Opnamestand
Diafragma AE (A)
Diafragma AE (A)
In deze stand kiest u het diafragma door aan de secundaire instelschijf te draaien terwijl de
camera de sluitertijd aanpast voor optimale belichting.
R Voor informatie over de functies van de hoofd- en secundaire instelschijf, zie pagina 4.
Q Indien het met het gekozen diafragma niet mogelijk is om tot een goede belichting te
komen, dan wordt de sluitertijd rood weergegeven wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. Pas het diafragma aan totdat een goede belichting is verkregen.
Voorbeeld scherptediepte
Voorbeeld scherptediepte
Wanneer L VOORB DIEPTESCH is toegewezen aan een functietoets (P 40), stopt
drukken op de knop het kleiner worden van het diafragma dan de ingestelde waarde,
waardoor de scherptediepte als voorbeeld in de weergave wordt bekeken.
Scherptediepte kan ook worden bekeken met behulp van de scherptediepte-indicator
in de standaardweergave wanneer AF-AFSTANDSINDICATOR/MF-AFSTANDSINDICA-
TOR is geselecteerd in het menu A SCHERM SET-UP > DISP. INST. OP MAAT. Druk op
DISP/BACK om standaardindicatoren te selecteren.
52
A
4000
5.6
400
01 0.5
1.0
1.5
2.0
3.0
5.0
10
A
4000
5.6
400
5
1.0
1.5
2.0
3.0
5.0
Scherptediepte