Het instellingenmenu
h
h TOETSINSTELLING
TOETSINSTELLING
Kies de functies uitgevoerd door camerabediening.
Optie
Optie
FUNCTIE-INS. (Fn)
FUNCTIE-INS. (Fn)
BEWERK/SLA OP SNELMENU
BEWERK/SLA OP SNELMENU
I
I SCHERPSTELRING
SCHERPSTELRING
Kies de richting waarin de scherpstelring moet worden gedraaid om de scherpstelafstand te veranderen.
K
K TOUCH SCREEN INSTELLINGEN
TOUCH SCREEN INSTELLINGEN
Schakel touchscreen knoppen in of uit (P 24, 30, 34).
Z STROOMBEHEER
Z
STROOMBEHEER
Pas de instellingen voor stroombeheer aan.
Optie
Optie
Kies de tijdsduur alvorens de camera automatisch uitschakelt wanneer er geen bewerkingen worden uitge-
voerd. Kortere tijden verhogen de gebruiksduur van de batterij; als UIT is geselecteerd, moet de camera hand-
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
matig worden uitgeschakeld. Let op dat in sommige gevallen de camera automatisch uitschakelt, zelfs wanneer
UIT is geselecteerd.
Selecteer AAN voor sneller scherpstellen en het verlagen van de tijd die nodig is voor het herstarten van de
HOGE PRESTATIE
HOGE PRESTATIE
camera nadat deze werd uitgeschakeld.
V
V SENSORREINIGING
SENSORREINIGING
Verwijder stof van de camerabeeldsensor.
• OK: Reinig sensor onmiddellijk (P xi).
• WANNEER INGESCHAKELD: Als deze optie is geselecteerd, wordt sensorreiniging uitgevoerd zodra de camera inschakelt.
• WANNEER UITGESCHAKELD: Als deze optie is geselecteerd, wordt sensorreiniging uitgevoerd zodra de camera uitschakelt (sensorreiniging
wordt echter niet uitgevoerd als de camera uitschakelt in de afspeelstand).
R Stof dat niet kan worden verwijderd met behulp van sensorreiniging, kan handmatig worden verwijderd (P 124).
102
Kies de functies die worden vervuld door de functietoetsen (
Kies de weergegeven opties in het snelmenu (P 39).
Beschrijving
Beschrijving
P
40).
Beschrijving
Beschrijving