OPMERKING:
Wanneer u [Apparaatinstellingen] in Windows XP hebt geselecteerd, wordt het
dialoogvenster voor het instellen van het apparaat weergegeven na op [Voltooien] te hebben geklikt.
Configureer de instellingen voor de opties die op het apparaat zijn geïnstalleerd. Apparaatinstellingen kunnen
worden geconfigureerd nadat de installatie is voltooid. Zie voor meer informatie de apparaatinstellingen in de
Printer Driver User Guide op de dvd-rom.
Als het bericht systeem herstarten verschijnt, herstart u de computer door de aanwijzingen op het scherm op
te volgen. Hiermee is de installatieprocedure van het printerstuurprogramma voltooid.
De TWAIN-driver kan worden geïnstalleerd als het apparaat en de computer zijn verbonden via een netwerk.
Als u het TWAIN-stuurprogramma installeert, ga dan door met het configureren van de TWAIN-
stuurprogramma instellen op pagina 2-35.
Voorbereiding voor het gebruik
8
Voltooi de installatie.
Wanneer "Uw software is gebruiksklaar"
verschijnt, kunt u de software gebruiken. Om een
testpagina af te drukken, vink het selectievakje
"Een testpagina afdrukken" aan en selecteer het
apparaat.
Klik op [Voltooien] om de wizard af te sluiten.
2-29
2