Download Print deze pagina

Advertenties

iP110 series
Online handleiding
Lees dit eerst
Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat
Overzicht van de printer
Afdrukken
Problemen oplossen
Nederlands (Dutch)

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Canon iP110 Series

  • Pagina 1 Online handleiding Lees dit eerst Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Overzicht van de printer Afdrukken Problemen oplossen Nederlands (Dutch)
  • Pagina 2 Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt........
  • Pagina 3 Een computer of smartphone direct met een printer verbinden via een draadloos LAN (toegangspuntmodus)........... . . 88 De printerinstelling wijzigen om draadloos LAN te gebruiken via een draadloze WAN-router .
  • Pagina 4 Onderhoud............139 Vage afdrukken of onjuiste kleuren.
  • Pagina 5 Scherm Canon IJ Network Tool........
  • Pagina 6 De kaartsleuf gebruiken via een netwerk..........250 Als het printerstuurprogramma niet is gekoppeld aan een poort.
  • Pagina 7 Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld........
  • Pagina 8 Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen........419 Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen.
  • Pagina 9 Lijnen worden verkeerd afgedrukt..........467 Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt.
  • Pagina 10 1411..............519 1600.
  • Pagina 11 6933..............553 6940.
  • Pagina 12 ´deze handleiding´ genaamd), deels of geheel te reproduceren, af te leiden of te kopiëren. • In principe kan Canon de inhoud van deze handleiding wijzigen of verwijderen zonder voorafgaande kennisgeving aan de klanten. Daarnaast kan Canon de publicatie van deze handleiding worden uitgesteld of gestopt vanwege dwingende redenen.
  • Pagina 13 3. Schakel het selectievakje Achtergrond afdrukken (kleuren en afbeeldingen) (Print Background (colors & images)) bij Opmaak en opties (Format & Options) in. • In Google Chrome (Chrome-menu) > Afdrukken... (Print...). 1. Selecteer 2. Schakel het selectievakje Achtergrondkleuren en afbeeldingen (Background colors & images) bij Opties (Options) in.
  • Pagina 14 Gebruik van de online handleiding Symbolen in dit document Waarschuwing Instructies die u moet volgen om te voorkomen dat er als gevolg van een onjuiste bediening van het apparaat gevaarlijke situaties ontstaan die mogelijk tot ernstig lichamelijk letsel of zelfs de dood kunnen leiden.
  • Pagina 15 • Photo Rag is een handelsmerk van Hahnemühle FineArt GmbH. • Bluetooth is een handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc., V.S. en gebruiksrecht van dit product is verleend aan Canon Inc.. Opmerking • De officiële naam van Windows Vista is Microsoft Windows Vista-besturingssysteem.
  • Pagina 16 http://www.apache.org/licenses/ TERMS AND CONDITIONS FOR USE, REPRODUCTION, AND DISTRIBUTION 1. Definitions. "License" shall mean the terms and conditions for use, reproduction, and distribution as defined by Sections 1 through 9 of this document. "Licensor" shall mean the copyright owner or entity authorized by the copyright owner that is granting the License.
  • Pagina 17 otherwise transfer the Work, where such license applies only to those patent claims licensable by such Contributor that are necessarily infringed by their Contribution(s) alone or by combination of their Contribution(s) with the Work to which such Contribution(s) was submitted. If You institute patent litigation against any entity (including a cross-claim or counterclaim in a lawsuit) alleging that the Work or a Contribution incorporated within the Work constitutes direct or contributory patent infringement, then any patent licenses granted to You under this License for that Work shall terminate...
  • Pagina 18 License or out of the use or inability to use the Work (including but not limited to damages for loss of goodwill, work stoppage, computer failure or malfunction, or any and all other commercial damages or losses), even if such Contributor has been advised of the possibility of such damages. 9.
  • Pagina 19 Typ trefwoorden in het zoekvenster en klik op (Zoeken). U kunt zoeken naar doelpagina's in deze handleiding. Zoektips U kunt in het zoekvenster trefwoorden invoeren om te zoeken naar doelpagina's. Opmerking • Het weergegeven scherm kan verschillen. • Als u vanaf deze pagina of vanaf de Startpagina zoekt zonder de modelnaam van uw product of de naam van uw toepassing in te voeren, worden alle producten doorzocht die door deze handleiding worden ondersteund.
  • Pagina 20 Opmerking • Het weergegeven scherm hangt af van uw product. • Zoeken naar toepassingsfuncties Voer de naam van uw toepassing in plus een trefwoord voor de functie waarover u informatie zoekt Voorbeeld: als u wilt weten hoe u collages kunt afdrukken met My Image Garden Voer in het zoekvenster "My Image Garden collage"...
  • Pagina 21 Opmerkingen bij toelichtingen van bewerkingen In deze handleiding worden de meeste bewerkingen beschreven aan de hand van vensters die worden weergegeven wanneer het Windows 8.1 operating system (hierna Windows 8.1 genoemd) of het Windows 8 operating system (hierna Windows 8 genoemd) wordt gebruikt.
  • Pagina 22 Nuttige functies die beschikbaar zijn op het apparaat Met gemak draadloos verbinden in de 'toegangspuntmodus' Eenvoudig foto's afdrukken met My Image Garden Items afdrukken met Easy-PhotoPrint+ (webtoepassing) Verbindingsmethoden die beschikbaar zijn op het apparaat Kennisgeving over het afdrukken met een webservice PIXMA Cloud Link gebruiken Afdrukken met Google Cloud Print Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat...
  • Pagina 23 Met gemak draadloos verbinden in de 'toegangspuntmodus' De printer ondersteunt de 'toegangspuntmodus'. In deze modus kunt u draadloos verbinding maken met de printer vanaf een computer of smartphone, zelfs in een omgeving zonder toegangspunt of draadloze LAN- router. Schakel via eenvoudige stappen naar de 'toegangspuntmodus' om draadloos te kunnen afdrukken. Als u de printer met de toegangspuntmodus wilt gebruiken, moet u eerst de toegangspuntnaam van de printer en de beveiligingsinstelling opgeven.
  • Pagina 24 Eenvoudig foto's afdrukken met My Image Garden Eenvoudig afbeeldingen ordenen In My Image Garden kunt u de namen van personen en gebeurtenissen bij foto's opslaan. U kunt foto's eenvoudig ordenen, omdat u deze niet alleen per map kunt weergeven, maar ook per agenda, gebeurtenis en persoon.
  • Pagina 25 Automatisch foto's plaatsen U kunt eenvoudig schitterende items maken, omdat de geselecteerde foto's automatisch op thema worden geplaatst. Diverse andere functies My Image Garden biedt een groot aantal andere nuttige functies. Raadpleeg 'De mogelijkheden van My Image Garden' voor meer informatie.
  • Pagina 26 Items afdrukken met Easy-PhotoPrint+ (webtoepassing) U kunt altijd en overal eenvoudig persoonlijke items, zoals agenda's en collages, maken en afdrukken door vanaf een computer of tablet Easy-PhotoPrint+ op internet te openen. Met Easy-PhotoPrint+ kunt u in de allernieuwste omgeving en zonder iets te moeten installeren items maken.
  • Pagina 27 Verbindingsmethoden die beschikbaar zijn op het apparaat De volgende verbindingsmethoden zijn beschikbaar op het apparaat. Draadloze verbinding Met toegangspunt Zonder toegangspunt USB-verbinding Draadloze verbinding Er zijn twee methoden om de printer met uw apparaat (zoals een smartphone) te verbinden. Met de ene methode verbindt u uw apparaat via een toegangspunt, met de andere methode verbindt u uw apparaat zonder een toegangspunt.
  • Pagina 28 Verbinding zonder toegangspunt • Verbind de printer en een apparaat zonder een toegangspunt. Verbind een apparaat en de printer rechtstreeks via de toegangspuntmodusfunctie van de printer. • Als u in de toegangspuntmodus een verbinding tot stand brengt, is het mogelijk dat de internetverbinding niet beschikbaar is.
  • Pagina 29 Verbinding zonder toegangspunt (Windows XP) Beperkingen (Wordt weergegeven in een nieuw venster) 1. Houd de Wi-Fi-knop (A) op de printer ingedrukt totdat het AAN/UIT (POWER)-lampje (B) 3 keer knippert en laat vervolgens de Wi-Fi-knop los nadat het lampje driemaal heeft geknipperd.
  • Pagina 30 5. Voer de netwerksleutel in en klik daarna op Verbinden (Connect). 6. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, klikt u op Terug (Back) tot onderstaand scherm verschijnt. Ga door met het instellen.
  • Pagina 31 Beperkingen Als u een ander apparaat verbindt terwijl een apparaat (zoals een smartphone) al met de printer verbonden is, sluit het apparaat dan met dezelfde verbindingsmethode aan als waarmee u het verbonden apparaat hebt verbonden. Als u een andere verbindingsmethode gebruikt, wordt de verbinding met het in gebruik zijnde apparaat uitgeschakeld.
  • Pagina 32 • U kunt niet een verbinding met een toegangspunt hebben terwijl de printer tegelijkertijd in de toegangspuntmodus staat. Als u een toegangspunt hebt, wordt aanbevolen het toegangspunt te gebruiken om een verbinding met de printer tot stand te brengen. • Om te voorkomen dat uw apparaat automatisch met de printer, die in de toegangspuntmodus staat, verbonden wordt, wijzigt u de verbindingsmodus nadat u de printer gebruikt hebt, of configureert u de Wi-Fi-instellingen van uw apparaat zodanig in dat het apparaat niet automatisch een verbinding met de printer maakt.
  • Pagina 33 Canon is niet verantwoordelijk voor eventuele schade die uit dergelijke acties voortvloeit. • In geen enkel geval is Canon aansprakelijk voor schade die het gevolg is van het gebruik van de webservices, in welke vorm dan ook.
  • Pagina 34 • Het is onwettig om auteursrechtelijk beschermd werk van anderen te reproduceren of te bewerken zonder toestemming van de houder van het auteursrecht, behalve voor persoonlijk gebruik, gebruik binnenshuis of ander gebruik binnen het beperkte bereik dat wordt gespecificeerd in het auteursrecht. Bovenden kan het reproduceren of bewerken van foto's van mensen inbreuk maken op openbaarmakingsrechten.
  • Pagina 35 PIXMA Cloud Link gebruiken Als u PIXMA Cloud Link gebruikt, kunt u uw printer verbinden met een cloudservice, zoals CANON iMAGE GATEWAY, Evernote of Twitter, en de volgende functies van uw printer of de webbrowser gebruiken op uw smartphone, tablet of computer.
  • Pagina 36 PIXMA Cloud Link gebruiken vanaf uw smartphone, tablet of computer Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt Voorbereidingen voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Een printer toevoegen Problemen met Canon Inkjet Cloud Printing Center oplossen...
  • Pagina 37 Voordat u Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruikt Canon Inkjet Cloud Printing Center is een service die is gekoppeld aan de cloudfunctie van de printer en die u de mogelijkheid biedt bewerkingen uit te voeren zoals apps registreren en beheren vanaf uw smartphone of tablet en de afdrukstatus, afdrukfouten en inktstatus van de printer controleren.
  • Pagina 38 Mac OS X v10.6-OS X Mavericks v10.9 Safari 5.1, 6, 7 * Als u Internet Explorer 8 gebruikt, worden de webpagina's mogelijk niet correct weergegeven. Canon beveelt aan een upgrade uit te voeren naar Internet Explorer 9 of hoger of een andere browser te gebruiken.
  • Pagina 39 • In een interne netwerkomgeving moet poort 5222 worden vrijgegeven. Neem voor instructies contact op met de netwerkbeheerder.
  • Pagina 40 Voorbereidingen voor het gebruik van Canon Inkjet Cloud Printing Center Als u Canon Inkjet Cloud Printing Center wilt gebruiken, moet u de onderstaande stappen opvolgen en de gebruikersgegevens registreren. 1. Controleer of de printer is verbonden met internet Belangrijk • Als u deze functie wilt gebruiken, moet de printer zijn verbonden met internet.
  • Pagina 41 Er wordt geen fout weergegeven als u de e-mail niet kunt ontvangen vanwege de instelling van het spamfilter of als u een onjuist e-mailadres hebt ingevoerd. 7. Wanneer een e-mail met het onderwerp 'Informatie over Canon Inkjet Cloud Printing Center' naar het opgegeven e-mailadres is verzonden, selecteert u de URL 8.
  • Pagina 42 9. Geef uw Wachtwoord (Password) op in het invoerscherm voor gebruikersgegevens en selecteer Volgende (Next) Voer het wachtwoord voor aanmelding bij Canon Inkjet Cloud Printing Center in.
  • Pagina 43 Belangrijk • De onderstaande beperkingen gelden voor het Wachtwoord (Password). • Het wachtwoord moet tussen 8 en 32 tekens lang zijn en bestaan uit enkel-byte tekens en symbolen (!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|}~). (Letters zijn hoofdlettergevoelig.) 10. Geef de Gebruikersnaam (User name) op Voer de naam in die de gebruiker identificeert. Belangrijk •...
  • Pagina 44 11. Stel de Tijdzone (Time zone) in en selecteer Volgende (Next) Selecteer uw regio in de lijst. Als uw regio niet in de lijst staat, selecteert u de regio die het dichtst bij uw regio ligt. Zomertijd toepassen (Apply daylight saving time) Dit wordt alleen weergegeven als de zomertijd wordt gebruikt in de geselecteerde Tijdzone (Time zone).
  • Pagina 45 De registratie is voltooid. Er wordt een bericht weergegeven dat de registratie is voltooid. Wanneer u de knop OK selecteert in het bericht, wordt het aanmeldingsscherm weergegeven. Voer het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord in en meld u aan bij Canon Inkjet Cloud Printing Center. Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken...
  • Pagina 46 Het venster Canon Inkjet Cloud Printing Center In dit gedeelte worden de schermen van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven die worden weergegeven op een smartphone, tablet of computer. Beschrijving van het aanmeldingsscherm Beschrijving van het hoofdscherm Beschrijving van het aanmeldingsscherm In dit gedeelte wordt het aanmeldingsscherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center beschreven.
  • Pagina 47 Hier wordt een beschrijving van deze service weergegeven. Beschrijving van het hoofdscherm Wanneer u zich aanmeldt bij Canon Inkjet Cloud Printing Center, wordt het hoofdscherm weergegeven. Bij deze service verschillen de functies die beschikbaar zijn voor een Standaardgebr. (Standard user) van de printer van de functies die beschikbaar zijn voor de Beheerder (Administrator) van de printer.
  • Pagina 48 Voor algemene gebruikers verschijnt het scherm Printer selecteren (Select printer). Scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) Vanuit het scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) kunt u de printergegevens die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center controleren* en bijwerken*,...
  • Pagina 49 Wanneer u het eigendom van de printer overgeeft, selecteert u De gegevens wissen die op de printer zijn opgeslagen (Clear the information saved on the printer). • Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. Opmerking...
  • Pagina 50 Scherm Gebruikers beheren (Manage users) Vanuit het scherm Gebruikers beheren (Manage users) kunt u de gebruikersgegevens controleren die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center, gebruikers verwijderen, gebruikers toevoegen de instellingen voor Beheerder (Administrator) en Standaardgebr. (Standard user) wijzigen.
  • Pagina 51 • Sorteren (Sort) Hiermee geeft u het scherm weer waarin u geregistreerde apps kunt sorteren. U kunt de knoppen gebruiken om de volgorde van de apps te wijzigen. Wanneer u klaar bent met sorteren, drukt u op de knop Gereed (Done) om de volgorde te bevestigen. •...
  • Pagina 52 U kunt het geregistreerde e-mailadres en wachtwoord, de taal, de tijdzone en andere instellingen wijzigen. • Help/jurid. kennis. (Help/legal notices)* De beschrijving van het scherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center en verschillende herinneringen worden weergegeven. • Afmelden (Log out)* Hiermee opent u het afmeldingsscherm van Canon Inkjet Cloud Printing Center.
  • Pagina 53 In het scherm Geregistreerd (Registered) worden geregistreerde apps weergegeven. U kunt de informatie over deze apps controleren of de registratie ervan ongedaan maken. In het scherm Apps zoeken (Search apps) worden de apps die u kunt registreren met Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven op categorie.
  • Pagina 54 • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. Eigenschapp. (Properties)* •...
  • Pagina 55 Als u een pc gebruikt Knop Printer beh. (Mng. printer) (Printer selecteren (Select printer)) Knop Gebruikers beheren (Manage users) Gebied met printernaam Menugebied Gebied met meldingen Informatiegebied Gebied met algemene navigatie Weergavegebied (1) Knop Printer beh. (Mng. printer) (Printer selecteren (Select printer)) Wanneer u de knop Printer beh.
  • Pagina 56 Vanuit het scherm Printer beh. (Mng. printer) (scherm Printer selecteren (Select printer)) kunt u de printergegevens die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center controleren* en bijwerken*, printernamen wijzigen, printers verwijderen, printers toevoegen apps kopiëren. • De printergegevens controleren* De geregistreerde printernaam wordt weergegeven.
  • Pagina 57 Wanneer u het eigendom van de printer overgeeft, selecteert u De gegevens wissen die op de printer zijn opgeslagen (Clear the information saved on the printer). • Printers toevoegen Selecteer deze knop om printers toe te voegen die worden gebruikt in Canon Inkjet Cloud Printing Center. Opmerking •...
  • Pagina 58 Vanuit het scherm Gebruikers beheren (Manage users) kunt u de gebruikersgegevens controleren die zijn geregistreerd in Canon Inkjet Cloud Printing Center, gebruikers verwijderen, gebruikers toevoegen de instellingen voor Beheerder (Administrator) en Standaardgebr. (Standard user) wijzigen. • Een gebruiker verwijderen Schakel het selectievakje in van de gebruiker die u wilt verwijderen en selecteer Verwijderen (Delete).
  • Pagina 59 In het scherm Geregistreerd (Registered) worden geregistreerde apps weergegeven. U kunt de informatie over deze apps controleren of de registratie ervan ongedaan maken. In het scherm Apps zoeken (Search apps) worden de apps die u kunt registreren met Canon Inkjet Cloud Printing Center weergegeven op categorie.
  • Pagina 60 • Beschrijving van de weergegeven pictogrammen : Kan niet worden gebruikt omdat de app nog niet is uitgebracht, niet beschikbaar is in uw regio of uw model niet ondersteunt. : Kan alleen worden gebruikt met originele Canon-inkt. • Eigenschapp. (Properties)* In dit scherm wordt de status van de momenteel geselecteerde printer weergegeven.
  • Pagina 61 (5) Gebied met meldingen Hier wordt laatste melding weergegeven. Hier wordt niets weergegeven als er geen melding is. Wanneer u Meldingenlijst (Notice list) selecteert, kunt u maximaal 40 items weergeven. (6) Informatiegebied Hier worden andere gegevens weergegeven, zoals de privacyverklaring en licentiegegevens van andere bedrijven.
  • Pagina 63 Canon Inkjet Cloud Printing Center gebruiken Nadat de gebruikersregistratie is voltooid, kunt u zich aanmelden bij Canon Inkjet Cloud Printing Center en de service gebruiken. 1. Ga vanaf uw pc, smartphone of tablet naar de aanmeldings-URL van de service (http://cs.c- ij.com/)
  • Pagina 64 Afdrukprocedure In dit gedeelte de beschreven hoe u foto's afdrukt, waarbij CANON iMAGE GATEWAY als voorbeeld wordt gebruik. Belangrijk • De beschikbare functies hangen af van de app. • De afdrukprocedure hangt af van de app. • U moet van tevoren een account aanmaken en foto- en andere gegevens registreren.
  • Pagina 65 4. Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken in de weergegeven lijst met afbeeldingen en selecteer daarna Volgende (Next) 5. Selecteer de benodigde afdrukinstellingen en selecteer daarna Afdrukken (Print)
  • Pagina 66 6. Er wordt een bericht over het voltooien van de afdruktaak weergegeven en het afdrukken begint Als u het afdrukken wilt vervolgen, selecteert u Doorgaan (Continue) en voert u de bewerking uit vanaf stap 3. U beëindigt het afdrukken door Apps te selecteren. De lijst met apps wordt opnieuw weergegeven. Belangrijk •...
  • Pagina 67 Een printer toevoegen Met één account kunt u de services van Canon Inkjet Cloud Printing Center op meerdere printers gebruiken. De procedure voor het toevoegen van een printer is als volgt: 1. Controleer of de printer is verbonden met internet Belangrijk •...
  • Pagina 68 -> IJ Cloud Printing Center instellen (IJ Cloud Printing Center setup) -> Verwijderen van deze service (Delete from this service) om de serviceregistratie te verwijderen. Nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, voert u de registratie van Canon Inkjet Cloud Printing Center uit vanaf het begin.
  • Pagina 69 -> IJ Cloud Printing Center instellen (IJ Cloud Printing Center setup) -> Verwijderen van deze service (Delete from this service) om de serviceregistratie te verwijderen. Nadat u de printer opnieuw hebt ingesteld, voert u de registratie van Canon Inkjet Cloud Printing Center uit vanaf het begin.
  • Pagina 70 Afdrukken met Google Cloud Print De printer is compatibel met Google Cloud Print™ (Google Cloud Print is een service die wordt aangeboden door Google Inc.). Met Google Cloud Print kunt u vanaf elke locatie afdrukken met toepassingen of services die Google Cloud Print ondersteunen.
  • Pagina 71 Afdrukken met Google Cloud Print voorbereiden Als u wilt afdrukken met Google Cloud Print, hebt u een Google-account nodig en moet u de printer eerst registreren bij Google Cloud Print. Een Google-account maken Als u al een Google-account hebt, moet u de printer registreren. De printer registreren bij Google Cloud Print Een Google-account maken Zorg eerst dat u een Google-account hebt, zodat u de printer kunt registreren bij Google Cloud Print.
  • Pagina 72 • Nadat u de firmware hebt bijgewerkt, moet u de printer opnieuw registreren, ook al was deze al geregistreerd. • Wanneer u een printer registreert, moet de printer zijn verbonden met het LAN en moet het LAN verbinding hebben met internet. Houd er rekening mee dat alle kosten van de internetverbinding voor rekening van de klant zijn.
  • Pagina 73 5. Selecteer de weergavetaal in de afdrukinstellingen van Google Cloud Print en selecteer daarna Verificatie (Authentication) 6. Wanneer het bericht over voltooiing van de registratie wordt weergegeven, selecteert u De printer verwijderen uit Google Cloud Print Als u de eigenaar van de printer wilt wijzigen of de printer opnieuw wilt registreren, verwijdert u eerst de printer uit Google Cloud Print.
  • Pagina 74 4. Wanneer het bevestigingsbericht over het verwijderen van de printer wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes)
  • Pagina 75 Afdrukken vanaf een computer of smartphone met Google Cloud Print Wanneer u afdrukgegevens verzendt met Google Cloud Print, ontvangt de printer deze gegevens en worden ze automatisch afgedrukt als de printer is ingeschakeld. Wanneer u afdrukt vanaf een smartphone, tablet, computer of ander apparaat met behulp van Google Cloud Print, moet u van tevoren papier plaatsen in de printer.
  • Pagina 76 • Als u een ander mediumtype dan normaal papier selecteert of als u een ander papierformaat dan A4/Letter/B5/A5 selecteert, worden de afdrukgegevens enkelzijdig afgedrukt, ook al hebt u dubbelzijdig afdrukken geselecteerd. (* Het papierformaat hangt af van het model van uw printer. Voor informatie over ondersteunde papierformaten gaat u naar de startpagina van de Online handleiding en raadpleegt u 'Automatisch dubbelzijdig afdrukken mislukt' voor uw model.) •...
  • Pagina 77 Afdrukken vanaf een AirPrint-compatibel apparaat In dit document wordt uitgelegd hoe u met AirPrint draadloos afdrukt vanaf uw iPad, iPhone of iPod touch op een Canon-printer. Met AirPrint kunt u rechtstreeks vanaf uw Apple-apparaat foto's, e-mails, webpagina's en documenten met uw printer afdrukken, zonder een stuurprogramma te hoeven installeren.
  • Pagina 78 3. Raak in het optiemenu Afdrukken (Print) aan. 4. Selecteer in de Printeropties (Printer Options) het model dat u gebruikt. Belangrijk • Niet alle apps ondersteunen AirPrint. Hierdoor wordt Printeropties (Printer Options) mogelijk niet weergegeven. Kunt u vanuit een bepaalde app de printeropties niet gebruiken, dan kunt u vanuit die app niet afdrukken.
  • Pagina 79 5. Wanneer u een bestandsindeling met meerdere pagina's afdrukt, zoals een PDF- bestand, klikt u op Bereik (Range) en vervolgens op Alle pagina's (All Pages) of selecteert u het af te drukken paginabereik. 6. Klik voor 1 kopie (1 Copy) op + of - om het aantal vereiste kopieën in te stellen. 7.
  • Pagina 80 Een afdruktaak verwijderen Afdruktaken kunnen met AirPrint op de volgende twee manieren worden verwijderd: • Vanaf de printer: als uw printer een LCD-monitor heeft, gebruikt u het bedieningspaneel om de afdruktaak te annuleren. Als uw printer geen LCD-monitor heeft, drukt u op de knop Stoppen (Stop) op de printer om de afdruktaak te annuleren.
  • Pagina 81 Kan het document niet worden afgedrukt, raadpleeg dan de Online handleiding voor uw model. Opmerking • Nadat u de printer hebt aangezet, kan het enkele minuten duren voordat de printer via een draadloze LAN-verbinding kan communiceren. Controleer of de printer met het draadloze LAN is verbonden en probeer vervolgens af te drukken.
  • Pagina 82 Afdrukken vanuit Android De Canon-afdrukplug-in gebruiken Canon Print Service is een afdrukplug-in voor Android 4.4 die gratis beschikbaar is op Google Play. Als u de plug-in installeert en activeert, kunt u uw Android-smartphone of -tablet gebruiken om draadloos af te drukken op een Canon-printer.
  • Pagina 83 U kunt uw smartphone, tablet of computer gebruiken om de Prtrstatus (Printer status) te controleren en nuttige functies uit te voeren vanuit apps zoals Canon Inkjet Print Utility en PIXMA Printing Solutions. U kunt ook de handige webservices van Canon gebruiken.
  • Pagina 84 Prtrstatus (Printer status) Deze functie geeft printergegevens weer, zoals de resterende hoeveelheid inkt, de status en gedetailleerde foutgegevens. U kunt ook naar een site gaan waar u inkt kunt kopen of naar een ondersteuningspagina en webservices gebruiken. Hulpprogramma's (Utilities) Met deze functie kunt u de handige functies van de printer, zoals reiniging, instellen en uitvoeren. AirPrint-inst.
  • Pagina 85 Eenvoudig afdrukken vanaf een smartphone of tablet met PIXMA Printing Solutions Gebruik PIXMA Printing Solutions om foto's die u op een smartphone of tablet hebt opgeslagen eenvoudig draadloos af te drukken. U kunt PIXMA Printing Solutions downloaden via de App Store en Google Play.
  • Pagina 86 Voor informatie over verbinding met het netwerk raadpleegt u de configuratie-URL (http://www.canon.com/ ijsetup) voor gebruik van dit product vanaf uw computer, smartphone of tablet. Nadat de verbinding is voltooid, wordt de Canon Inkjet Print Utility-software waarmee u gedetailleerde afdrukinstellingen kunt selecteren, automatisch gedownload.
  • Pagina 87 De verbindingsmethode tussen het apparaat en een computer/ smartphone wijzigen Een computer of smartphone direct met een printer verbinden via een draadloos LAN (toegangspuntmodus) De printerinstelling wijzigen om draadloos LAN te gebruiken via een draadloze WAN-router Verbinden met USB Sluit de printer met een USB-kabel op een computer aan. Bereid een USB kabel voor.
  • Pagina 88 Een computer of smartphone direct met een printer verbinden via een draadloos LAN (toegangspuntmodus) De printer beschikt over een functie om een computer of smartphone te verbinden met de printer via een draadloos LAN, waardoor u afdruktaken kunt uitvoeren. Volg de onderstaande procedure om deze functie te gebruiken.
  • Pagina 89 • Voordat u een computer met de printer verbindt en gaat afdrukken met behulp van de onderstaande methode, moet u de installatie voor een draadloos LAN (via een draadloze router) voltooien met de installatie-cd-rom of vanaf onze website (canon.com/ijsetup). 1. Schakel draadloze communicatie op uw computer of smartphone in.
  • Pagina 90 De verbinding is voltooid. Een afdruktaak uitvoeren Begin met afdrukken vanaf het verbonden apparaat.
  • Pagina 91 De printerinstelling wijzigen om draadloos LAN te gebruiken via een draadloze WAN-router Volg de onderstaande procedure om de printerinstelling te wijzigen om draadloos LAN te gebruiken via een draadloze WAN-router. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Houd de knop Wi-Fi ingedrukt en laat deze los nadat het AAN/UIT (POWER)-lampje 4 maal heeft geknipperd.
  • Pagina 92 Overzicht van de printer Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van de printer Papier plaatsen Papier plaatsen Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren vanaf uw computer De inktstatus controleren Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer...
  • Pagina 93 Accessoires Specificaties...
  • Pagina 94 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Informatie over regelgeving en veiligheid...
  • Pagina 95 Veiligheidsvoorschriften Een locatie kiezen • Installeer het apparaat op een stabiele plaats die vrij van trillingen is. • Installeer het apparaat niet op een plaats die zeer vochtig of stoffig is en niet in direct zonlicht, buitenshuis of dicht bij een warmtebron. U kunt het risico van brand of elektrische schokken beperken door het apparaat te gebruiken volgens de werkingsomgeving die staat aangegeven in de Online handleiding.
  • Pagina 96 • Gooi inkttanks en FINE-cartridges nooit in het vuur. • Probeer de printkop, inkttanks en FINE-cartridges niet uit elkaar te halen of te wijzigen. Universele AC-adapter • Als u de universele AC-adapter inpakt voor vervoer of opslag, draai het snoer dan nooit om de universele AC-adapter heen om te voorkomen dat het snoer splijt of loslaat van de AC-adapter en kortsluiting veroorzaakt.
  • Pagina 97 Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon- europe.com/weee, of www.canon-europe.com/battery.
  • Pagina 98 ® Products which meet the stringent requirements of the Energy Star programme for both environmental ® benefits and the amount of energy consumption will carry the Energy Star logo accordingly. Paper types This product can be used to print on both recycled and virgin paper (certified to an environmental stewardship scheme), which complies with EN12281 or a similar quality standard.
  • Pagina 99 Hoofdonderdelen en basishandelingen Hoofdonderdelen Informatie over de stroomvoorziening van de printer...
  • Pagina 100 Hoofdonderdelen Vooraanzicht Achteraanzicht Zijaanzicht Binnenaanzicht...
  • Pagina 101 Vooraanzicht (1) klepje over printkop Open de bovenklep als u een inkttank wilt vervangen of vastgelopen papier wilt verwijderen uit de printer. (2) papiergeleider Schuif de geleiders tegen de linkerzijde van de stapel papier aan. (3) papiersteun Trek deze volledig uit ter ondersteuning van papier dat in de achterste lade is geplaatst. (4) klep van achterste lade Open de klep om papier in de achterste lade te plaatsen.
  • Pagina 102 * In de bovenstaande afbeelding branden alle lampjes ter illustratie. (8) Knop AAN (ON) Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De printer in- en uitschakelen (9) AAN/UIT (POWER)-lampje Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet. Opmerking •...
  • Pagina 103 Knippert: Bezig met afdrukken via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook tijdens de configuratie van een draadloze LAN-verbinding.
  • Pagina 104 Achteraanzicht (1) batterijaansluiting Hier sluit u de accu aan. Raadpleeg de handleiding van de accu voor informatie over het aansluiten en gebruiken van de accu. (2) klep over batterijaansluiting Dekt de batterijaansluiting af. Als de accu niet in de aansluiting is geplaatst, gebruikt u deze klep om de batterijaansluiting te beschermen.
  • Pagina 105 Zijaanzicht (1) aansluiting voor netspanningsadapter Sluit hier de meegeleverde universele netspanningsadapter aan. (2) USB-poort Sluit hier de USB-kabel aan om de printer op een computer aan te sluiten. Belangrijk • Raak het metalen omhulsel niet aan. • De USB-kabel mag niet worden losgekoppeld of aangesloten terwijl de printer bezig is met afdrukken.
  • Pagina 106 Binnenaanzicht (1) inktlampjes Deze lampjes branden of knipperen om de status van de inkttank aan te geven. De inktstatus controleren met de inktlampjes (2) printkophouder Installeer hier de printkop. (3) printkopvergrendeling Hiermee vergrendelt u de printkop. Belangrijk • Trek deze vergrendeling niet omhoog nadat de printkop is geplaatst. •...
  • Pagina 107 Opmerking • Zie Een inkttank vervangen voor informatie over het vervangen van een inkttank.
  • Pagina 108 Informatie over de stroomvoorziening van de printer Controleer of de printer is ingeschakeld De printer in- en uitschakelen Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer...
  • Pagina 109 Controleer of de printer is ingeschakeld Het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt wanneer de printer is ingeschakeld. Opmerking • Het kan enige tijd duren voordat de printer met afdrukken begint nadat u de printer hebt ingeschakeld.
  • Pagina 110 De printer in- en uitschakelen De printer inschakelen 1. Open de klep van de achterste lade. De klep van papieruitvoersleuf wordt automatisch geopend. 2. Druk op de knop AAN (ON) om de printer in te schakelen. Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft branden. Controleer of de printer is ingeschakeld Opmerking •...
  • Pagina 111 Belangrijk • Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u de printer hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. • Als u de printer rechtop zet of de printer vervoert voordat het AAN/UIT (POWER)-lampje uitgaat, kan dit ertoe leiden dat er inkt lekt of dat de printer beschadigd raakt. Opmerking •...
  • Pagina 112 Kennisgeving over de stekker/het netsnoer Koppel het netsnoer eenmaal per maand los om te controleren of geen van de onderstaande onregelmatigheden zich voordoet bij de stekker of het netsnoer. • De stekker/het netsnoer is heet. • De stekker/het netsnoer is roestig. •...
  • Pagina 113 Kennisgeving over het loskoppelen van het netsnoer Volg de onderstaande procedure om de stekker uit het stopcontact te trekken. Belangrijk • Wanneer u het netsnoer loskoppelt, drukt u op de knop AAN (ON) en controleert u daarna of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is. Als u de stekker uit het stopcontact trekt wanneer het AAN/UIT (POWER)-lampje nog brandt, kan de printkop uitdrogen of verstopt raken en kan de afdrukkwaliteit minder worden.
  • Pagina 114 Papier plaatsen Papier plaatsen...
  • Pagina 115 Papier plaatsen Normaal papier/fotopapier plaatsen Enveloppen plaatsen Mediumtypen die u kunt gebruiken Mediumtypen die u niet kunt gebruiken Afdrukgebied...
  • Pagina 116 • Als u normaal papier voor een proefafdruk uitknipt tot bijvoorbeeld 10 x 15 cm (4 x 6 inch) of 13 x 18 cm (5 x 7 inch), kan het papier vastlopen. Opmerking • Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's. Raadpleeg Mediumtypen die u kunt gebruiken voor meer informatie over origineel Canon-papier.
  • Pagina 117 4. Schuif de papiergeleider (C) naar links en plaats het papier tegen de rechterkant (D) van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. 5. Verschuif de papiergeleider (C) om deze uit te lijnen met de papierstapel. Schuif de papiergeleider niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.
  • Pagina 118 Opmerking • Als papier een afdrukzijde (voor- of achterzijde) heeft, zoals fotopapier, plaatst u dit met de wittere (of glanzende) zijde naar u toe gericht. • Zorg dat de papierstapel lager is dan de tab (G) van de papiergeleider. 6. Schuif de hendel voor papierdikte (H) naar rechts. Opmerking •...
  • Pagina 119 Enveloppen plaatsen U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen plaatsen. Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals opgegeven in het printerstuurprogramma. Belangrijk • Het afdrukken van enveloppen vanaf een digitale camera wordt niet ondersteund. •...
  • Pagina 120 4. Schuif de papiergeleider (C) naar links en plaats de enveloppen tegen de rechterkant (D) van de achterste lade MET DE AFDRUKZIJDE NAAR U TOE GERICHT. De gevouwen klep van de envelop is omhoog gericht en bevindt zich aan de linkerzijde. Er kunnen maximaal 10 enveloppen tegelijk worden geplaatst.
  • Pagina 121 F: Adreszijde Opmerking • Zorg dat de stapel enveloppen lager is dan de tab (G) van de papiergeleider. 6. Schuif de hendel voor papierdikte (H) naar links. Opmerking • Schuif de hendel voor papierdikte weer naar rechts als u klaar bent met afdrukken. Opmerking •...
  • Pagina 122 Mediumtypen die u kunt gebruiken Kies voor het beste afdrukresultaat papier dat geschikt is om op af te drukken. Canon levert diverse papiersoorten waarmee u het plezier van afdrukken kunt vergroten, zoals stickers, en papiersoorten voor foto's of documenten. Het verdient aanbeveling belangrijke foto's af te drukken op origineel Canon-papier.
  • Pagina 123 • 64 tot 105 g /m (17 tot 28 lb) (gewoon papier, uitgezonderd papier van het merk Canon) Gebruik geen zwaarder of lichter papier (met uitzondering van origineel Canon-papier), aangezien het papier dan in de printer vast kan komen te zitten.
  • Pagina 124 Enveloppen 10 enveloppen Links 5 enveloppen Origineel Canon-papier Opmerking • Wij adviseren u het vorige afgedrukte vel uit de klep van papieruitvoersleuf te verwijderen voordat u verder gaat met afdrukken om vlekken en verkleuringen te voorkomen. Papier voor het afdrukken van foto's: Hendel voor Mediumnaam <Modelnummer>...
  • Pagina 125 • Papier dat te dun is (dat minder weegt dan 64 g /m (17 lb)) • Papier dat te dik is (gewoon papier, behalve papier van het merk Canon, dat meer weegt dan 105 g /m (28 lb)) • Papier dat dunner is dan een briefkaart, inclusief gewoon papier of papier van een notitieblok dat kleiner is gemaakt (wanneer u afdrukt op papier dat kleiner is dan A5) •...
  • Pagina 126 Afdrukgebied Afdrukgebied Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Letter, Legal Enveloppen...
  • Pagina 127 Voor de beste afdrukkwaliteit laat de printer een marge vrij aan alle zijden van het papier. Het eigenlijke afdrukgebied is het gebied binnen deze marges. Aanbevolen afdrukgebied : Canon raadt u aan binnen dit gebied af te drukken. Afdrukgebied : in dit gebied is afdrukken mogelijk. Als u hier afdrukt, kan de afdrukkwaliteit of de precisie van de papierinvoer echter afnemen.
  • Pagina 128 Andere formaten dan Letter, Legal, Enveloppen Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) 141,2 x 202,0 mm (5,56 x 7,95 inch) 203,2 x 289,0 mm (8,00 x 11,38 inch) 175,2 x 249,0 mm (6,90 x 9,80 inch) 10 x 15 cm (4 x 6 inch) 94,8 x 144,4 mm (3,73 x 5,69 inch) 13 x 18 cm (5 x 7 inch) 120,2 x 169,8 mm (4,73 x 6,69 inch)
  • Pagina 129 Letter, Legal Formaat Afdrukgebied (breedte x hoogte) Letter 203,2 x 271,4 mm (8,00 x 10,69 inch) Legal 203,2 x 347,6 mm (8,00 x 13,69 inch) Aanbevolen afdrukgebied A: 46,0 mm (1,81 inch) B: 35,0 mm (1,38 inch) Afdrukgebied C: 3,0 mm (0,12 inch) D: 5,0 mm (0,20 inch) E: 6,4 mm (0,25 inch) F: 6,3 mm (0,25 inch)
  • Pagina 130 Enveloppen Formaat Aanbevolen afdrukgebied (breedte x hoogte) DL-envelop 103,2 x 190,5 mm (4,06 x 7,50 inch) COM10-envelop 98,0 x 211,8 mm (3,85 x 8,34 inch) Aanbevolen afdrukgebied A: 3,0 mm (0,12 inch) B: 26,5 mm (1,04 inch) C: 3,4 mm (0,13 inch) D: 3,4 mm (0,13 inch)
  • Pagina 131 Een inkttank vervangen Een inkttank vervangen De inktstatus controleren...
  • Pagina 132 Een inkttank vervangen Wanneer de inkt opraakt of zich fouten voordoen, knippert het Alarm-lampje om u op de hoogte te brengen van het probleem. Tel het aantal malen dat het lampje knippert en neem de juiste maatregelen. Als er een fout optreedt Opmerking •...
  • Pagina 133 Let op • Houd de printkophouder niet vast om deze te stoppen of te verplaatsen. Raak de printkophouder niet aan voordat deze helemaal stilstaat. Belangrijk • Leg geen voorwerpen op het klepje over de printkop. Deze kunnen in de achterste lade vallen wanneer het klepje over de printkop wordt geopend en ertoe leiden dat de printer niet meer naar behoren werkt.
  • Pagina 134 Opmerking • Raak de printkopvergrendeling (B) niet aan. Als u de printkopvergrendeling omhoog trekt, vergrendelt u deze opnieuw. Binnenaanzicht • Verwijder beide inkttanks niet tegelijk. Vervang inkttanks een voor een als u beide inkttanks wilt vervangen. • Raadpleeg De inktstatus controleren met de inktlampjes voor meer informatie over de knippersnelheid van de inktlampjes.
  • Pagina 135 • Plaats beide inkttanks als u wilt afdrukken. De printer kan pas worden gebruikt als beide inkttanks zijn geïnstalleerd. • Als het voorste (binnenste) deel van de inkttank (F) omhoog steekt, duwt u dit omlaag op het Canon-logo op de inkttank. Verwijder de inkttank niet door kracht uit te oefenen.
  • Pagina 136 7. Sluit het klepje over de printkop. Opmerking • Als het Alarm-lampje nog steeds knippert nadat het klepje over de printkop is gesloten, voert u de vereiste stappen uit. Als er een fout optreedt • De printer reinigt de printkop automatisch zodra u begint met afdrukken nadat u de inkttank hebt vervangen.
  • Pagina 137 De inktstatus controleren De inktstatus controleren met de inktlampjes U kunt de inktstatus ook controleren op het computerscherm. De inktstatus controleren vanaf uw computer...
  • Pagina 138 De inktstatus controleren met de inktlampjes 1. Controleer of het apparaat aan staat. 2. Open het klepje over de printkop. Vervangingsprocedure 3. Controleer het inktlampje. Sluit het klepje over de printkop nadat u de status van de inktlampjes hebt gecontroleerd. Vervangingsprocedure •...
  • Pagina 139 Onderhoud Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De printer reinigen...
  • Pagina 140 Vage afdrukken of onjuiste kleuren Onderhoudsprocedure Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Controleraster voor de spuitopeningen bekijken De printkop reinigen De printkop uitlijnen...
  • Pagina 141 Onderhoudsprocedure Als de afdrukresultaten vaag zijn, kleuren niet correct worden afgedrukt of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten (bijvoorbeeld omdat lijnen niet evenwijdig worden afgedrukt), voert u de onderstaande onderhoudsprocedure uit. Belangrijk • Spoel de printkop en inkttank niet af en veeg ze niet schoon. Dit kan allerlei problemen met de printkop en inkttank veroorzaken.
  • Pagina 142 De Printkoppen reinigen vanaf de computer Opmerking • Als u de procedure tot en met stap 4 hebt uitgevoerd en het probleem niet is opgelost, schakelt u de printer uit en voert u de diepte-reiniging van de printkop 24 uur later nogmaals uit. Indien de fout zich blijft voordoen, is de printkop mogelijk beschadigd.
  • Pagina 143 Controleraster voor de spuitopeningen afdrukken Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopening van printkop wordt gespoten. Opmerking • Als de inkt bijna op is, wordt het controleraster niet goed afgedrukt. Vervang de inkttank die bijna leeg U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat...
  • Pagina 144 Controleraster voor de spuitopeningen bekijken Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop. 1. Controleer het raster A op ontbrekende lijnen en het raster B op de aanwezigheid van horizontale witte strepen. C: Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt Als er lijnen ontbreken in het raster A: De printkop reinigen voor de zwarte inkt is vereist.
  • Pagina 145 De printkop reinigen De printkop moet worden gereinigd als er in het afgedrukte controleraster voor de spuitopeningen lijnen ontbreken of horizontale witte strepen worden weergegeven. Door een reiniging uit te voeren worden de spuitopeningen vrij gemaakt en de toestand van de printkop hersteld. Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt.
  • Pagina 146 • Als het meegeleverde papier (Matglans Foto Papier MP-101) op is of als het aangegeven originele Canon-papier niet direct verkrijgbaar of voorhanden is, kunt u normaal papier gebruiken en de positie van de printkop handmatig uitlijnen vanaf een computer.
  • Pagina 147 Onderhoud uitvoeren vanaf een computer De Printkoppen reinigen vanaf de computer De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer De Printkop uitlijnen De positie van de Printkop uitlijnen vanaf de computer De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken De binnenkant van de printer reinigen...
  • Pagina 148 De Printkoppen reinigen vanaf de computer Met de functie voor het reinigen van de printkop kunt u verstopte spuitopeningen van de printkop weer vrijmaken. Reinig de printkoppen wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al is er genoeg inkt.
  • Pagina 149 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Klik op Diepte-reiniging (Deep Cleaning) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) Nadat u het dialoogvenster Diepte-reiniging (Deep Cleaning) hebt geopend, selecteert u de inktgroep die een diepte-reiniging moet ondergaan. Klik op Initiële controle-items (Initial Check Items) om de items te bekijken die u moet controleren voordat deze een diepte-reiniging ondergaan.
  • Pagina 150 De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer U kunt de papierinvoerrollen reinigen. U doet dit als er stukjes papier aan de papierinvoerrollen vastzitten en het papier niet goed wordt ingevoerd. De procedure voor het reinigen van de papierinvoerrol is als volgt: Reiniging rollen (Roller Cleaning) 1.
  • Pagina 151 De Printkop uitlijnen Wanneer u de positie van de printkop aanpast, worden fouten in de printkoppositie gecorrigeerd en foutieve kleuren en streepvorming verbeterd. Als het afdrukresultaat ongelijkmatig is vanwege verschoven lijnen of andere fouten, past u de positie van de printkop aan. Op deze printer kunt u de printkop automatisch handmatig...
  • Pagina 152 De positie van de Printkop uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Op deze printer worden twee methoden voor het uitlijnen van de printkop ondersteund: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
  • Pagina 153 De positie van de printkop handmatig uitlijnen vanaf de computer Bij het uitlijnen van de printkop worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Op deze printer worden twee methoden voor het uitlijnen van de printkop ondersteund: automatische uitlijning en handmatige uitlijning.
  • Pagina 154 8. Controleer het afgedrukte patroon Voer de nummers van de patronen met de minst zichtbare strepen in de bijbehorende vakken in. Als u klikt op de patronen met de minst zichtbare strepen in het voorbeeldvenster, worden de nummers automatisch in de bijbehorende vakken geplaatst. Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd.
  • Pagina 155 Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Duidelijkst zichtbare horizontale strepen 11.
  • Pagina 156 Klik op OK nadat u alle benodigde waarden hebt ingevoerd. Opmerking • Als het moeilijk is het beste raster te kiezen, kiest u de instelling waarbij de horizontale strepen het minst duidelijk zichtbaar zijn. (A) Minst duidelijk zichtbare horizontale strepen (B) Meest zichtbare horizontale strepen Opmerking •...
  • Pagina 157 De computer gebruiken om een controleraster voor de spuitopeningen af te drukken Met de functie voor controle van de spuitopeningen kunt u controleren of de printkop goed functioneert door een controleraster af te drukken. Druk een controleraster af wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt.
  • Pagina 158 De binnenkant van de printer reinigen Voer een reiniging van de onderste plaat uit voordat u dubbelzijdig afdrukt, om te voorkomen dat er vegen op de achterzijde van het papier ontstaan. Voer ook een reiniging van de onderste plaat uit als er inktvegen op een afdruk voorkomen die niet worden veroorzaakt door de afdrukgegevens.
  • Pagina 159 De printer reinigen De buitenkant van de printer reinigen De papierinvoerrol reinigen Het binnenste van de printer reinigen (Reiniging onderste plaat)
  • Pagina 160 De buitenkant van de printer reinigen Gebruik altijd een zachte en droge doek, bijvoorbeeld een brillendoekje, en veeg vuilresten voorzichtig van het oppervlak. Strijk eventuele kreukels in de doek zo nodig glad voordat u de doek gebruikt. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u de printer gaat reinigen.
  • Pagina 161 De papierinvoerrol reinigen Als de papierinvoerrol vuil is of als er papierstof op ligt, wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd. Reinig in dat geval de papierinvoerrol vanaf de computer. Als u de papierinvoerrol reinigt, slijt deze. Reinig de rol daarom alleen als dat nodig is. De papierinvoerrollen reinigen vanaf de computer Als het probleem niet is opgelost nadat u de papierinvoerrol vanaf de computer hebt gereinigd, zet u de printer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en veegt u de papierinvoerrol (A) rechts in de achterste lade...
  • Pagina 162 Het binnenste van de printer reinigen (Reiniging onderste plaat) Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van de printer. Als het binnenste van het printer vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.
  • Pagina 163 Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de onderste plaat nogmaals hebt gereinigd, zijn de uitstekende delen aan de binnenkant van het printer mogelijk vuil. Veeg inktresten op uitstekende delen weg met bijvoorbeeld een wattenstaafje. Belangrijk • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u de printer gaat reinigen.
  • Pagina 164 De printerinstellingen wijzigen Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen De printer met de toegangspuntmodus gebruiken De printerinstellingen initialiseren De draadloze LAN-functie van de printer uitschakelen Inktverbruik beheren instellen...
  • Pagina 165 Printerinstellingen vanaf de computer wijzigen Afdrukopties wijzigen Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren Inktverbruik beheren instellen De stroomvoorziening van de Printer beheren Het geluid van de Printer reduceren De bedieningsmodus van de Printer aanpassen...
  • Pagina 166 Afdrukopties wijzigen U kunt de gedetailleerde instellingen van het printerstuurprogramma wijzigen voor afdrukgegevens die worden verzonden vanuit een toepassing. Geef deze optie aan als u te maken hebt met afdrukproblemen, zoals een deel van beeldgegevens dat wordt afgesneden. De procedure voor het wijzigen van de afdrukopties is als volgt: 1.
  • Pagina 167 Een veelgebruikt afdrukprofiel registreren U kunt een veelgebruikt afdrukprofiel registreren bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). Afdrukprofielen die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een afdrukprofiel is als volgt: Een afdrukprofiel registreren 1.
  • Pagina 168 Geef een naam op in het veld Naam (Name). Klik zo nodig op Opties... (Options...) om opties in te stellen en klik vervolgens op OK. Klik in het dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) op OK om de afdrukinstellingen op te slaan en terug te keren naar het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 169 Inktverbruik beheren instellen Met deze functie kunt u de gebruikte hoeveelheid zwarte inkt beperken en de zwarte delen afdrukken met kleureninkten als u op normaal papier afdrukt. U configureert de functie Inktverbruik beheren als volgt: Inktverbruik beheren (Ink Usage Control) 1.
  • Pagina 170 Klik op OK. De geselecteerde instellingen zijn geactiveerd. Belangrijk • De afdrukkwaliteit kan afnemen wanneer Inktverbruik beheren (Ink Usage Control) wordt gebruikt. • De functie Inktverbruik beheren (Ink Usage Control) werkt niet als: • Een andere papiersoort dan Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd voor Mediumtype (Media Type) op het tabblad Afdruk (Main).
  • Pagina 171 De stroomvoorziening van de Printer beheren Met deze functie kunt u de stroomvoorziening van de printer vanuit het printerstuurprogramma beheren. De procedure voor het beheren van de stroomvoorziening van de printer is als volgt: Printer uit (Power Off) Met de functie Printer uit (Power Off) schakelt u de printer uit. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u de printer niet inschakelen vanuit het printerstuurprogramma.
  • Pagina 172 Netspanningsadapter gebruiken (Using AC Adapter) Geef de tijd op in de lijst. Als de netspanningsadapter wordt gebruikt en deze tijd verstrijkt zonder dat er bewerkingen plaatsvinden vanuit het printerstuurprogramma of de printer, wordt de printer automatisch uitgeschakeld. Batterij gebruiken (Using Battery) Geef de tijd op in de lijst.
  • Pagina 173 Het geluid van de Printer reduceren Met de stille functie kunt u ervoor zorgen dat de printer minder geluid maakt. Selecteer deze functie als u wilt dat de printer 's nachts of in andere omstandigheden minder geluid maakt. Wanneer u deze functie selecteert, kan het afdrukken langzamer verlopen. De procedure voor het gebruiken van de stille modus is als volgt: Stille instellingen (Quiet Settings) 1.
  • Pagina 174 De bedieningsmodus van de Printer aanpassen Indien nodig kunt u schakelen tussen verschillende bedieningsmodi van de printer. De procedure voor het configureren van de Aangepaste instellingen (Custom Settings) is als volgt: Aangepaste instellingen (Custom Settings) 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 175 Belangrijk • Als u door de gebruiker gedefinieerd papier gebruikt, gebruikt u Aangepast papierformaat (Custom Paper Size) om het formaat van het papier in de printer correct in te stellen. Als een foutbericht wordt weergegeven terwijl het formaat van het geplaatste papier hetzelfde is als het ingestelde formaat, schakelt u het selectievakje uit.
  • Pagina 176 Een computer of smartphone direct met een printer verbinden via een draadloos LAN (toegangspuntmodus) De printer beschikt over een functie om een computer of smartphone te verbinden met de printer via een draadloos LAN, waardoor u afdruktaken kunt uitvoeren. Volg de onderstaande procedure om deze functie te gebruiken.
  • Pagina 177 • Voordat u een computer met de printer verbindt en gaat afdrukken met behulp van de onderstaande methode, moet u de installatie voor een draadloos LAN (via een draadloze router) voltooien met de installatie-cd-rom of vanaf onze website (canon.com/ijsetup). 1. Schakel draadloze communicatie op uw computer of smartphone in.
  • Pagina 178 De verbinding is voltooid. Een afdruktaak uitvoeren Begin met afdrukken vanaf het verbonden apparaat.
  • Pagina 179 De printerinstellingen initialiseren U kunt de printerinstellingen initialiseren. Belangrijk • Wanneer u de printer via een draadloos LAN gebruikt, moet u er rekening mee houden dat door initialisatie alle netwerkinstellingen op de printer worden gewist en dat afdrukken vanaf een computer via het netwerk wellicht onmogelijk wordt.
  • Pagina 180 De draadloze LAN-functie van de printer uitschakelen Volg de onderstaande procedure om het draadloze LAN te uit te schakelen. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Houd de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) ingedrukt totdat het AAN/UIT (POWER)-lampje 12 keer knippert. Laat vervolgens de knop los. Het Wi-Fi-lampje gaat uit.
  • Pagina 181 Inktverbruik beheren instellen Met de functie Inktverbruik beheren kunt u het verbruik van zwarte inkt beperkten en de zwarte gedeelten afdrukken met kleureninkt als u op normaal papier afdrukt vanaf een computer. Verbruik van zwarte inkt beperken De zwarte delen met kleureninkt afdrukken Belangrijk •...
  • Pagina 182 - Wanneer Normaal papier (Plain Paper) is geselecteerd voor Mediumtype (Media Type) - Wanneer Standaard (Standard) is geselecteerd voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) - Wanneer Aangepast (Custom) is geselecteerd voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) en 2 of 3 is geselecteerd voor Kwaliteit (Quality) in het dialoogvenster Aangepast (Custom) •...
  • Pagina 183 Informatie over de netwerkverbinding Handige informatie over de netwerkverbinding...
  • Pagina 184 Handige informatie over de netwerkverbinding In de fabriek ingestelde standaardwaarden (netwerk) De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Info over netwerkinstellingen afdrukken...
  • Pagina 185 WSD activ./uitsch. (WSD-instelling) Inschakelen (Enable) Time-outinstelling (WSD-instelling) 1 minuut Bonjour activ./uitsch. (Bonjour-instellingen) Inschakelen (Enable) Servicenaam (Bonjour-instellingen) Canon iP110 series LPR-protocolinstelling Inschakelen (Enable) PictBridge-communicatie Inschakelen (Enable) Draadloos LAN DRX (Wireless LAN DRX) Inschakelen (Enable) (* De standaardwaarde van dit onderdeel verschilt per printer.)
  • Pagina 186 De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel Sluit de printer op de computer aan met een USB-kabel (zie illustratie hieronder). De USB-poort bevindt zich aan de zijkant van de printer.
  • Pagina 187 Als printers met dezelfde naam worden gedetecteerd tijdens de installatie Wanneer tijdens het instellen de printer wordt gedetecteerd, ziet u mogelijk meerdere printers met dezelfde naam in het venster met detectieresultaten. Selecteer een printer en vergelijk het ingestelde MAC-adres of het serienummer voor de printer met het MAC-adres of het serienummer in het venster met detectieresultaten.
  • Pagina 188 Verbinding maken met andere computers in een LAN/De verbindingsmethode wijzigen van USB in LAN Als u de computer wilt toevoegen door via LAN verbinding met de printer te maken of als u de methode waarmee u de printer en de computer via USB met het LAN verbindt, wilt wijzigen, dient u de installatie uit te voeren met behulp van de installatie-cd-rom of volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 189 Info over netwerkinstellingen afdrukken U kunt de huidige netwerkinstellingen van de printer afdrukken. Belangrijk • Deze afdruk bevat belangrijke informatie over uw computer. Bewaar deze zorgvuldig. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Plaats een normaal papier van A4- of Letter-formaat. 3.
  • Pagina 190 Subnetmasker Subnetmasker XXX.XXX.XXX.XXX IPv6 IP-adres (IPv6 IP Address) Geselecteerd IP-adres (IPv6) XXXX:XXXX:XXXX:XXXX XXXX:XXXX:XXXX:XXXX IPv6 standaardgateway (IPv6 Standaardgateway (IPv6) XXXX:XXXX:XXXX:XXXX Default Gateway) *2 XXXX:XXXX:XXXX:XXXX Subnetprefixlengte *2 Subnetprefixlengte IPsec *3 IPsec-instelling Actief Beveiligingsprotocol *3 Methode van het ESP/ESP & AH/AH beveiligingsprotocol WPS-pincode (WPS PIN CODE) WPS-pincode XXXXXXXX Draadloos LAN DRX (Wireless...
  • Pagina 191 ('XX' staat voor alfanumerieke tekens.) *1 Afhankelijk van het land of de regio van aankoop wordt een van de kanalen van 1 tot 11 afgedrukt. *2 Alleen wanneer IPv6 ingeschakeld is, wordt de status van het netwerk afgedrukt. *3 Alleen wanneer de IPv6- en de IPsec-instelling zijn ingeschakeld; wordt de status van het netwerk afgedrukt.
  • Pagina 192 Over netwerkcommunicatie Netwerkinstellingen wijzigen en controleren Schermen voor netwerkverbinding van IJ Network Tool Overige schermen van IJ Network Tool Bijlage voor netwerkcommunicatie...
  • Pagina 193 Netwerkinstellingen wijzigen en controleren IJ Network Tool De instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen De gedetailleerde WPA-/WPA2-instellingen wijzigen De instellingen wijzigen op het tabblad Bedraad LAN De instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Status draadloos netwerk controleren Netwerkinstellingen van het apparaat initialiseren Aangepaste instellingen weergeven...
  • Pagina 194 • Druk niet af terwijl IJ Network Tool actief is. • Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 195 De instellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 196 Scherm Zoeken Opmerking • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. Coderingsmethode: (Encryption Method:) Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN. U kunt WEP-instellingen wijzigen door WEP gebruiken (Use WEP) te selecteren en te klikken op Configuratie...
  • Pagina 197 De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 198 Hexadecimaal (Hex) 10 tekens 26 tekens 2. Sleutellengte: (Key Length:) Selecteer 64-bits (64bit) of 128-bits (128bit). 3. Indeling sleutel: (Key Format:) Selecteer ASCII of Hex. 4. Sleutel-ID: (Key ID:) Selecteer de sleutel-id (index) die is ingesteld op het toegangspunt. 5. Verificatie: (Authentication:) Selecteer de verificatiemethode om de toegang van de printer tot het toegangspunt te verifiëren.
  • Pagina 199 De gedetailleerde WPA-/WPA2-instellingen wijzigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB- kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
  • Pagina 200 8. Voer de wachtwoordzin in en klik vervolgens op Volgende> (Next>). Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde. Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant als u het wachtwoord van het toegangspunt niet weet.
  • Pagina 201 Belangrijk • Als de printer niet kan communiceren met de computer nadat het coderingstype van de printer is gewijzigd, zorgt u dat het coderingstype van de computer en het toegangspunt overeenkomt met dat van de printer. Opmerking • Als u de netwerkinstellingen wijzigt terwijl de USB-kabel tijdelijk is aangesloten, kan de standaardprinter worden gewijzigd.
  • Pagina 202 De instellingen wijzigen op het tabblad Bedraad LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Activeer de instelling voor bedraad LAN van de printer als u de instellingen op het tabblad Bedraad LAN (Wired LAN) wilt wijzigen.
  • Pagina 203 De instellingen wijzigen op het tabblad Wachtwoord beheerder Opmerking • U kunt de instellingen niet wijzigen wanneer de toegangspuntmodus gebruikt wordt. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3. Selecteer Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). 4.
  • Pagina 204 Er wordt een venster weergegeven waarin u de instellingen moet bevestigen voordat ze naar de printer worden verzonden. Als u op Ja (Yes) klikt, worden de instellingen naar de printer verzonden en wordt het venster Verzonden instellingen (Transmitted Settings) weergegeven.
  • Pagina 205 Status draadloos netwerk controleren Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. • Als u het apparaat via een bedraad LAN gebruikt, kunt u netwerkstatus niet controleren. Start IJ Network Tool. 2. Selecteer de printer bij Printers:. 3.
  • Pagina 206 6. Controleer de status. Wanneer de meting is voltooid, wordt de status weergegeven. Wanneer wordt weergegeven in Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:), kan de printer communiceren met het toegangspunt. Raadpleeg anders de weergegeven opmerkingen en het onderstaande om de status van de communicatieverbinding te verbeteren en klik op Opnieuw meten (Remeasurement).
  • Pagina 207 • Controleer of zich geen bronnen van radiostoring in de buurt van de printer en het toegangspunt bevinden. De draadloze verbinding gebruikt mogelijk dezelfde frequentieband als magnetrons of andere bronnen van radiostoring. Probeer de printer en het toegangspunt uit de buurt te houden van dergelijke bronnen.
  • Pagina 208 Opmerking • U kunt de netwerkinstellingen van de printer wijzigen met IJ Network Tool en een USB-verbinding nadat de LAN-instellingen zijn geïnitialiseerd. Als u de netwerkinstellingen wilt wijzigen met Canon IJ Network Tool, moet u eerst draadloos LAN activeren.
  • Pagina 209 Aangepaste instellingen weergeven Het venster Bevestiging (Confirmation) wordt weergegeven wanneer u de printerinstellingen in het venster Configuratie (Configuration) hebt gewijzigd. Wanneer u op Ja (Yes) klikt in het venster Bevestiging (Confirmation), wordt het volgende venster weergegeven waarin u de gewijzigde instellingen kunt controleren.
  • Pagina 210 Schermen voor netwerkverbinding van IJ Network Tool Scherm Canon IJ Network Tool Scherm Configuratie Tabblad Draadloos LAN Scherm Zoeken Scherm WEP-details Scherm WPA/WPA2-details Venster Verificatietype bevestigen Scherm Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Scherm Bevestiging installatiegegevens Tabblad Bedraad LAN Tabblad Wachtwoord beheerder...
  • Pagina 211 Scherm Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
  • Pagina 212 • Dit item heeft dezelfde functie als Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). Menu's van Canon IJ Network Tool Het volgende menu wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Menu Bestand (File) Afsluiten (Exit) Hiermee sluit u IJ Network Tool.
  • Pagina 213 • Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkgegevens (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
  • Pagina 214 Opmerking • Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt een vinkje op het menu. Poort koppelen... (Associate Port...) Hiermee wordt het venster Poort associëren (Associate Port) weergegeven en kunt u een poort toewijzen aan de printer. Scherm Poort associëren Dit menu is beschikbaar als Geen stuurprogramma (No Driver) voor de geselecteerde printer wordt weergegeven.
  • Pagina 215 Scherm Configuratie U kunt de configuratie van de geselecteerde printer in het venster Canon IJ Network Tool wijzigen. Klik op een tab om het tabblad te selecteren en instellingen te wijzigen. Het volgende venster toont een voorbeeld van de instellingen die u kunt wijzigen op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN).
  • Pagina 216 Tabblad Draadloos LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een draadloze LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Draadloos LAN (Wireless LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
  • Pagina 217 Opmerking • Geef dezelfde SSID op die is ingesteld voor het toegangspunt. De SSID is hoofdlettergevoelig. 3. Zoeken... (Search...) Het venster Zoeken (Search) wordt weergegeven waarin u een toegangspunt kunt selecteren waarmee u verbinding wilt maken. Scherm Zoeken Opmerking • Als IJ Network Tool wordt utgevoerd via een LAN, is de knop lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
  • Pagina 218 IP-adres automatisch verkrijgen (Get IP address automatically) Selecteer deze optie als u een IP-adres wilt gebruiken dat automatisch wordt toegewezen door een DHCP-server. DHCP-serverfunctionaliteit moet zijn ingeschakeld op uw draadloze LAN-router of toegangspunt. Volgend IP-adres gebruiken (Use next IP address) Selecteer deze optie als er geen DHCP-serverfunctionaliteit beschikbaar is in de configuratie waarin u de printer gebruikt of als u een bepaald of vast IP-adres gebruikt.
  • Pagina 219 Scherm Zoeken Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De gevonden toegangspunten worden weergegeven. 1. Gevonden toegangspunten: (Detected Access Points:) De signaalsterkte van de toegangspunten, het coderingstype, naam van het toegangspunt en het radiokanaal kunnen worden gecontroleerd.
  • Pagina 220 Opmerking • Tijdens de detectie van het toegangspunt moet het toegangspunt zijn ingeschakeld. 3. Instellen (Set) Klik hierop om het SSID van het toegangspunt in te stellen in SSID: op het tabblad Draadloos LAN (Wireless LAN). Opmerking • Het scherm WEP-details (WEP Details) of het scherm WPA/WPA2-details (WPA/WPA2 Details) wordt weergegeven als het geselecteerde toegangspunt is gecodeerd.
  • Pagina 221 Scherm WEP-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de printer WEP-instellingen opgeven. Opmerking • Als u het wachtwoord (WEP-sleutel) van de printer wijzigt, moet dezelfde wijziging worden aangebracht in het wachtwoord (WEP-sleutel) van het toegangspunt.
  • Pagina 222 Scherm WPA/WPA2-details Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u de WPA-/WPA2-instellingen van de printer opgeven. De waarde die in het venster wordt weergegeven, hangt af van de vooraf verzonden instellingen. 1.
  • Pagina 223 Venster Verificatietype bevestigen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. 1. Verificatietype (Authentication Type) Het type verificatie dat wordt gebruikt voor clientverificatie wordt weergegeven. Dit apparaat ondersteunt de verificatiemethode PSK.
  • Pagina 224 Scherm Instelling PSK-wachtwoordzin en dynamische codering Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Geef de wachtwoordzin op en selecteer de methode voor dynamische codering. 1. Wachtwoordzin: (Passphrase:) Geef het wachtwoord op dat is ingesteld op het toegangspunt. Het wachtwoord is een reeks van 8 tot 63 alfanumerieke tekens of een 64-cijferige hexadecimale waarde.
  • Pagina 225 Scherm Bevestiging installatiegegevens Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de gebruikte instellingen voor clientverificatie weergegeven. Bevestig de instellingen en klik op Voltooien (Finish).
  • Pagina 226 Tabblad Bedraad LAN Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier kunt u een bedrade LAN-verbinding voor de printer instellen. Om het blad Bedraad LAN (Wired LAN) weer te geven klikt u op het tabblad Bedraad LAN (Wired LAN) in het venster Configuratie (Configuration).
  • Pagina 227 Tabblad Wachtwoord beheerder Stel een wachtwoord voor de printer in als u wilt dat alleen bepaalde personen de installatie en configuratie kunnen uitvoeren. Om het blad Wachtwoord beheerder (Admin Password) weer te geven klikt u op het tabblad Wachtwoord beheerder (Admin Password) in het venster Configuratie (Configuration). 1.
  • Pagina 228 Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
  • Pagina 229 Tabblad Toegangsbeheer Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. U kunt de MAC-adressen of de IP-adressen van computers of netwerkapparaten registreren om toegang toe te staan. Om het blad Toegangsbeheer (Access Control) weer te geven, klikt u op het tabblad Toegangsbeheer (Access Control) in het venster Configuratie (Configuration).
  • Pagina 230 1. Toegangsbeheer printer inschakelen (MAC-adres) (Enable printer access control(MAC address)) Selecteer deze optie om toegangsbeheer tot de printer via het MAC-adres in te schakelen. Opmerking • De twee soorten toegangsbeheer (via het MAC-adres of via het IP-adres) kunnen tegelijkertijd worden ingeschakeld. Een type toegangsbeheer is ingeschakeld als het selectievakje Toegangsbeheer printer inschakelen (Enable printer access control) is geselecteerd, ongeacht het type dat momenteel wordt weergegeven als u Type toegangsbeheer printer: (Printer Access Control...
  • Pagina 231 Belangrijk • Voeg het MAC-adres toe van alle computers of netwerkapparaten in het netwerk die u toegang wilt geven tot de printer. De printer is niet toegankelijk vanaf computers of netwerkapparaten die niet in de lijst staan. 5. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u het geselecteerde MAC-adres uit de lijst.
  • Pagina 232 Het venster Toegankelijk IP-adres bewerken (Edit Accessible IP Address) wordt weergegeven, zodat u de geselecteerde instellingen in Toegankelijke IP-adressen: (Accessible IP Addresses:) kunt bewerken. Scherm Toegankelijk IP-adres bewerken/scherm Toegankelijk IP-adres toevoegen 4. Toevoegen... (Add...) In het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address) dat wordt weergegeven kunt u het IP-adres registreren van een computer of een netwerkapparaat dat via het netwerk toegang heeft tot de printer.
  • Pagina 233 Scherm Toegankelijk MAC-adres bewerken/scherm Toegankelijk MAC-adres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk MAC-adres toevoegen (Add Accessible MAC Address). 1. MAC-adres: (MAC Address:) Voer het MAC-adres in van een computer of netwerkapparaat om toegang toe te staan.
  • Pagina 234 Scherm Toegankelijk IP-adres bewerken/scherm Toegankelijk IP- adres toevoegen Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De voorbeeldafbeeldingen in dit gedeelte verwijzen naar het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address). 1. Specificatiemethode: (Specification Method:) Selecteer Eén adres opgeven (Single Address Specification) of Bereik opgeven (Range Specification) om een of meer IP-adressen toe te voegen.
  • Pagina 235 Desgewenst kunt u informatie toevoegen om het apparaat te identificeren, zoals de naam van een computer. Belangrijk • Opmerkingen worden alleen weergegeven op de computer die is gebruikt om ze in te voeren.
  • Pagina 236 Overige schermen van IJ Network Tool Scherm Canon IJ Network Tool Scherm Status Scherm Verbindingskwaliteit meten Scherm Onderhoud Scherm Netwerkinstelling van de kaartsleuf Scherm Poort associëren Scherm Netwerkgegevens...
  • Pagina 237 Scherm Canon IJ Network Tool In dit gedeelte worden de items en menu's beschreven die worden weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. Items in het venster Canon IJ Network Tool Menu's van Canon IJ Network Tool Items in het venster Canon IJ Network Tool Het volgende item wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool.
  • Pagina 238 • Dit item heeft dezelfde functie als Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings). Menu's van Canon IJ Network Tool Het volgende menu wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool. 1. Menu Bestand (File) Afsluiten (Exit) Hiermee sluit u IJ Network Tool.
  • Pagina 239 • Als de printer wordt gebruikt door een andere computer, wordt een venster weergegeven met deze informatie. Opmerking • Dit item heeft dezelfde functie als Bijwerken (Update) in het venster Canon IJ Network Tool. Netwerkgegevens (Network Information) Hiermee geeft u het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer waarin u de netwerkinstellingen van de printer en de computer kunt controleren.
  • Pagina 240 Opmerking • Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt een vinkje op het menu. Poort koppelen... (Associate Port...) Hiermee wordt het venster Poort associëren (Associate Port) weergegeven en kunt u een poort toewijzen aan de printer. Scherm Poort associëren Dit menu is beschikbaar als Geen stuurprogramma (No Driver) voor de geselecteerde printer wordt weergegeven.
  • Pagina 241 Scherm Status Hier kunt u de status van de printer en de verbindingskwaliteit controleren. Selecteer Status in het menu Beeld (View) om het venster Status weer te geven. Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. •...
  • Pagina 242 Scherm Verbindingskwaliteit meten Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Via dit venster kunt u de verbindingskwaliteit meten. Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (voltooiingsvenster) Venster Verbindingskwaliteit meten (Connection Performance Measurement) (beginvenster) Klik op Volgende>...
  • Pagina 243 1. Verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt: (Connection Performance between the Printer and the Access Point:) Een symbool geeft het resultaat van de meting van de verbindingskwaliteit tussen de printer en het toegangspunt aan. : Goede verbindingskwaliteit : Onstabiele verbindingskwaliteit : Kan geen verbinding maken : Meting is geannuleerd of kan niet worden uitgevoerd 2.
  • Pagina 244 Scherm Onderhoud In dit venster kunt u Initialisatie instellen (Setting Initialization) en Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) uitvoeren. Selecteer Onderhoud... (Maintenance...) in het menu Instellingen (Settings) om Onderhoud (Maintenance) weer te geven. 1. Initialisatie instellen (Setting Initialization) Hiermee herstelt u de standaardwaarden voor alle netwerkinstellingen van de printer.
  • Pagina 245 Scherm Netwerkinstelling van de kaartsleuf Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. Hier worden de instellingen van de kaartsleuf weergegeven en kunt u een kaartsleuf in het netwerk toewijzen als netwerkstation van de computer. Dit venster wordt weergegeven wanneer u klikt op Instellingen (Setup) in het venster Onderhoud (Maintenance).
  • Pagina 246 1. Overslaan (Skip) Hiermee voltooit u de instellingen zonder een netwerkstation toe te wijzen aan de kaartsleuf. 2. Opnieuw proberen (Retry) Hiermee keert u terug naar het venster Netwerkinstelling van de kaartsleuf (Network Setup of the Card Slot) en voert u de toewijzing van het netwerkstation opnieuw uit. 3.
  • Pagina 247 Scherm Poort associëren Hier kunt u een gemaakte poort koppelen aan een printerstuurprogramma. Selecteer de printer waarvoor u de koppeling wilt wijzigen en klik daarna op OK. Opmerking • U kunt alleen afdrukken met de printer als het printerstuurprogramma is gekoppeld aan de poort. 1.
  • Pagina 248 Selecteer Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View) om het venster Netwerkgegevens (Network Information) weer te geven. 1. OK Hiermee keert u terug naar het venster Canon IJ Network Tool. 2. Alle gegevens kopiëren (Copy All Information) Alle weergegeven netwerkgegevens worden naar het Klembord gekopieerd.
  • Pagina 249 Bijlage voor netwerkcommunicatie De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Als het printerstuurprogramma niet is gekoppeld aan een poort Info over technische termen Beperkingen Informatie over de firewall...
  • Pagina 250 De kaartsleuf gebruiken via een netwerk Opmerking • Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt. De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk De kaartsleuf toewijzen als netwerkstation De kaartsleuf kan alleen via een netwerk worden gebruikt als deze softwarematig is toegewezen.
  • Pagina 251 7. Controleer of de kaartsleuf is toegewezen. Als de kaartsleuf is toegewezen, wordt het volgende pictogram weergegeven bij Computer (of Deze computer (My Computer)). Beperkingen voor het gebruik van de kaartsleuf via het netwerk • Als het apparaat is verbonden met een netwerk, kan de kaartsleuf door meerdere computers worden gedeeld.
  • Pagina 252 Indien Geen stuurprogramma (No Driver) als naam voor de printer wordt weergegeven in het venster Canon IJ Network Tool, is het printerstuurprogramma niet aan een poort gekoppeld. U koppelt een poort aan een printerstuurprogramma door de onderstaande procedure uit te voeren.
  • Pagina 253 Info over technische termen In dit gedeelte worden de technische termen beschreven die in de handleiding worden gebruikt. • Toegangspunt (Access Point) Een draadloze ontvanger of basisstation dat informatie ontvangt van draadloze clients/het apparaat en ze opnieuw uitzendt. Vereist in een infrastructuurnetwerk. •...
  • Pagina 254 • AES Een coderingsmethode. Deze is optioneel voor WPA/WPA2. Sterk, cryptografisch algoritme dat wordt gebruikt in overheidsinstanties in de VS voor verwerking van gegevens. • Verificatiemethode (Authentication Method) De methode die een toegangspunt gebruikt om een printer via een draadloos LAN te verifiëren. De methoden komen met elkaar overeen.
  • Pagina 255 • DNS-server Een server die apparaatnamen omzet in IP-adressen. Als u handmatig een IP-adres opgeeft, moet u het adres opgeven van zowel een primaire server als een secundaire server. • Firewall Dit is een systeem dat ongeautoriseerde toegang tot de computer in het netwerk voorkomt. Om dergelijke toegang te voorkomen, kunt u de firewallfunctie van een breedbandrouter, de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer gebruiken.
  • Pagina 256 • Sleutelindeling (Key Format) Selecteer ASCII of Hex als indeling voor de WEP-sleutel. Welke tekens voor de WEP-sleutel kunnen worden gebruikt, is afhankelijk van de geselecteerde sleutelindelingen. ◦ ASCII Hiervoor kunt u een tekenreeks van vijf of dertien tekens opgeven die alfanumerieke en onderstrepingstekens '_' kan bevatten.
  • Pagina 257 • Router Een doorschakelapparaat waarmee verbinding wordt gemaakt met een ander netwerk. • Signaalsterkte (Signal Strength) De sterkte van het signaal dat wordt ontvangen door de printer vanaf het toegangspunt wordt aangegeven met een waarde tussen 0 en 100%. • SSID Uniek label door draadloos LAN.
  • Pagina 258 • WCN (Windows Connect Now) Gebruikers van Windows Vista of later kunnen de instellingen echter ook rechtstreeks ophalen via een draadloos netwerk (WCN-NET). • WEP/WEP-sleutel Een coderingsmethode die wordt gebruikt door IEEE 802.11. Gedeelde beveiligingssleutel die wordt gebruikt om gegevens te coderen en decoderen die worden verzonden via draadloze netwerken. Deze printer ondersteunt een sleutellengte van 64 bits of 128 bits, de sleutelindelingen ASCII-code en Hexadecimaal, en een sleutelnummer van 1 tot 4.
  • Pagina 259 • WPS (Wi-Fi Protected Setup) WPS is een norm voor het eenvoudig en veilig instellen van een draadloos netwerk. Voor Wi-Fi Protected Setup worden vooral de volgende twee methoden gebruikt: PIN-code: een verplichte instelmethode voor alle gecertificeerde WPS-apparaten. PBC (Push button configuration; drukknop): een drukknop op de hardware of een virtuele drukknop in de software.
  • Pagina 260 Beperkingen Als u een printer gebruikt via het draadloze LAN, herkent de printer mogelijk draadloze systemen in de buurt. U moet daarom een netwerksleutel (WEP of WPA/WPA2) instellen voor het toegangspunt om draadloze verzending te coderen. Draadloze communicatie met een product dat niet voldoet aan de Wi-Fi- standaard kan niet worden gegarandeerd.
  • Pagina 261 Informatie over de firewall Een firewall is een functie van de beveiligingssoftware die op de computer is geïnstalleerd of van het besturingssysteem van de computer. Deze functie voorkomt toegang tot het netwerk door onbevoegden. Voorzorgsmaatregelen wanneer een firewallfunctie is ingeschakeld •...
  • Pagina 262 Tips voor een optimale afdrukkwaliteit Handige informatie over inkt Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Een afdruktaak annuleren Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de printer Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van de printer...
  • Pagina 263 Handige informatie over inkt Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen? Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt. De inkt wordt niet alleen gebruikt voor het maken van afdrukken, maar ook voor het reinigen van de printkop. Dit zorgt ervoor dat de optimale afdrukkwaliteit behouden blijft.
  • Pagina 264 Belangrijke punten voor succesvol afdrukken Controleer de printerstatus voordat u gaat afdrukken! • Is de printkop in orde? Als de spuitopening van printkop verstopt is, worden afdrukken vaag en wordt er papier verspild. Het is raadzaam de printkop te controleren door het controleraster voor de spuitopeningen af te drukken. Onderhoudsprocedure •...
  • Pagina 265 Geef de papierinstellingen op nadat u het papier hebt geplaatst Als het ingestelde mediumtype niet overeenkomt met het geplaatste papier, zijn de afdrukresultaten mogelijk niet naar behoren. Nadat u papier hebt geplaatst, moet u het juiste mediumtype voor het geplaatste papier selecteren.
  • Pagina 266 Een afdruktaak annuleren Druk nooit op de knop AAN (ON)! Als u tijdens het afdrukken op de knop AAN (ON) drukt, worden de afdrukgegevens die vanaf een computer zijn verzonden in de wachtrij van de printer geplaatst en kunt u mogelijk niet meer doorgaan met afdrukken.
  • Pagina 267 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van de printer Leg geen voorwerpen op het klepje over de printkop! Leg geen voorwerpen op het klepje over de printkop. Deze kunnen in de achterste lade vallen wanneer het klepje over de printkop wordt geopend en ertoe leiden dat de printer niet meer naar behoren werkt. Zorg er ook voor dat u de printer op een locatie plaatst waar geen objecten in het apparaat kunnen vallen.
  • Pagina 268 Belangrijke punten voor een consistente afdrukkwaliteit Voor een optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat de printkop niet uitdroogt of verstopt raakt. Houd u altijd aan de volgende richtlijnen voor een optimale afdrukkwaliteit. Haal de stekker nooit uit het stopcontact voordat het apparaat is uitgeschakeld! Als u op de knop AAN (ON) drukt om de printer uit te zetten, wordt de printkop (spuitopeningen) automatisch bedekt om uitdrogen te voorkomen.
  • Pagina 269 Voorzorgsmaatregelen voor een veilig transport van de printer Let op het volgende wanneer u de printer vervoert. Belangrijk • Pak de printer in een stevige doos in. Gebruik voldoende beschermend materiaal om een veilig transport te garanderen. • Terwijl de printkop en de inkttank in de printer zitten, drukt u op de knop AAN (ON) om de printer uit te schakelen.
  • Pagina 270 Wettelijke beperkingen voor het gebruik van het product en het gebruik van afbeeldingen Het afdrukken van de volgende documenten kan onrechtmatig zijn. Deze lijst is niet volledig. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist uit uw rechtsgebied. • Papiergeld • Postwissels •...
  • Pagina 271 De printer vervoeren Wees zeer voorzichtig wanneer u de printer vervoert. Controleer of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is wanneer u het netsnoer verwijdert of de printer vervoert of rechtop zet. Belangrijk • Als u herhaaldelijk het netsnoer verwijdert of de printer vervoert of rechtop zet terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt of knippert, kan dit ertoe leiden dat er inkt lekt of dat de printer beschadigd raakt.
  • Pagina 272 A: Netsnoer Koop een netsnoer dat voldoet aan de specificaties van het land of de regio waar u de printer gebruikt. Het gebruik van een origineel Canon-netsnoer wordt aanbevolen. B: Universele netspanningsadapter De universele netspanningsadapter is niet afhankelijk van de specificaties van het land of de regio waar u...
  • Pagina 273 * Sommige accessoires zijn mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde landen of regio's. • LK-62 Deze kit maakt het mogelijk de Canon-printer te gebruiken op plaatsen zonder stopcontact. De kit bestaat uit een accu en een batterijcompartiment. Als u de accu wilt opladen, plaatst u de accu in het batterijcompartiment, bevestigt u dit aan de printer en sluit u de netspanningsadapter aan op de printer.
  • Pagina 274 Specificaties Algemene specificaties Afdrukresolutie (dpi) 9600* (horizontaal) x 2400 (verticaal) * Inktdruppels kunnen worden aangebracht met een tussenafstand van minimaal 1/9600 inch. Interface USB-poort: Hi-Speed USB *1 LAN-poort: Draadloos LAN: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b *2 *1 Een computer die voldoet aan de Hi-Speed USB-standaard is vereist. Aangezien de Hi-Speed USB-interface volledig opwaarts compatibel is met USB 1.1, kan deze worden gebruikt met USB 1.1.
  • Pagina 275 * Met geplaatste printkop en inkttanks. Printkop/inkt 1856 spuitopeningen in totaal (PgBK 320 spuitopeningen, Y/DyeBK elk 256 spuitopeningen, C/M elk 512 spuitopeningen) Netwerkspecificaties Communicatieprotocol TCP/IP Draadloos LAN Ondersteunde standaarden: IEEE802.11n / IEEE802.11g / IEEE802.11b Frequentiebandbreedte: 2,4 GHz Kanaal: 1-11 of 1-13 * De frequentiebandbreedte en de beschikbare kanalen hangen af van het land of de regio.
  • Pagina 276 XGA 1024 x 768 Overige ondersteunde besturingssystemen Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar bij elk besturingssysteem. Raadpleeg de handleiding of de website van Canon voor meer informatie over het gebruik met iOS, Android en Windows RT. Mogelijkheid tot mobiel afdrukken Apple AirPrint...
  • Pagina 277 Over het beheerderswachtwoord Bij aankoop is voor de printer standaard het beheerderswachtwoord 'canon' ingesteld. Belangrijk • Uit oogpunt van veiligheid raden we u aan het wachtwoord te wijzigen voordat u de printer gebruikt. • U kunt het wachtwoord wijzigen met behulp van een van onderstaande tools. (Afhankelijk van de printer die u gebruikt, zijn mogelijk niet alle tools beschikbaar.)
  • Pagina 278 Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken vanaf een digitale camera...
  • Pagina 279 Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma)
  • Pagina 280 Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma Beschrijving van het printerstuurprogramma Het printerbesturingsbestand bijwerken...
  • Pagina 281 Afdrukken met de basisinstellingen In dit gedeelte wordt de eenvoudige procedure voor het instellen van het tabblad Snel instellen (Quick Setup) beschreven, zodat u op de juiste manier kunt afdrukken met deze printer. Controleer of de printer is ingeschakeld Plaats papier in de printer 3.
  • Pagina 282 Belangrijk • De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK. Wanneer u het document afdrukt, worden de gewenste instellingen voor het document gebruikt. Belangrijk • Als u het selectievakje Altijd afdrukken met huidige instellingen (Always Print with Current Settings) inschakelt, worden alle instellingen op de tabbladen Snel instellen (Quick Setup), Afdruk (Main), en Pagina-instelling (Page Setup) opgeslagen en kunt u de volgende keer afdrukken met dezelfde instellingen.
  • Pagina 283 • Klik in het venster Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op Opslaan... (Save...) om de aangebrachte instellingen op te slaan.
  • Pagina 284 Normaal papier (Plain Paper) Normaal papier (inclusief gerecycled papier) Envelop (Envelope) Enveloppen Origineel Canon-papier (foto's afdrukken) Mediumnaam <Modelnummer> Mediumtype (Media Type) in het printerstuurprogramma Glossy Foto Papier Extra II <PP-201> Glossy Foto Papier Extra II (Photo Paper Plus Glossy II) Foto Glans Papier <GP-501/GP-601>...
  • Pagina 285 Verschillende afdrukmethoden Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Afdrukken zonder marges starten Passend op papier afdrukken Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Tegels/poster afdrukken Boekje afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Stempel/achtergrond afdrukken Een stempel registreren Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten...
  • Pagina 286 Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
  • Pagina 287 printer niet kan afdrukken automatisch worden verkleind, kunt u tijdens het printen het selectievakje uitschakelen.
  • Pagina 288 Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken exemplaren op.
  • Pagina 289 • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): • Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): /Sorteren (Collate): 4. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk •...
  • Pagina 290 De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen Controleer de positie van de nietmarge met Nietmarge (Stapling Side) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
  • Pagina 291 Opmerking • Het afdrukgebied wordt automatisch door de printer verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u een document afdrukt, worden de opgegeven nietzijde en breedte van de marge toegepast. Belangrijk •...
  • Pagina 292 Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt.
  • Pagina 293 3. Controleer het papierformaat Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het papierformaat wilt wijzigen, selecteert u een ander formaat in de lijst. In de lijst worden alleen formaten weergegeven die kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder marge. 4. Pas de hoeveelheid uitbreiding van het papier aan Pas indien nodig met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) de hoeveelheid uitbreiding aan.
  • Pagina 294 Het bereik van het af te drukken document vergroten Als u een grote hoeveelheid uitbreiding opgeeft, kunt u probleemloos afdrukken zonder marges. Het gedeelte van het document dat echter van het papier afloopt, wordt niet afgedrukt en daarom wordt een foto mogelijk niet volledig afgedrukt.
  • Pagina 295 Passend op papier afdrukken De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel Passend op papier in Selecteer Passend op papier (Fit-to-Page) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
  • Pagina 296 De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
  • Pagina 297 Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel afdrukken op schaal in Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
  • Pagina 298 • Geef een schaalfactor op Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling). De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK. De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt. Belangrijk •...
  • Pagina 299 Opmerking • Als u Op schaal (Scaled) selecteert, wordt het afdrukgebied van het document gewijzigd.
  • Pagina 300 Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 301 Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Pagina- indeling afdrukken (Page Layout Printing) en klik op OK. Pagina's (Pages) Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste aantal pagina's in de lijst.
  • Pagina 302 Tegels/poster afdrukken Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. U kunt de pagina's ook aan elkaar plakken zodat ze één grote afdruk vormen, zoals die van een poster. De procedure voor het afdrukken van tegels/poster is als volgt: Instellingen opgeven voor tegels/poster afdrukken 1.
  • Pagina 303 4. Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) en klik op OK. Beeldscheidingen (Image Divisions) Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal).
  • Pagina 304 De pagina's waarop u hebt geklikt, worden verborgen en alleen de af te drukken pagina's worden weergegeven. Opmerking • U kunt de pagina's weer weergeven door er nogmaals op te klikken. • Klik met de rechtermuisknop op het instellingenvoorbeeld om Alle pagina's afdrukken (Print all pages) of Alle pagina's verwijderen (Delete all pages) te selecteren.
  • Pagina 305 Boekje afdrukken Met de functie voor boekjes kunt u afbeeldingsgegevens voor een boekje afdrukken. De gegevens worden afgedrukt op beide zijden van het papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en geniet. De procedure voor het afdrukken van een boekje is als volgt: 1.
  • Pagina 306 Nietmarge (Margin for stapling) Selecteer aan welke zijde de nietmarge moet komen wanneer het boekje wordt voltooid. Lege pagina invoegen (Insert blank page) Als u één bladzijde leeg wilt laten, schakelt u het selectievakje in en selecteert u de pagina die u leeg wilt laten.
  • Pagina 307 Dubbelzijdig afdrukken De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt: U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 308 Klik zo nodig op Marge instellen... (Specify Margin...) om de breedte van de marge in te stellen en klik vervolgens op OK. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u het document afdrukt, wordt dit eerst afgedrukt op één zijde van een vel papier. Nadat één zijde is bedrukt, plaatst u het papier opnieuw, zoals in het bericht wordt weergegeven.
  • Pagina 309 Stempel/achtergrond afdrukken De functie Stempel (Stamp) of Achtergrond (Background) is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over of achter de documentgegevens afdrukken.
  • Pagina 310 Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar. 3. Selecteer een stempel Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in en selecteer de gewenste stempel in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup).
  • Pagina 311 3. Selecteer de achtergrond Schakel het selectievakje Achtergrond (Background) in en selecteer de gewenste achtergrond in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Pagina- instelling (Page Setup). 4. Stel de achtergrondinstellingen in Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK. De knop Achtergrond selecteren...
  • Pagina 312 Een stempel registreren Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een nieuwe stempel maken en registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande stempel wijzigen en opnieuw registreren. Stempels die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen.
  • Pagina 313 3. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. 4. Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt • Tabblad Stempel (Stamp) Selecteer de gewenste Tekst (Text), Bitmap of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) voor Stempeltype (Stamp Type). ◦...
  • Pagina 314 Belangrijk • Afdrukstand (Orientation) kan niet worden gewijzigd als Bitmap is geselecteerd bij Stempeltype (Stamp Type) op het tabblad Stempel (Stamp). 5. Sla de stempel op Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik vervolgens op Opslaan (Save).
  • Pagina 315 Een stempel verwijderen 1. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) in het dialoogvenster Stempel/ Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. 2. Selecteer de stempel die u wilt verwijderen Selecteer de naam van de stempel die u wilt verwijderen in de lijst Stempels (Stamps) op het tabblad Instellingen opslaan (Save settings).
  • Pagina 316 Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet meer nodig hebt, kunt u verwijderen.
  • Pagina 317 Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) vervangen door de knop Stempel... (Stamp...) en is de knop Achtergrond (Background) niet beschikbaar. 3. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend. 4. Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond Klik op Bestand selecteren...
  • Pagina 318 7. Voltooi de configuratie Klik op OK, waarna u terugkeert naar het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/ Background). De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Achtergrond (Background). Achtergrondinstellingen wijzigen en registreren 1. Selecteer de achtergrond waarvoor u de instellingen wilt wijzigen Klik op Achtergrond (Background) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/ Background).
  • Pagina 319 Instellingen voor het afdrukken van enveloppen De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt: 1. Schuif de hendel voor papierdikte naar links en plaats enveloppen in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer het mediumtype Selecteer Envelop (Envelope) bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 320 Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, klikt u op de knop Printerstatus weergeven (View Printer Status) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en start u de Canon IJ-statusmonitor. Klik vervolgens op Envelop afdrukken (Envelope Printing) vanuit Gidsbericht weergeven (Display...
  • Pagina 321 Afdrukken op briefkaarten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een briefkaart afdrukt. Plaats briefkaarten in de printer 2. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 3. Selecteer veelgebruikte instellingen Geef het tabblad Snel instellen (Quick Setup) weer en selecteer Standaard (Standard) voor Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings).
  • Pagina 322 Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, opent u het tabblad Onderhoud (Maintenance) en klikt u op Printerstatus weergeven (View Printer Status) om de Canon IJ-statusmonitor te starten. Kies Gidsbericht weergeven (Display Guide Message) in het menu Optie (Option) en klik op Hagaki afdrukken (Hagaki Printing) om de instelling in te schakelen.
  • Pagina 323 Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-afdrukvoorbeeld' door 'Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren. De procedure voor het bekijken van een afdrukvoorbeeld is als volgt: U kunt de weergave van het afdrukresultaat ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 324 Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 325 Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een functie heeft voor het opgeven van de hoogte en breedte, geeft u de waarden op met de toepassing. Als de toepassing deze functie niet heeft of als het document niet correct wordt afgedrukt, voert u bovenstaande procedure van het printerstuurprogramma uit om de waarden in te stellen.
  • Pagina 326 Deze functie is niet beschikbaar als het standaard IJ-printerstuurprogramma wordt gebruikt. In het Canon IJ XPS-voorbeeldvenster kunt u het afdrukdocument bewerken of de afdrukgeschiedenis van het document weergeven om het opnieuw af te drukken. De procedure voor het gebruiken van het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is als volgt:...
  • Pagina 327 Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Afdruk (Main). 3. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wordt vóór het afdrukken weergegeven. U kunt hierin de afdrukresultaten zien. 4. Afdrukdocumenten en afdrukpagina’s bewerken • Afdrukdocumenten combineren U kunt meerdere afdrukdocumenten combineren tot één document.
  • Pagina 328 Bekijk het voorbeeld voordat u een document afdrukt. • Afhankelijk van de afdrukinstellingen van het afdrukdocument zijn bepaalde functies mogelijk niet beschikbaar in het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. Opmerking • U kunt de naam in Documentnaam (Document Name) naar wens aanpassen.
  • Pagina 329 Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Selecteer daarna Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). Het opgeslagen afdrukdocument wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. Belangrijk • Als u het aantal registraties in de afdrukgeschiedenis wilt beperken, klikt u op Maximumaantal geschiedenisitems (History Entry Limit) in het menu Bestand (File).
  • Pagina 330 De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen De kleurbalans aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma)
  • Pagina 331 De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) U kunt de afdrukkwaliteit instellen via Aangepast (Custom). De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) en klik op Instellen...
  • Pagina 332 Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 333 Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: U kunt afdrukken in grijstinten instellen ook bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
  • Pagina 334 Wanneer u de functie Afdrukken in grijstinten gebruikt om Adobe RGB-gegevens af te drukken, converteert u de gegevens naar sRGB-gegevens in een toepassing. Opmerking • Bij Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) kan naast zwarte inkt ook andere inkt worden gebruikt.
  • Pagina 335 U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken. Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. Deze methode is geschikt voor het afdrukken van sRGB-gegevens.
  • Pagina 336 Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken. Geef op welk invoerprofiel moet worden gebruikt.
  • Pagina 337 In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het afdrukken van sRGB-gegevens met behulp van de kleurcorrectiefunctie van het printerbesturingsbestand. • Afdrukken met Canon Digital Photo Color De printer drukt gegevens af in kleurtinten waaraan veel mensen de voorkeur geven; de originele kleuren van de afbeelding worden weergegeven en driedimensionale effecten en hoge, scherpe contrasten worden gegenereerd.
  • Pagina 338 U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat sRGB-gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
  • Pagina 339 Verwante onderwerpen De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen...
  • Pagina 340 Wanneer u het resultaat afdrukt van bewerkingen en verbeteringen die zijn aangebracht met Adobe Photoshop, Canon Digital Photo Professional of een andere toepassing waarin u ICC-profielen voor invoer en afdrukken kunt opgeven, kunt u bij het afdrukken effectief gebruikmaken van de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel dat in de beeldgegevens is opgegeven.
  • Pagina 341 4. Stel de andere items in Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK. 5.
  • Pagina 342 Selecteer een Invoerprofiel (Input Profile) dat overeenkomt met de kleurruimte van de afbeeldingsgegevens. • Voor sRGB-gegevens of gegevens zonder een ICC-invoerprofiel: Selecteer Standaard (Standard). • Voor Adobe RGB-gegevens: Selecteer Adobe RGB (1998). Belangrijk • Als er in de toepassing een invoerprofiel is opgegeven, wordt de instelling voor het invoerprofiel in het printerstuurprogramma ongeldig.
  • Pagina 343 De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans.
  • Pagina 344 Het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) wordt geopend. 3. Pas de kleurbalans aan Er zijn afzonderlijke schuifregelaars voor Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow). Elke kleur wordt krachtiger wanneer u de bijbehorende schuifregelaar naar rechts schuift en zwakker wanneer u de schuifregelaar naar links schuift.
  • Pagina 345 Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de kleurbalans aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de kleurbalans aan de hand van het patroon.
  • Pagina 346 4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow). Belangrijk • Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, is Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow) niet beschikbaar voor selectie.
  • Pagina 347 Kleurvariatie tussen instanties (Color Variation Between Instances) Stel de hoeveelheid kleurvariatie tussen aangrenzende patronen in. Opmerking • Groot (Large) is ongeveer tweemaal zo groot als Middel (Medium) en Klein (Small) is ongeveer half zo groot als Middel (Medium). 5. Controleer de afdrukresultaten van de patroonafdruk Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten.
  • Pagina 348 Opmerking • U kunt de kleurbalans ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies (Additional Features). 7.
  • Pagina 349 De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast. Licht (Light) is geselecteerd Normaal (Normal) is geselecteerd Donker (Dark) is geselecteerd De procedure voor het aanpassen van de helderheid is als volgt: U kunt de helderheid ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken...
  • Pagina 350 Selecteer Licht (Light), Normaal (Normal) of Donker (Dark) bij Helderheid (Brightness) en klik op OK. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). De opgegeven helderheid wordt bij het afdrukken gebruikt.
  • Pagina 351 De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt. Geen aanpassing Hogere intensiteit De procedure voor het aanpassen van de intensiteit is als volgt: U kunt de intensiteit ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo...
  • Pagina 352 U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. Klik op OK nadat u alle kleuren hebt aangepast. 4.
  • Pagina 353 Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
  • Pagina 354 Wanneer u de schuifregelaar Contrast naar rechts schuift, wordt het contrast groter en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt het contrast kleiner. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
  • Pagina 355 Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de intensiteit en het contrast aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de intensiteit en het contrast aan de hand van het patroon.
  • Pagina 356 4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Intensiteit/Contrast (Intensity/Contrast). Papierformaat printer (Printer Paper Size) Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken voor de patroonafdruk. Opmerking •...
  • Pagina 357 5. Controleer de afdrukresultaten van de patroonafdruk Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten. Selecteer OK op het tabblad Afdruk (Main) en voer daarna de afdruk uit. Op de printer wordt een patroon afgedrukt waarin de intensiteit en het contrast die u hebt ingesteld de middelste waarde is.
  • Pagina 358 Opmerking • U kunt de intensiteit en het contrast ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen bij Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen bij Extra functies (Additional Features). 7.
  • Pagina 359 Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen Canon IJ-statusmonitor De inktstatus controleren vanaf uw computer Canon IJ-afdrukvoorbeeld Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
  • Pagina 360 Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met deze printer. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
  • Pagina 361 Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma weergeven vanuit de gebruikte toepassing of via het printerpictogram. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken. 1.
  • Pagina 362 Belangrijk • Wanneer u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma opent via Eigenschappen van printer (Printer properties) (Windows 8.1, Windows 8, Windows 7) of Eigenschappen (Properties) (Windows Vista, Windows XP), worden tabbladen met Windows- functies zoals Poorten (Ports) (of Geavanceerd (Advanced)) weergegeven. Deze tabbladen verschijnen niet wanneer u het printerstuurprogramma opent via Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing preferences) of een toepassing.
  • Pagina 363 Canon IJ-statusmonitor De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het afdrukken weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen en berichten zien wat de status van de printer is.
  • Pagina 364 De Canon IJ-statusmonitor wordt geopend en een afbeelding van de inktstatus wordt weergegeven. Opmerking • De informatie die in de Canon IJ-statusmonitor wordt weergegeven, kan afwijken naargelang het land of de regio waarin u de printer gebruikt. • Wanneer u een melding over het resterende inktniveau krijgt, wordt er een aanduiding weergegeven boven het inktpictogram.
  • Pagina 365 Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U kunt ook de instellingen voor het mediumtype wijzigen.
  • Pagina 366 Een ongewenste afdruktaak verwijderen Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan.
  • Pagina 367 XPS-printerstuurprogramma wordt gebruikt. • Start Canon IJ Network Tool niet tijdens het afdrukken. • Druk niet af terwijl Canon IJ Network Tool actief is. Opmerkingen over toepassingen met beperkingen • Voor Microsoft Word (Microsoft Corporation) gelden de volgende beperkingen.
  • Pagina 368 ◦ Als Microsoft Word dezelfde afdrukfuncties heeft als het printerstuurprogramma, stelt u deze in Word in. ◦ Als Passend op papier (Fit-to-Page), Op schaal (Scaled) of Pagina-indeling (Page Layout) is ingesteld voor Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma, wordt het document mogelijk niet correct afgedrukt in bepaalde versies van Word.
  • Pagina 369 Beschrijving van het printerstuurprogramma Beschrijving van het tabblad Snel instellen Beschrijving van het tabblad Afdruk Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Beschrijving van het tabblad Onderhoud Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Beschrijving van Canon IJ-statusmonitor...
  • Pagina 370 Beschrijving van het tabblad Snel instellen Op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) worden veelgebruikte afdrukinstellingen geregistreerd. Wanneer u een geregistreerde instelling selecteert, worden de vooraf ingestelde waarden automatisch toegepast op de printer. Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) De namen en pictogrammen van veelgebruikte afdrukprofielen worden geregistreerd. Wanneer u een afdrukprofiel selecteert op basis van het doel van het document, worden instellingen toegepast die overeenkomen met het doel.
  • Pagina 371 Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Schakel dit selectievakje uit als u geen afdrukvoorbeeld wilt zien. Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Extra functies (Additional Features)
  • Pagina 372 Voor sommige functies kunt u gedetailleerde instellingen selecteren op de tabbladen Afdruk (Main) en Pagina-instelling (Page Setup). Belangrijk • Afhankelijk van de afdrukprofielen zijn sommige functies mogelijk lichtgrijs en kunt u ze niet wijzigen. 2 op 1 afdrukken (2-on-1 Printing) Hiermee drukt u twee pagina's van het document naast elkaar af op één vel papier.
  • Pagina 373 Mediumtype (Media Type) Hier selecteert u een type afdrukpapier. Selecteer een mediumtype dat overeenstemt met het papier dat in de printer is geplaatst. Zo zorgt u ervoor dat correct wordt afgedrukt voor het opgegeven papier. Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier selecteert u het formaat van het papier dat in de printer is geplaatst.
  • Pagina 374 Achterste lade (Rear Tray) Het papier wordt altijd vanuit de achterste lade ingevoerd. Aantal (Copies) Hier geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken. U kunt een waarde opgeven tussen 1 en 999. Belangrijk • Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma.
  • Pagina 375 Dialoogvenster Veelgebruikte instellingen opslaan (Save Commonly Used Settings) Selecteer de pictogrammen van de afdrukprofielen die u wilt registreren in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en wijzig de items die u wilt opslaan in de afdrukprofielen. Pictogram (Icon) Hier selecteert u het pictogram voor het afdrukprofiel dat u wilt opslaan. Het geselecteerde pictogram wordt, samen met de naam, weergegeven in de lijst Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup).
  • Pagina 376 Verwante onderwerpen Afdrukken met de basisinstellingen Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven Afdrukken zonder marges starten Dubbelzijdig afdrukken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Papierformaat instellen (aangepast formaat) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen...
  • Pagina 377 Beschrijving van het tabblad Afdruk Op het tabblad Afdruk (Main) kunt u basisafdrukinstellingen opgeven in overeenstemming met het mediumtype. Voor een normale afdruktaak volstaat het instellingen op dit tabblad op te geven. Voorbeeld van instellingen De afbeelding van het vel papier laat zien hoe het origineel eruitziet op een vel papier. Zo kunt u de algemene indeling controleren.
  • Pagina 378 Laat zien hoe het afdrukresultaat eruitziet voordat u de gegevens daadwerkelijk afdrukt. Schakel dit selectievakje in als u een afdrukvoorbeeld wilt zien voordat u gaat afdrukken. Belangrijk • Als u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld wilt gebruiken, moet Microsoft .NET Framework 4 Client Profile op uw computer zijn geïnstalleerd. Standaard (Defaults) Hiermee herstelt u de standaardwaarden van alle instellingen die u hebt gewijzigd.
  • Pagina 379 Belangrijk • Bepaalde niveaus voor afdrukkwaliteit kunnen niet worden geselecteerd bij bepaalde instellingen voor Mediumtype (Media Type). Opmerking • De kwaliteitsmodi Hoog (High), Standaard (Standard) en Klad (Draft) zijn gekoppeld aan de schuifregelaar. Wanneer de schuifregelaar wordt verplaatst, worden daarom links de bijbehorende kwaliteit en waarde weergegeven.
  • Pagina 380 Helderheid (Brightness) Hier selecteert u de helderheid van de afdruk. U kunt het niveau van puur wit en zwart niet wijzigen. U kunt echter wel de helderheid van de kleuren tussen wit en zwart wijzigen. Intensiteit (Intensity) Hier past u de algehele intensiteit van de afdruk aan. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, neemt de intensiteit toe en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, neemt de intensiteit af.
  • Pagina 381 • Als Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) is geselecteerd op het tabblad Afdruk (Main), is Kleurcorrectie (Color Correction) lichtgrijs en niet beschikbaar voor selectie. Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven.
  • Pagina 382 ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken. Geef op welk invoerprofiel moet worden gebruikt. Belangrijk • Als de toepassing zo is ingesteld dat ICM is uitgeschakeld, is ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) niet beschikbaar voor Kleurcorrectie (Color Correction) en worden de afbeeldingsgegevens mogelijk niet correct worden afgedrukt door de printer.
  • Pagina 383 Beschrijving van het tabblad Pagina-instelling Op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) kunt u bepalen hoe een document op het papier moet worden geplaatst. Op dit tabblad kunt u ook het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde opgeven. Als de toepassing waarmee het document is gemaakt een vergelijkbare functie heeft, geeft u deze instellingen op met de toepassing.
  • Pagina 384 selectievakje 90 graden naar links roteren als afdrukstand [Liggend] is (Rotate 90 degrees left when orientation is [Landscape]) in. 180 graden roteren (Rotate 180 degrees) Het document wordt afgedrukt waarbij het 180 graden wordt gedraaid ten opzichte van de invoerrichting van het papier.
  • Pagina 385 Op schaal (Scaled) Documenten kunnen worden vergroot of verkleind tijdens het afdrukken. Geef het formaat op bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) of geef een schaalfactor op in het vak Schaling (Scaling). Schaling (Scaling) Hier geeft u een vergrotings- of verkleiningsfactor op voor het document dat u wilt afdrukken. Pagina-indeling (Page Layout) U kunt meerdere documentpagina's afdrukken op één vel papier.
  • Pagina 386 Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page) Schakel dit selectievakje in als u wilt dat bij het afdrukken met de laatste pagina wordt begonnen. Als u dit doet, hoeft u de pagina's na het afdrukken niet meer in de juiste volgorde te leggen. Schakel dit selectievakje uit als u het document in de normale volgorde wilt afdrukken vanaf de eerste pagina.
  • Pagina 387 Dialoogvenster Pagina-indeling afdrukken (Page Layout Printing) In dit dialoogvenster kunt u het aantal documentpagina's selecteren dat op één vel papier moet worden geplaatst, de paginavolgorde instellen en aangeven of een paginarand moet worden afgedrukt rondom elke documentpagina. U kunt de instellingen die u in dit dialoogvenster opgeeft, controleren in het instellingenvoorbeeld van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 388 Paginabereik afdrukken (Print page range) Hiermee geeft u het afdrukbereik op. Selecteer Alle (All) als u alle pagina’s wilt afdrukken. Selecteer Pagina's (Pages) om een specifieke pagina of een bereik op te geven. Opmerking • Als sommige pagina's niet correct zijn afgedrukt, geeft u de pagina's op die u niet wilt afdrukken door erop te klikken in het instellingenvoorbeeld op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
  • Pagina 389 ICM uitschakelen in de toepassingssoftware vereist (Disable ICM required from the application software) Hiermee schakelt u de ICM-functie uit die is vereist vanuit de toepassing. Als een toepassing Windows ICM gebruikt om gegevens af te drukken, kunnen onverwachte kleuren worden afgedrukt of kan de afdruksnelheid afnemen. Als deze problemen zich voordoen, kunt u de problemen mogelijk oplossen door dit selectievakje in te schakelen.
  • Pagina 390 Als een afgedrukt document ongewenste resultaten bevat, zoals strepen, kunt u het resultaat mogelijk verbeteren door dit selectievakje in te schakelen. Belangrijk • Normaal gesproken schakelt u dit selectievakje uit. Afbeeldingen schalen met behulp van naaste-buur interpolatie (Scale images using nearest- neighbor interpolation) Als een afbeelding tijdens het afdrukken moet worden vergroot of verkleind, gebruikt de printer een eenvoudig interpolatieproces om de afbeelding te vergroten of te verkleinen.
  • Pagina 391 Opmerking • Bij het XPS-printerstuurprogramma verandert de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) in de knop Stempel... (Stamp...) en is alleen de stempelfunctie beschikbaar. Stempel (Stamp) De functie Stempel drukt een stempel af over een document. Schakel dit selectievakje in en selecteer een titel in de lijst om een stempel af te drukken. Stempel definiëren...
  • Pagina 392 Tabblad Stempel (Stamp) Op het tabblad Stempel kunt u een tekst of bitmapbestand (.bmp) instellen dat u wilt gebruiken als stempel. Voorbeeldvenster Hier wordt de status getoond van de stempel die op elk tabblad is geconfigureerd. Stempeltype (Stamp Type) Hier geeft u het type stempel op. Selecteer Tekst (Text) om een stempel met tekens te maken.
  • Pagina 393 Grootte (Size) Hier past u het formaat aan van het bitmapbestand dat u als stempel wilt gebruiken. Wanneer u de schuifregelaar naar rechts schuift, wordt het formaat groter en wanneer u de schuifregelaar naar links schuift, wordt het formaat kleiner. Transparant wit gebied (Transparent white area) Hier geeft u op of u met wit gevulde delen van de bitmap transparant wilt maken.
  • Pagina 394 Stempels (Stamps) Hier ziet u een lijst met opgeslagen stempels. Selecteer een titel om de betreffende stempel weer te geven bij Naam (Title). Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de stempel op. Geef een titel op bij Naam (Title) en klik daarna op deze knop. Verwijderen (Delete) Hiermee verwijdert u een overbodige stempel.
  • Pagina 395 Opmerking • Spaties, tabs en regeleinden kunnen niet aan het begin of einde van een titel worden ingevoerd. Achtergronden (Backgrounds) Hier ziet u een lijst met geregistreerde achtergronden. Selecteer een titel om de betreffende achtergrond weer te geven bij Naam (Title). Opslaan (Save)/Opslaan overschrijven (Save overwrite) Hiermee slaat u de afbeeldingsgegevens op als achtergrond.
  • Pagina 396 Beschrijving van het tabblad Onderhoud Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan de printer of de instellingen van de printer wijzigen. Reiniging (Cleaning) Hiermee voert u een reiniging van de printkop uit. Bij het reinigen van de printkop worden de spuitopeningen vrijgemaakt. Voer deze reiniging uit wanneer de afdruk vaag is of een bepaalde kleur niet wordt afgedrukt, ook al zijn alle inktniveaus hoog genoeg.
  • Pagina 397 Uitlijning printkop (Print Head Alignment) Bij het uitlijnen van de printkoppen worden de installatieposities van de printkop gecorrigeerd waardoor kleuren en lijnen beter worden afgedrukt. Lijn de printkop direct uit nadat u de printkop hebt geplaatst. Wanneer u klikt op Uitlijning printkop (Print Head Alignment), wordt het Dialoogvenster Uitlijning printkop starten (Start Print Head Alignment) weergegeven.
  • Pagina 398 Reiniging rollen (Roller Cleaning) Hiermee reinigt u de papierinvoerrollen. Het papier wordt mogelijk niet correct ingevoerd als zich stof heeft gehecht op de papierinvoerrollen. Reinig in dat geval de papierinvoerrollen om het afdrukresultaat te verbeteren. Printer uit (Power Off) Hiermee schakelt u de printer uit via het printerstuurprogramma. Gebruik deze functie om de printer uit te schakelen wanneer u niet op de knop AAN (AAN/UIT) op de printer kunt drukken omdat u geen toegang hebt tot de printer.
  • Pagina 399 Als dit gebeurt, klikt u op OK om de meest recente instellingen op de computer weer te geven. Afdrukgeschiedenis weergeven (View Print History) Deze functie start het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld en geeft de afdrukgeschiedenis weer. Opmerking • U kunt deze functie alleen gebruiken met het XPS-printerstuurprogramma.
  • Pagina 400 (Print Head Alignment) weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u het afgedrukte raster controleren en de positie van de printkop aanpassen. Voorbeeldvenster Hier wordt het raster van Uitlijning printkop (Print Head Alignment) weergegeven en de positie van het geselecteerde raster gecontroleerd. U kunt de instelling ook wijzigen door rechtstreeks te klikken op het raster op het scherm.
  • Pagina 401 Batterij gebruiken (Using Battery) Geef de tijd op in de lijst. Als de accu wordt gebruikt en deze tijd verstrijkt zonder dat er bewerkingen plaatsvinden vanuit het printerstuurprogramma of de printer, wordt de printer automatisch uitgeschakeld. Belangrijk • Uitschakelen (Disable) kan niet worden opgegeven voor Batterij gebruiken (Using Battery). Dialoogvenster Stille instellingen (Quiet Settings) Wanneer u klikt op Stille instellingen (Quiet Settings), wordt het dialoogvenster Stille instellingen (Quiet Settings) weergegeven.
  • Pagina 402 Papierbreedte detecteren bij afdrukken vanaf computer (Detect the paper width when printing from computer) Wanneer u afdrukt vanaf de computer, bepaalt deze functie welk papier in de printer is geplaatst. Als de papierbreedte die door de printer wordt gedetecteerd verschilt van de breedte die is opgegeven bij Paginaformaat (Page Size) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup), wordt er een bericht weergegeven.
  • Pagina 403 Beschrijving van Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U kunt ook de instelling voor het mediumtype en de papierbron wijzigen.
  • Pagina 404 • Als de instelling Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) is ingesteld op Pagina-indeling (Page Layout), Tegels/poster (Tiling/Poster) of Boekje (Booklet), is het aantal pagina's het aantal vellen dat wordt gebruikt om af te drukken en niet het aantal pagina's in het originele document dat is gemaakt met de toepassing.
  • Pagina 405 Canon IJ-afdrukvoorbeeld gesloten. Knop Afdrukken annuleren (Cancel Printing) Hiermee beëindigt u het Canon IJ-afdrukvoorbeeld en annuleert u het afdrukken van het document dat wordt weergegeven in het voorbeeldscherm. U kunt op deze knop klikken terwijl documenten in de wachtrij worden geplaatst.
  • Pagina 406 Beschrijving van Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. Via dit voorbeeld kunt u ook het afgedrukte document of de afgedrukte pagina's bewerken, de afdrukinstellingen wijzigen en andere functies uitvoeren.
  • Pagina 407 Hiermee voegt u het document dat is opgeslagen in de afdrukgeschiedenis toe aan de documentenlijst. Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. De resterende documenten in de documentenlijst worden uit de lijst verwijderd. Deze opdracht heeft dezelfde functie als Afsluiten (Exit) in het gebied met afdrukinstellingen.
  • Pagina 408 Eén omlaag (Move Down One) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omlaag. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Naar laatste (Move to Last) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument naar het eind van de documentenlijst.
  • Pagina 409 Naar eerste (Move to First) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina naar het begin van het document. Als de geselecteerde pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Eén vooruit (Move Forward One) Hiermee verplaatst u de geselecteerde pagina één positie naar voren.
  • Pagina 410 Eerste pagina (First Page) Hiermee geeft u de eerste pagina van het document weer. Als de weergegeven pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. Vorige pagina (Previous Page) Hiermee wordt de pagina voor de momenteel weergegeven pagina weergegeven. Als de weergegeven pagina de eerste pagina is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
  • Pagina 411 Selecteer Pagina-informatie (Page Information), Indeling (Layout) of Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment). Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren. (Afdrukken) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
  • Pagina 412 (Eén omlaag) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument één positie omlaag. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd. (Naar laatste) Hiermee verplaatst u het geselecteerde afdrukdocument naar het eind van de documentenlijst. Als het geselecteerde document het laatste document is, is deze opdracht lichtgrijs en kan deze niet worden geselecteerd.
  • Pagina 413 Papierformaat printer (Printer Paper Size) Hier wordt het papierformaat weergegeven van het document dat u wilt afdrukken. Mediumtype (Media Type) Hier kunt u het mediumtype selecteren voor het document dat u wilt afdrukken. Papierbron (Paper Source) Hier kunt u de papierbron selecteren voor het document dat u wilt afdrukken. Pagina-indeling (Page Layout) Hier wordt de pagina-indeling weergegeven van het document dat u wilt afdrukken.
  • Pagina 414 Als het aantal afdrukken niet kan worden gewijzigd voor het afdrukdocument, is dit item lichtgrijs en niet beschikbaar. Afsluiten (Exit) Hiermee beëindigt u het Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld. De resterende documenten in de documentenlijst worden uit de lijst verwijderd. Afdrukken (Print) Hiermee drukt u de geselecteerde documenten in de lijst met documenten af.
  • Pagina 415 Overzicht van Canon IJ-statusmonitor Met de Canon IJ-statusmonitor kunt u de status van de printer en de inkt controleren aan de hand van afbeeldingen en berichten. U kunt informatie over het afgedrukte document en de voortgang van de afdruktaak controleren tijdens het afdrukken.
  • Pagina 416 Menu Optie (Option) Als u Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) selecteert wanneer een bericht met betrekking tot de printer wordt weergegeven, wordt de Canon IJ-statusmonitor gestart. Als Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd, zijn de volgende opdrachten beschikbaar.
  • Pagina 417 Sluiten (Close) Hiermee sluit u het dialoogvenster Inktdetails (Ink Details) en keert u terug naar de Canon IJ-statusmonitor. Menu Help Wanneer u deze menuoptie selecteert, wordt het Help-venster voor de Canon IJ-statusmonitor weergegeven en kunt u de versie en copyrightinformatie controleren.
  • Pagina 418 Het printerbesturingsbestand bijwerken Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen Voordat u het printerstuurprogramma installeert Het printerstuurprogramma installeren...
  • Pagina 419 Het nieuwste printerstuurprogramma ophalen Door het printerstuurprogramma bij te werken naar de nieuwste versie, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. U kunt de versie van het printerstuurprogramma controleren via de knop Info (About) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). U kunt vanaf onze website het nieuwste printerbesturingsbestand voor uw model downloaden. Belangrijk •...
  • Pagina 420 Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen Wanneer u een printerstuurprogramma niet meer nodig hebt, kunt u dit verwijderen. Sluit eerst alle actieve toepassingen voordat u het printerstuurprogramma gaat verwijderen. De procedure voor het verwijderen van het overbodige printerstuurprogramma is als volgt: 1. Start het verwijderprogramma •...
  • Pagina 421 Voordat u het printerstuurprogramma installeert Hier leest u wat u moet controleren voordat u het printerstuurprogramma gaat installeren. U moet dit gedeelte ook raadplegen als het printerstuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd. De printerstatus controleren • Zet de printer uit. De instellingen van de computer controleren •...
  • Pagina 422 Het printerstuurprogramma installeren U kunt op internet naar onze website gaan en het nieuwste printerstuurprogramma en XPS- printerstuurprogramma voor uw model downloaden. De procedure voor het installeren van het printerstuurprogramma is als volgt: 1. Zet de printer uit 2. Start het installatieprogramma Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload.
  • Pagina 423 Afdrukken vanaf een digitale camera Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Informatie over PictBridge-afdrukinstellingen (draadloos LAN)
  • Pagina 424 Foto's rechtstreeks afdrukken vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) U kunt een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN), zoals een digitale camera, een camcorder of een mobiele telefoon, met de printer verbinden via een draadloos LAN, zodat u opgeslagen foto's rechtstreeks kunt afdrukken zonder daarbij een computer te gebruiken. Apparaten die u kunt aansluiten: PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) Indeling afdrukbare beeldgegevens:...
  • Pagina 425 4. Geef de afdrukinstellingen zoals de papiersoort en indeling op. U kunt instellingen opgeven via het menu op het PictBridge-compatibele apparaat (draadloos LAN). Selecteer het formaat en het type van het papier dat u in de printer hebt geplaatst. Instellingen op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) 5.
  • Pagina 426 Opmerking • In de volgende beschrijving worden de namen van instellingen gebruikt van PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van het merk Canon. De namen van de instellingen kunnen afwijken, afhankelijk van het merk of model van uw apparaat. • Mogelijk zijn niet alle hieronder beschreven instellingen beschikbaar op bepaalde apparaten.
  • Pagina 427 *2 Als u met een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN) van het merk Canon items selecteert met de markering 'i', kunt u opnamegegevens (Exif Data) afdrukken in een lijstindeling (20-up) of op de marges van de geselecteerde gegevens (1-up). (Deze functie is mogelijk niet beschikbaar met sommige PictBridge-compatibele apparaten (draadloos LAN) van Canon.)
  • Pagina 428 Problemen oplossen Veelgestelde vragen Een computer of smartphone direct met een printer verbinden via een draadloos LAN (toegangspuntmodus) De printerinstelling wijzigen om draadloos LAN te gebruiken via een draadloze WAN-router Kan de printer niet inschakelen De afdruktaak wordt niet gestart Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd...
  • Pagina 429 Problemen met netwerkcommunicatie Problemen met de printer tijdens gebruik met netwerk Een printer wordt niet gedetecteerd in een netwerk Overige problemen met het netwerk...
  • Pagina 430 Problemen met de printer tijdens gebruik met netwerk De printer werkt opeens niet meer Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van de printer Afdruksnelheid is laag De printer kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan...
  • Pagina 431 De printer werkt opeens niet meer Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Kan niet communiceren met de printer via het draadloze LAN Kan niet communiceren met de printer die de toegangspuntmodus gebruikt U kunt niet afdrukken vanaf een computer die op het netwerk is aangesloten Kan niet communiceren met de printer nadat de netwerkinstellingen zijn gewijzigd Het kan enige tijd duren voordat de computer het IP-adres heeft opgehaald.
  • Pagina 432 Controle 10 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 433 Kan niet communiceren met de printer die de toegangspuntmodus gebruikt Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controle 1 Is de toegangspuntmodus uitgeschakeld? Controle 2 Schakel de toegangspuntmodus in volgens de onderstaande procedure. Zorg dat de printer is ingeschakeld. 2. Houd de knop Wi-Fi ingedrukt totdat het AAN/UIT(POWER)-lampje 3 maal knippert. Laat vervolgens de knop los.
  • Pagina 434 Zorg ervoor dat de toegangscontrole niet is ingesteld op het toegangspunt. Controle 3 Raadpleeg de instructiehandleiding van het toegangspunt of neem contact op met de fabrikant voor de procedures voor het aansluiten en installeren van een toegangspunt. Opmerking • Als u het MAC-adres of het IP-adres van de computer wilt controleren, raadpleegt u Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren.
  • Pagina 435 Het resterende inktniveau wordt niet weergegeven in de printerstatusmonitor van de printer Gebruik het printerstuurprogramma met bidirectionele communicatie. Selecteer Bi-directionele ondersteuning inschakelen (Enable bidirectional support) op het tabblad Poorten (Ports) van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen...
  • Pagina 436 Afdruksnelheid is laag De printer is mogelijk bezig met het afdrukken van een grote taak van een Controle 1 andere computer. Controleer of de status van de radiogolven goed is en pas de Controle 2 installatieposities aan terwijl u de status van de radiogolven controleert met IJ Network Tool.
  • Pagina 437 De printer kan niet worden gebruikt bij het vervangen van een toegangspunt of het wijzigen van de instellingen ervan Wanneer u een toegangspunt vervangt, dient u de netwerkinstallatie van de printer opnieuw uit te voeren. Voer de installatie van het netwerk opnieuw uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voer de installatie opnieuw uit volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 438 Een printer wordt niet gedetecteerd in een netwerk Kan de printer niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld De printer wordt niet gedetecteerd in het draadloze LAN...
  • Pagina 439 Kan de printer niet detecteren wanneer de netwerkcommunicatie wordt ingesteld Als de printer niet in het netwerk kan worden gedetecteerd wanneer u de netwerkcommunicatie instelt, controleert u de netwerkinstellingen voordat u de printer opnieuw detecteert. Kan de printer tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Belangrijk •...
  • Pagina 440 Kan de printer tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 1 Zijn de computer en het netwerkapparaat (router, toegangspunt en dergelijke) geconfigureerd en kan de computer verbinding maken met het netwerk? Controleer of u webpagina's kunt zien op de computer. Als u geen webpagina's kunt zien: Configureer de computer en het netwerkapparaat.
  • Pagina 441 • Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer: Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon- software* is toegestaan.
  • Pagina 442 Kan de printer tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 3 Controleer de instellingen van het toegangspunt. Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC- adresfiltering of de DHCP-functie. Zorg ervoor dat het radiokanaal van het toegangspunt en het radiokanaal dat aan de printer toegewezen is, hetzelfde zijn.
  • Pagina 443 Wanneer u IJ Network Tool gebruikt, klikt u op Bijwerken (Update) om de Controle 5 printer nogmaals te zoeken. Venster Canon IJ Network Tool Als u zoekt naar een printer via een netwerk, moet u controleren of de printer Controle 6 is gekoppeld aan de poort.
  • Pagina 444 Controle 13 Als de firewallfunctie van de beveiligingssoftware is ingeschakeld, wordt wellicht het bericht weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk. Als de waarschuwing wordt weergegeven, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang altijd wordt toegestaan.
  • Pagina 445 Overige problemen met het netwerk Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven U bent het beheerderswachtwoord van de printer vergeten Informatie over het netwerk controleren De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van de printer herstellen...
  • Pagina 446 Naam van een toegangspunt, SSID of een netwerksleutel vergeten Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP- of WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP- of WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Een coderingssleutel instellen Kan geen verbinding maken met een toegangspunt waaraan een WEP- of WPA-/WPA2-sleutel is toegewezen (u bent de WEP- of WPA-/WPA2-sleutel vergeten) Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de...
  • Pagina 447 De gedetailleerde WPA/WPA2-instellingen wijzigen voor meer informatie. Opmerking • Deze printer ondersteunt WPA/WPA2-PSK (WPA/WPA2-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2- Persoonlijk).
  • Pagina 448 Het bericht wordt tijdens installatie op het computerscherm weergegeven Het venster Wachtwoord invoeren (Enter Password) wordt weergegeven tijdens de installatie Het venster voor het instellen van de codering wordt weergegeven nadat het toegangspunt is geselecteerd in het venster Zoeken (Search) "U verbindt het apparaat met een niet gecodeerd draadloos netwerk"...
  • Pagina 449 Belangrijk • Als u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke informatie, getoond worden aan derden.
  • Pagina 450 U bent het beheerderswachtwoord van de printer vergeten Initialiseer de printerinstellingen. De printerinstellingen initialiseren Na de initialisatie van de printerinstellingen voert u de installatie uit met behulp van de Installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 451 Als u de informatie over de netwerkinstellingen wilt weergeven met IJ Network Tool, selecteert u Netwerkgegevens (Network Information) in het menu Beeld (View). Venster Canon IJ Network Tool Het IP-adres of het MAC-adres van de computer controleren Volg de hieronder beschreven procedure als u wilt controleren welk IP-adres of MAC-adres aan de computer is toegewezen.
  • Pagina 452 2. Voer de pingopdracht en het IP-adres van de doelprinter of het doeltoegangspunt in en druk dan op Enter. ping XXX.XXX.XXX.XXX "XXX.XXX.XXX.XXX" is het IP-adres van het doelapparaat. Als de communicatie beschikbaar is, wordt een bericht weergegeven dat lijkt op het volgende bericht. Antwoord van XXX.XXX.XXX.XXX: bytes=32 time=10ms TTL=255 Als Time-out van verzoek (Request timed out) wordt weergegeven, is de communicatie niet beschikbaar.
  • Pagina 453 De fabrieksstandaard van de netwerkinstellingen van de printer herstellen Belangrijk • Houd er rekening mee dat door initialisatie alle netwerkinstellingen op de printer worden gewist en dat afdrukken vanaf een computer via een netwerk wellicht onmogelijk wordt. Als u de printer via een netwerk wilt gebruiken, voert u de installatie uit met behulp van de installatie-cd-rom of voert u de installatie uit volgens de instructies op onze website.
  • Pagina 454 Problemen met afdrukken De afdruktaak wordt niet gestart Papierstoringen Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid...
  • Pagina 455 Controle 5 Afdrukken. De printer drukt niet goed af als u een printerstuurprogramma voor een andere printer gebruikt. Controleer of 'Canon XXX series' (waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) is geselecteerd in het dialoogvenster Afdrukken. Opmerking • Selecteer Als standaardprinter instellen (Set as Default Printer) als u de printer als standaardprinter wilt instellen.
  • Pagina 456 3. De eigenschappen van het printerstuurprogramma voor de printer openen. • Klik in Windows 8.1, Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX series' (waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
  • Pagina 457 Start IJ Network Tool en selecteer 'CNBJNPxxxxxxxxxx' zoals u in stap 4 hebt gecontroleerd. Koppel vervolgens de poort aan de printer via Poort associëren (Associate Port) in het menu Instellingen (Settings). Als het probleem niet is opgelost, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw met de Installatie- cd-rom of vanaf onze website.
  • Pagina 458 Papierstoringen Als papier is vastgelopen, knippert het Alarm-lampje en wordt automatisch een probleemoplossingsbericht op het computerscherm weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Bekijk de film Zie de Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) voor informatie over het verwijderen van het vastgelopen papier.
  • Pagina 459 Het papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier' Zorg dat er papier is geplaatst. Controle 1 Papier plaatsen Let op het volgende bij het plaatsen van papier in de printer. Controle 2 • Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u het papier uitwaaieren voordat u het papier plaatst. •...
  • Pagina 460 Papierstoringen om het papier te verwijderen als het papier in de achterste lade scheurt. Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u het voorwerp. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit, verwijdert u de accu en verwijdert u het voorwerp.
  • Pagina 461 Afdruktaak wordt beëindigd voordat deze is voltooid Is er papier geplaatst? Controle 1 Zorg dat er papier is geplaatst. Plaats nieuw papier als het papier in de printer op is. Bevatten de af te drukken documenten veel foto's of illustraties? Controle 2 Als u omvangrijke gegevens afdrukt zoals foto's of afbeeldingen, hebben de printer en de computer tijd nodig om deze gegevens te verwerken.
  • Pagina 462 Problemen met de afdrukkwaliteit Afdrukresultaten niet naar behoren Er wordt geen inkt toegevoerd...
  • Pagina 463 Afdrukresultaten niet naar behoren Als de afdrukresultaten witte strepen, verkeerd afgedrukte lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, kunt u het beste eerst controleren of de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit correct zijn. Komen de instellingen voor het paginaformaat en mediumtype overeen met Controle 1 het formaat en type papier dat is geplaatst? Als deze instellingen onjuist zijn, kunt u geen goed afdrukresultaat verkrijgen.
  • Pagina 464 De afdruktaak wordt niet voltooid Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 465 Geen afdrukresultaten/Onduidelijke afdrukken/Onjuiste kleuren/ Witte strepen Geen afdrukresultaten Onduidelijke afdrukken Onjuiste kleuren Witte strepen Bekijk de film...
  • Pagina 466 Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop. Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
  • Pagina 467 Lijnen worden verkeerd afgedrukt Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Lijn de printkop uit. Controle 2 Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
  • Pagina 468 Lijn wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Wordt de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge gebruikt? Controle 1 Als de functie Pagina-indeling afdrukken of Bindmarge wordt gebruikt, worden dunne lijnen mogelijk niet afgedrukt. Probeer de lijnen in het document dikker te maken. Is de omvang van de afdrukgegevens extreem groot? Controle 2 Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het...
  • Pagina 469 Afbeelding wordt niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt Selecteer de instelling die zorgt dat de afdrukgegevens niet worden Controle 1 gecomprimeerd. Het afdrukresultaat kan verbeteren als u in de toepassing die u gebruikt de instelling selecteert die zorgt dat afdrukgegevens niet worden gecomprimeerd. Klik op Afdrukopties (Print Options) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma.
  • Pagina 470 Wordt er fotopapier gebruikt voor het afdrukken van foto's? Controle 3 Als u gegevens afdrukt met een hoge kleurverzadiging, zoals foto's of afbeeldingen met diepe kleuren, raden wij het gebruik van Glossy Foto Papier Extra II of ander speciaal papier van Canon aan. Mediumtypen die u kunt gebruiken...
  • Pagina 471 Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen Papier vertoont vlekken De randen van het papier vertonen vlekken Het papier vertoont vlekken Papieroppervlak vertoont krassen Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Wordt de juiste papiersoort gebruikt? Controleer het volgende: Controle 2 •...
  • Pagina 472 1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven. 2. Controleer of het papier nu vlak is. Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren. Opmerking • Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd, ook al krullen ze niet naar binnen.
  • Pagina 473 Schuif de hendel voor papierdikte weer naar rechts als u klaar bent met afdrukken. Als de hendel voor papierdikte niet weer naar rechts wordt geschoven, wordt het binnenste van de printer sneller vies, omdat de ruimte tussen de printkop en het geplaatste papier dan groter is. De afdrukkwaliteit kan ook afnemen. Als de intensiteit te hoog is ingesteld, verlaagt u de intensiteit en probeert u Controle 5 opnieuw af te drukken.
  • Pagina 474 Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 3. Klik op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en vervolgens op Aangepaste instellingen (Custom Settings). 4. Stel de gewenste wachttijd in met behulp van de schuifregelaar Droogtijd inkt (Ink Drying Wait Time) en klik vervolgens op OK. 5.
  • Pagina 475 Vegen op de achterzijde van het papier Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Maak de binnenkant van de printer schoon door een reiniging van de Controle 2 onderste plaat uit te voeren. Het binnenste van de printer reinigen (Reiniging onderste plaat) Opmerking •...
  • Pagina 476 Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen Kleuren zijn ongelijkmatig Kleuren zijn gestreept Bekijk de film Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd? Controle 1 Afdrukresultaten niet naar behoren Druk het controleraster voor de spuitopeningen af en voer eventueel Controle 2 noodzakelijke onderhoud uit, zoals het reinigen van de printkop.
  • Pagina 477 • Als het probleem niet is opgelost nadat u de diepte-reiniging van de printkop tweemaal hebt uitgevoerd: Als het probleem nog niet is verholpen na een diepte-reiniging van de printkop, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum. Lijn de printkop uit.
  • Pagina 478 Er wordt geen inkt toegevoerd Is de inkt op? Controle 1 Open het klepje over de printkop en controleer de status van het inktlampje. De inktstatus controleren Zijn de spuitopeningen van de printkop verstopt? Controle 2 Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om te bepalen of de inkt op de juiste wijze uit de spuitopeningen van de printkop wordt gespoten.
  • Pagina 479 Problemen met de printer Kan de printer niet inschakelen De printer wordt onbedoeld uitgeschakeld Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Kan niet communiceren met de printer met een USB-verbinding Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven...
  • Pagina 480 Kan de printer niet inschakelen Druk op de knop AAN (ON). Controle 1 Controleer of de stekker goed in de netsnoeraansluiting van de printer is Controle 2 bevestigd en zet vervolgens de printer weer aan. Haal de stekker van de printer uit het stopcontact en wacht ten minste 2 Controle 3 minuten.
  • Pagina 481 De printer wordt onbedoeld uitgeschakeld Schakel de instelling uit om het apparaat automatisch uit te schakelen. Controle Als u de instelling om de printer automatisch uit te schakelen activeert, wordt de printer automatisch uitgeschakeld nadat de ingestelde tijd is verstreken. Als u niet wilt dat de printer automatisch wordt uitgeschakeld, opent u het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en selecteert u Uitschakelen (Disable) voor Netspanningsadapter gebruiken (Using AC Adapter) bij Printer automatisch uit (Auto Power Off) onder Printer automatisch aan/uit (Auto Power)
  • Pagina 482 Kan geen goede verbinding maken met een computer met een USB-kabel Afdruksnelheid is laag/USB Hi-Speed-verbinding werkt niet/Het bericht 'Dit apparaat kan sneller werken (This device can perform faster)' wordt weergegeven Als uw systeemomgeving niet volledig compatibel is met Hi-Speed USB, werkt de printer langzamer, op de snelheid van USB 1.1.
  • Pagina 483 Kan niet communiceren met de printer met een USB-verbinding Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controle 1 Zorg ervoor dat de USB-kabel correct is aangesloten. Controle 2 De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel voor een correcte aansluiting van de USB-kabel. Start IJ Network Tool niet tijdens het afdrukken.
  • Pagina 484 Printkophouder beweegt niet naar de positie voor vervangen Is het AAN/UIT (POWER)-lampje uit? Controle 1 Controleer of het AAN/UIT (POWER)-lampje brandt. De printkophouder kan zich uitsluitend verplaatsen wanneer de printer is ingeschakeld. Als het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is, sluit u het klepje van de printkop en zet u het printer aan. Knippert het Alarm-lampje? Controle 2 Sluit het klepje van de printkop, controleer hoe vaak het Alarm-lampje knippert, voer de juiste handelingen uit...
  • Pagina 485 De printerstatusmonitor wordt niet weergegeven Is de printerstatusmonitor ingeschakeld? Controle Zorg dat Statusmonitor inschakelen (Enable Status Monitor) is geselecteerd in het menu Optie (Option) van de printerstatusmonitor. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen 2.
  • Pagina 486 Problemen met installeren/downloaden Kan het printerstuurprogramma niet installeren Easy-WebPrint EX wordt niet gestart of het menu Easy-WebPrint EX wordt niet weergegeven Het printerstuurprogramma bijwerken in een netwerkomgeving IJ Network Tool verwijderen...
  • Pagina 487 Kan het printerstuurprogramma niet installeren • Indien de installatie ook niet wordt gestart nadat de installatie-cd-rom in het cd-rom-station van uw computer is geplaatst: Start de installatie met behulp van de volgende procedure. 1. Selecteer items zoals hieronder aangegeven. ◦ Selecteer in Windows 8.1 of Windows 8 het pictogram Verkenner (Explorer) op de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop) en selecteer vervolgens Computer in de lijst aan de linkerkant.
  • Pagina 488 Opmerking • De printer is niet gedetecteerd. Controleer de verbinding. (The printer is not detected. Check the connection.) kan mogelijk worden geselecteerd, afhankelijk van de computer die u gebruikt. Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten op de printer en de Controle 1 computer.
  • Pagina 489 Controle 1 (Toolbars) in het menu Beeld (View) van Internet Explorer? Als Canon Easy-WebPrint EX niet wordt weergegeven, is Easy-WebPrint EX niet op uw computer geïnstalleerd. Installeer de meeste recente versie van Easy-WebPrint EX op uw computer vanaf onze website.
  • Pagina 490 Het printerstuurprogramma bijwerken in een netwerkomgeving Download eerst het nieuwste printerstuurprogramma. U kunt het nieuwste printerstuurprogramma ophalen door naar onze website te gaan en het nieuwste printerstuurprogramma voor uw model te downloaden. Nadat u het printerstuurprogramma hebt verwijderd, installeert u het nieuwste printerstuurprogramma volgens de normale procedure.
  • Pagina 491 1. Selecteer Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Programma´s (Programs) > Programma´s en eigenschappen (Programs and Features). 2. Selecteer Canon IJ Network Tool uit de programmalijst en klik vervolgens op Verwijderen (Uninstall). Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) verschijnt, klikt u op Doorgaan (Continue).
  • Pagina 492 Informatie over weergegeven fouten/berichten Als er een fout optreedt Een bericht verschijnt op het scherm Er wordt een foutbericht weergegeven op een PictBridge-compatibel apparaat (draadloos LAN)
  • Pagina 493 Als er een fout optreedt Als er een fout optreedt tijdens het afdrukken (het papier in de printer is bijvoorbeeld op of vastgelopen), wordt automatisch een probleemoplossingsbericht weergegeven. Neem de maatregelen die in het bericht worden beschreven. Als er een fout optreedt, knippert het Alarm-lampje en wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op het computerscherm weergegeven.
  • Pagina 494 Er kan niet worden afgedrukt met de huidige afdrukinstelling. 4103 Knippert 12 keer De accu is leeg. 1810 Knippert 15 keer De inkttank wordt niet herkend. 1410, 1411 Knippert 17 keer De inkt is op. (Het lampje op de inkttank knippert.) 1688 Knippert 18 keer Het resterende inktniveau van de volgende inkt kan niet juist worden 1689...
  • Pagina 495 • Als een ondersteuningscode en een bericht worden weergegeven op het computerscherm: Opmerking • U kunt op de computer kijken welke stappen u moet uitvoeren bij fouten met een ondersteuningscode door de ondersteuningscode op te zoeken. Klik hier om te zoeken Een bericht verschijnt op het scherm voor meer informatie over het oplossen van fouten zonder ondersteuningscode.
  • Pagina 496 Een bericht verschijnt op het scherm In dit gedeelte worden enkele fouten en berichten beschreven. Opmerking • Voor sommige fouten of berichten wordt een ondersteuningscode (foutnummer) op de computer weergegeven. Raadpleeg de Lijst met ondersteuningscodes voor meer informatie over fouten met een ondersteuningscode.
  • Pagina 497 3. Open de eigenschappen van het printerstuurprogramma voor de printer. • Klik in Windows 8.1, Windows 8 of Windows 7 met de rechtermuisknop op het pictogram 'Canon XXX series' (waarbij 'XXX' de naam van uw printer is) en selecteer Printereigenschappen (Printer properties).
  • Pagina 498 herstel (Diagnose and Repair Printer). Volg de instructies op het scherm om de juiste printerpoort in te stellen en selecteer de naam van uw printer. Als het probleem niet is opgelost, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw met de Installatie- cd-rom of vanaf onze website. •...
  • Pagina 499 Als het venster Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support Properties) niet wordt weergegeven, controleert u of de printer goed op de computer is aangesloten. Controleer of de printer correct op de computer is aangesloten. Controle 3 3. Klik op de tab Algemeen (General) en controleer of er geen problemen met het apparaat worden weergegeven.
  • Pagina 500 • Indien u wilt deelnemen aan het onderzoeksprogramma: Klik op Akkoord (Agree) en volg de aanwijzingen op het scherm. De gebruiksgegevens van de printer worden via internet verstuurd. Als u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, worden de gegevens vanaf de volgende keer automatisch verzonden en wordt het bevestigingsvenster niet meer weergegeven.
  • Pagina 501 Als u bent aangemeld bij een beheerdersaccount, volgt u de aanwijzingen op het scherm. 2. Selecteer Canon Inkjet Printer/Scanner/Fax Extended Survey Program. 3. Selecteer Wijzigen (Change). Als u Ja (Yes) selecteert nadat u de aanwijzingen op het scherm hebt opgevolgd, wordt het bevestigingsvenster weergegeven bij het volgende onderzoek.
  • Pagina 502 (draadloos LAN) van het merk Canon. De foutberichten en procedures kunnen afwijken, afhankelijk van het apparaat dat u gebruikt. Controleer voor PictBridge apparaten (draadloos LAN) van andere merken dan Canon de status van het Alarm-lampje en voer de juiste handelingen uit om de fout te verhelpen. Raadpleeg Als er een fout optreedt voor meer informatie.
  • Pagina 503 Verwijder het vastgelopen papier, plaats nieuw papier, druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer en probeer opnieuw af te drukken. "Printerklep open" Sluit het klepje van de printkop van de printer. Geen printkop Controleer hoe vaak het Alarm-lampje knippert en neem de juiste maatregelen om het probleem op te lossen.
  • Pagina 504 Als u het probleem niet kunt oplossen met een van de suggesties in dit hoofdstuk, neemt u contact op met de verkoper van de printer of met het ondersteuningscentrum. Het ondersteuningspersoneel van Canon is opgeleid voor het verschaffen van technische ondersteuning aan klanten.
  • Pagina 505 Lijst met ondersteuningscodes Als er een fout optreedt, wordt de ondersteuningscode weergegeven op het computerscherm. "Ondersteuningscode" wil zeggen het foutnummer dat verschijnt bij een foutbericht. Als er een fout optreedt, controleert u de ondersteuningscode die wordt weergegeven op het computerscherm en voert u vervolgens de benodigde stappen uit. De ondersteuningscode wordt weergegeven op het computerscherm •...
  • Pagina 506 Lijst met ondersteuningscodes (als het papier is vastgelopen) Als het papier is vastgelopen, verwijdert u het aan de hand van de juiste procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) • Als u het vastgelopen papier niet ziet in de papieruitvoersleuf of de achterste lade: 1300 •...
  • Pagina 507 1300 Oorzaak Papier is vastgelopen in de papieruitvoersleuf of in de achterste lade. Actie Verwijder het vastgelopen papier aan de hand van de volgende procedure. Bekijk de film (Windows) Bekijk de film (Mac) Opmerking • Soms moet u tijdens het afdrukken de printer uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) om afdruktaken te annuleren voordat u de printer uitzet.
  • Pagina 508 Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst. • Het wordt aanbevolen ander papier dan papier van A5-formaat te gebruiken om documenten met foto's of afbeeldingen af te drukken, omdat de afdruk kan omkrullen en kan vastlopen tijdens het uitvoeren.
  • Pagina 509 Papier is vastgelopen in de printer Als het vastgelopen papier scheurt en u het papier niet kunt verwijderen uit de papieruitvoersleuf of de achterste lade, of als het vastgelopen papier in de printer blijft zitten, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
  • Pagina 510 4. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast. Als het papier is opgerold, trekt u het eruit. 5. Trek het papier er langzaam uit, zodat het niet scheurt. Houd het papier in een hoek van ongeveer 45 graden vast en trek het voorzichtig naar buiten. 6.
  • Pagina 511 7. Sluit het klepje over de printkop. Alle afdruktaken in de wachtrij worden geannuleerd. Druk de taken zo nodig opnieuw af. Opmerking • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst. Als het bericht over vastgelopen papier op het computerscherm wordt weergegeven wanneer u het afdrukken hervat nadat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd, is er misschien toch nog een stukje papier in de printer achtergebleven.
  • Pagina 512 In andere gevallen Voer de volgende controles uit: Bevinden zich vreemde voorwerpen bij de papieruitvoersleuf? Controle 1 Bevinden zich vreemde voorwerpen in de achterste lade? Controle 2 Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, haalt u de stekker uit het stopcontact en verwijdert u het voorwerp.
  • Pagina 513 1000 Oorzaak Het papier in de achterste lade is op. Actie Plaats papier in de achterste lade en druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer.
  • Pagina 514 1200 Oorzaak Het klepje over de printkop is open. Actie Sluit de klepje over de printkop en wacht een ogenblik. Sluit het paneel niet terwijl u een inkttank vervangt. Belangrijk • Wanneer u de inkttank vervangt, mag u de printkopvergrendeling niet aanraken.
  • Pagina 515 1401 Oorzaak De printkop is niet ge 誰 nstalleerd. Actie Installeer de printkop. Als de printkop reeds is ge 誰 nstalleerd, verwijdert u de printkop en installeert u deze opnieuw. Als het probleem nog steeds niet is verholpen, is de printkop mogelijk beschadigd. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 516 1403 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 517 1405 Oorzaak De printkop is mogelijk beschadigd. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 518 Open het klepje over de printkop en controleer of de inkttank waarvan het lampje uit is, correct is geplaatst. Als het voorste (binnenste) deel van de inkttank omhoog steekt, duwt u dit omlaag op het Canon-logo op de inkttank om deze correct te plaatsen.
  • Pagina 519 Open het klepje over de printkop en controleer of de inkttank waarvan het lampje uit is, correct is geplaatst. Als het voorste (binnenste) deel van de inkttank omhoog steekt, duwt u dit omlaag op het Canon-logo op de inkttank om deze correct te plaatsen.
  • Pagina 520 1600 Oorzaak Als het lampje op de inkttank knippert, is de inkt wellicht op. Actie Aanbevolen wordt de inkttank te vervangen. Als de printer bezig is met een afdruktaak en u wilt doorgaan met afdrukken, drukt u op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer terwijl de inkttank is geïnstalleerd.
  • Pagina 521 1660 Oorzaak De inkttank is niet geïnstalleerd. Actie Installeer de inkttank.
  • Pagina 522 1681 Oorzaak Er zijn meerdere inkttanks met dezelfde kleur geïnstalleerd. (Het lampje op de inkttank knippert.) Actie Controleer of de inkttanks op de juiste plaatsen zijn geïnstalleerd.
  • Pagina 523 • Zorg dat de inkttank correct is geïnstalleerd. Druk op de inkttank totdat deze vastklikt. Als het voorste (binnenste) deel van de inkttank omhoog steekt, duwt u dit omlaag op het Canon-logo op de inkttank. • Links en rechts van de printkopvergrendeling bevindt zich een lipje. Druk op beide lipjes van de printkopvergrendeling en zorg dat beide lipjes stevig vast zitten.
  • Pagina 524 5 seconden ingedrukt. Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking of problemen veroorzaakt door het voortzetten van het afdrukken met een lege inkttank.
  • Pagina 525 5 seconden ingedrukt. Hierdoor wordt het uitschakelen van de functie voor het detecteren van het resterende inktniveau in het geheugen opgeslagen. Canon is niet aansprakelijk voor een slechte werking van of schade aan de machine veroorzaakt door opnieuw gevulde inkttanks.
  • Pagina 526 1700 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 527 1701 Oorzaak Absorptiekussen inkt bijna vol. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om het afdrukken te hervatten. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 528 1810 Oorzaak De accu is leeg. Actie Annuleer het afdrukken als een afdruktaak wordt uitgevoerd. Zet de printer uit en vervang de accu door een volledig opgeladen accu of koppel het accucompartiment los en sluit de meegeleverde netspanningsadapter aan op de printer.
  • Pagina 529 2100 Oorzaak Het papierformaat in de afdrukinstelling komt niet overeen met het papierformaat van het geplaatste papier. Actie Controleer de afdrukinstellingen en het geplaatste papier, plaats papier van het juiste formaat en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u nogmaals op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert.
  • Pagina 530 2101 Oorzaak Het papierformaat in de afdrukinstelling komt niet overeen met het papierformaat van het geplaatste papier. Actie Controleer de afdrukinstellingen en het geplaatste papier, plaats papier van het juiste formaat en druk vervolgens op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer. Als u het afdrukken wilt annuleren, drukt u nogmaals op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/ CANCEL) op de printer terwijl het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert.
  • Pagina 531 2103 Oorzaak De printer kan het papierformaat niet detecteren. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om de fout te wissen en probeer nogmaals af te drukken. Als de fout zich blijft voordoen, zelfs nadat u opnieuw hebt afgedrukt, stelt u de printer met het printerstuurprogramma of de externe gebruikersinterface zo in dat de papierbreedte niet wordt gedetecteerd.
  • Pagina 532 • Druk het controleraster voor de spuitopeningen af om de status van de printkop te controleren. • Plaats een vel van het formaat A4/Letter Canon Matglans Foto Papier MP-101 en voer de automatische uitlijning van de printkop opnieuw uit.
  • Pagina 533 4103 Oorzaak Kan niet automatisch dubbelzijdig afdrukken met de huidige afdrukinstellingen. Actie Druk op de knop HERVATTEN/ANNULEREN (RESUME/CANCEL) op de printer om het afdrukken te annuleren. Wijzig vervolgens de afdrukinstellingen en druk nogmaals af.
  • Pagina 534 5100 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Annuleer het afdrukken en schakel de printer uit. Controleer daarna het volgende. • Controleer of er geen materiaal (zoals vastgelopen papier) is dat de beweging van de printkophouder belemmert. Als dat wel het geval is, verwijdert u het materiaal. •...
  • Pagina 535 5200 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 536 5400 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 537 5700 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 538 5B00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 539 5B01 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 540 5C00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 541 6000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 542 6500 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 543 6800 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 544 6801 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 545 6900 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 546 6901 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 547 6902 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 548 6910 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 549 6911 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 550 6930 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 551 6931 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 552 6932 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 553 6933 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 554 6940 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 555 6941 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 556 6942 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 557 6943 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 558 6944 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 559 6945 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 560 6946 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 561 6A00 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 562 A000 Oorzaak Er is een printerfout opgetreden. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact of bevestig de accu en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 563 A100 Oorzaak Er is een probleem met de accu. Actie Annuleer het afdrukken en schakel daarna de printer uit. Vervang de accu of verwijder het batterijcompartiment en sluit de meegeleverde netspanningsadapter aan op de printer. Steek de stekker van de printer weer in het stopcontact en zet de printer weer aan. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 564 B201 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 565 B202 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 566 B203 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.
  • Pagina 567 B204 Oorzaak Er is een fout opgetreden waarvoor u contact moet opnemen met het ondersteuningscentrum. Actie Zet de printer uit en trek de stekker van de printer uit het stopcontact. Als u een accu gebruikt, schakelt u de printer uit en verwijdert u de accu. Neem contact op met het ondersteuningscentrum.