Probleem
Probleem
• • Het gezicht van het onderwerp wordt afgedekt door een zonnebril, een hoed, lang haar of andere voorwerpen
Het gezicht van het onderwerp wordt afgedekt door een zonnebril, een hoed, lang haar of andere voorwerpen: Verwijder
de belemmeringen.
de belemmeringen.
• • Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een klein deel van het beeld
Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een klein deel van het beeld: Wijzig de compositie zodat het gezicht van
Er is geen gezicht gede-
Er is geen gezicht gede-
het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (P
tecteerd.
tecteerd.
• • Het onderwerp houdt het hoofd schuin of horizontaal
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of horizontaal: Vraag het onderwerp het hoofd recht te houden.
• • De camera wordt schuin gehouden
De camera wordt schuin gehouden: Houd de camera recht (
• • Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht
Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht: Fotografeer bij helder licht.
Er is een verkeerd onderwerp
Er is een verkeerd onderwerp
Het geselecteerde onderwerp is dichter bij het midden van het beeld dan het hoofdonderwerp. Pas de compositie van
Het geselecteerde onderwerp is dichter bij het midden van het beeld dan het hoofdonderwerp. Pas de compositie van
geselecteerd.
geselecteerd.
de foto aan of schakel gezichtsdetectie uit en kadreer de foto met behulp van scherpstelvergrendeling (
de foto aan of schakel gezichtsdetectie uit en kadreer de foto met behulp van scherpstelvergrendeling (P
• • De fl itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen
De fl itser kan niet worden gebruikt bij de huidige instellingen: Zie de lijst met instellingen die met de fl itser kunnen
worden gebruikt (
worden gebruikt (P
• • De fl itser is omlaag
De fl itser is omlaag: Zet de fl itser omhoog (
De fl itser fl itst niet.
De fl itser fl itst niet.
• • De batterij is leeg
De batterij is leeg: Laad de batterij op (
• • De camera bevindt zich in de stand bracketing of continu
De camera bevindt zich in de stand bracketing of continu: Selecteer de enkele-fotostand (
• • UIT
UIT is geselecteerd voor
Sommige fl itsstanden zijn
Sommige fl itsstanden zijn
is geselecteerd voor o
UIT is geselecteerd voor
UIT
niet beschikbaar.
niet beschikbaar.
• • Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik van de fl itser: Plaats het onderwerp binnen het bereik van de fl itser
Het onderwerp wordt niet
Het onderwerp wordt niet
( ( P
P 138).
volledig door de fl itser
volledig door de fl itser
• • Het venster van de fl itser wordt afgedekt
Het venster van de fl itser wordt afgedekt: Houd de camera op juiste wijze vast (
verlicht.
verlicht.
• • De sluitertijd is korter dan
De sluitertijd is korter dan
• • De lens is vuil
De lens is vuil: Maak de lens schoon (
• • De lens wordt geblokkeerd
De lens wordt geblokkeerd: Houd voorwerpen uit de buurt van de lens.
De foto's zijn onscherp.
De foto's zijn onscherp.
• • s
s verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood
opname maakt (P
opname maakt (
• • De sluitertijd is lang en de omgevingstemperatuur is hoog
De sluitertijd is lang en de omgevingstemperatuur is hoog: Dit is normaal en duidt niet op een defect.
De foto's hebben spikkels.
De foto's hebben spikkels.
• • De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge temperaturen of er wordt een temperatuurwaarschuwing weergegeven
De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge temperaturen of er wordt een temperatuurwaarschuwing weergegeven: :
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afgekoeld.
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afgekoeld.
: Houd de camera recht (P
P 142).
142).
: Zet de fl itser omhoog (P
: Laad de batterij op (P
is geselecteerd voor o
o GELUID & FLITS
GELUID & FLITS: Selecteer
o GELUID & FLITS
GELUID & FLITS. Selecteer
138).
/
s s: Selecteer een langere sluitertijd (
: Selecteer een langere sluitertijd (P
P xi). xi).
: Maak de lens schoon (P
: Houd voorwerpen uit de buurt van de lens.
verschijnt tijdens het fotograferen en het scherpstelframe wordt rood: Controleer de scherpstelling voordat u de
P 29).
29).
Oplossing
Oplossing
P 60).
60).
: Vraag het onderwerp het hoofd recht te houden.
P 29).
29).
: Fotografeer bij helder licht.
: Zie de lijst met instellingen die met de fl itser kunnen
P 75).
75).
P 18) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
18) of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (P
: Selecteer de enkele-fotostand (P
: Selecteer AAN
AAN ( (P
P 99).
99).
P 99).
. Selecteer AAN
AAN ( (P
99).
: Plaats het onderwerp binnen het bereik van de fl itser
: Houd de camera op juiste wijze vast (P
P 76, 51, 53).
76, 51, 53).
: Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Problemen en oplossingen
: Wijzig de compositie zodat het gezicht van
P 60).
P 14).
14).
P 64).
64).
P 29).
29).
: Controleer de scherpstelling voordat u de
: Verwijder
60).
127