Als u deze procedure niet volgt, is het
mogelijk dat de motor wat moeilijker start
en dat het motortoerental wat schommelt
bij stationair draaien. Deze symptomen
kunnen aanhouden totdat u de
inleerprocedure van de brandstof hebt
voltooid.
Opslaan voor de lange termijn
De meeste benzine bevat ethanol. Het is
raadzaam dat u de brandstoftank vult met
brandstof met ene laag ethanolgehalte
(E10) als de auto langer dan twee
maanden niet wordt gebruikt. Er wordt
tevens aangeraden contact op te nemen
met een erkende dealer.
LOCATIE TANKTRECHTER
De tanktrechter bevindt zich in de
opbergruimte linksachter.
OPRAKEN VAN DE
BRANDSTOF
Wanneer de brandstoftank helemaal leeg
raakt, kan dit schade aan de auto
veroorzaken die niet onder de
voertuiggarantie valt.
Als de tank is leeggereden:
•
Voeg minimaal 5 L brandstof toe om
de motor opnieuw te starten.
•
Het is mogelijk dat u na bijtanken het
contact herhaaldelijk moet uitzetten
en daarna weer aanzetten, zodat het
brandstofsysteem de brandstof van de
tank naar de motor kan pompen. Bij
opnieuw starten duurt de starttijd
enkele seconden langer dan normaal.
N.B.: Als de auto op een steile helling staat,
kan er meer brandstof nodig zijn.
Puma (CF7) Vehicles Built From: 15-03-2021 Vehicles Built Up To: 24-10-2021, CG3833nlNLD nlNLD, Edition date: 202012, First-Printing
Brandstof en tanken
Een draagbaar brandstofreservoir
vullen
Gebruik de volgende richtlijnen om de
vorming van elektrostatische lading te
voorkomen, wat kan leiden tot
vonkvorming, wanneer u een niet-geaard
brandstofreservoir vult:
•
•
•
•
Brandstof toevoegen uit een
draagbaar brandstofreservoir
214
WAARSCHUWING: De brandstof
die door het spuitstuk van de
brandstofpomp stroomt, kan statische
elektriciteit veroorzaken. Dit kan brand
veroorzaken wanneer u een niet-geaard
brandstofreservoir vult.
Gebruik alleen een goedgekeurd
brandstofreservoir om brandstof in uw
auto te gieten. Plaats het goedgekeurd
brandstofreservoir op de grond tijdens
het vullen.
Vul het brandstofreservoir niet terwijl
het in uw auto staat (inclusief in de
kofferruimte).
Houd het spuitstuk van de
brandstofpomp in contact met het
brandstofreservoir tijdens het vullen.
Gebruik geen inrichting om de
handgreep van de brandstofpomp op
zijn plaats te houden.
WAARSCHUWING: Stop geen
spuitstuk van een brandstofreservoir of
trechter in de brandstofvulnek. Dit kan
de vulnek van het brandstofsysteem of
de afdichting ervan beschadigen en kan
ervoor zorgen dat er brandstof op de
grond terecht komt.