De afdruktaak wordt niet gestart
Controle 7: Start de computer opnieuw op.
Verwijder eventuele overbodige afdruktaken.
Een ongewenste afdruktaak verwijderen
Controle 8: Komt de instelling voor Paginaformaat overeen met het
formaat van het papier dat in de printer is geplaatst?
Druk op de knop
ANNULEREN/HERVATTEN (RESUME/CANCEL)
annuleren. Controleer vervolgens in het printerstuurprogramma de instellingen bij Paginaformaat
(Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) in het dialoogvenster met
printereigenschappen (Windows) of het dialoogvenster Papierformaat (Macintosh).
Als er niet wordt afgedrukt wanneer het geplaatste papier overeenkomt met de instelling, geeft u op
dat het printerstuurprogramma de breedte van het papier niet detecteert.
* Schakel het selectievakje Papierbreedte detecteren (Detect paper width) in zodra het afdrukken is
voltooid en klik vervolgens op Verzenden (Send).
De Aangepaste instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance), schakel
het selectievakje Papierbreedte detecteren (Detect paper width) uit en klik vervolgens op Verzenden
(Send).
Selecteer in Canon IJ Printer Utility de optie Aangepaste instellingen (Custom Settings) in het pop-
upmenu, schakel het selectievakje Papierbreedte detecteren (Detect paper width) uit en klik
vervolgens op Verzenden (Send).
Controle 9: Zijn de instellingen voor mediumtype en paginaformaat in
het printerstuurprogramma correct?
Als u Fine Art-papier 'Photo Rag' of speciaal papier van een andere fabrikant dan Canon gebruikt,
selecteert u het mediumtype bij Mediumtype (Media Type). Selecteer vervolgens bij Paginaformaat
(Page Size) of Papierformaat (Paper size) een formaat met de tekst 'Fine Art XX'.
Controleer de instellingen aan de hand van de onderstaande procedure en probeer opnieuw af te
drukken.
1.
Zorg dat Fine Art A3+, Fine Art A3, Fine Art A4 of Fine Art Letter in de toepassing
is geselecteerd.
Als het gewenste papierformaat niet wordt weergegeven, opent u het menu Bestand (File) van
de toepassing en selecteert u Afdrukken (Print). Zorg er vervolgens voor dat de naam van uw
printer is geselecteerd.
2.
Zorg ervoor dat het papier dat in het printerstuurprogramma bij Mediumtype
(Media Type) op het tabblad Afdruk (Main) (Windows) of in het dialoogvenster
Afdrukken (Macintosh) is geselecteerd, overeenkomt met het papier dat in de
printer is geladen.
3.
Zorg dat in het printerstuurprogramma de instelling voor Paginaformaat (Page
Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) (Windows) of de instelling
voor Papierformaat (Paper size) in het dialoogvenster Pagina-instelling
(Macintosh) overeenkomt met het formaat dat is opgegeven bij stap 1.
Controle 10: Controleer of de naam van uw printer is geselecteerd in het
dialoogvenster Afdrukken.
De printer drukt niet goed af als u een stuurprogramma voor een andere printer gebruikt.
Controleer in Windows of de naam van uw printer is geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken.
Controleer op een Macintosh of de naam van uw printer is geselecteerd bij Printer in het
op de printer om de fout te
Pagina 394 van 486 pagina's