Volg de onderstaande stappen om TCP/IP (IPv4) in te stellen.
Aanmeld.gebr.nm: L b
********************
Aanmeld.wachtw.:
Sys. menu/Teller.: a b
1
*********************
Rapport
2
Teller
3
Systeem/Netwerk
1
[ Login
]
OPMERKING:
karakters op Appendix-5 voor meer informatie over het
invoeren van karakters.
2
[ Einde
]
2-15
Voorbereiding voor het gebruik
Druk op de toets Systeemmenu/Tellers op het
bedieningspaneel van het apparaat.
Als u gebruikersbeheer uitvoert en u bent niet
aangemeld, dan verschijnt een
aanmeldingsscherm. Voer vervolgens de
Aanmeldingsgebruikersnaam en het
Aanmeldingswachtwoord in.
Raadpleeg Invoermethode voor
Druk in het menu Sys. menu/Teller op de toets
of om [Systeem/Netwerk] te selecteren en druk
vervolgens op de toets OK.
2