Inhoudsopgave
Advertenties
H
ANDLEIDING PNEUMATISCHE AANDRIJVINGEN
B)
Opbouw van de aandrijving op de armatuur en aansluiting van extra
modules
Deze handleiding bevat veiligheidsinstructies voor voorzienbare risico's bij de opbouw van de
aandrijving op een armatuur.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om de onderstaande instructies aan te
vullen voor andere, in het bijzonder voor armaturen geldende risico's
alle vereisten voor dit systeem geldt als voorwaarde
De aansluiting van eventueel meegeleverde elektrische/elektro-pneumatische extra modules is
beschreven in de meegeleverde documentatie.
Deze gegevens gelden als aanvulling op deze handleiding.
B1
Veiligheidsinstructies voor opbouw en aansluiting
Opbouw en pneumatische/elektrische aansluiting van een aandrijving op één of
meer gebruikerssystemen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakkundig
personeel. Vakkundig in de zin van deze handleiding zijn personen die op grond
van hun opleiding, deskundigheid en beroepservaring de aan hen opgedragen
werkzaamheden op de juiste wijze kunnen beoordelen, deze correct kunnen
uitvoeren en mogelijke gevaren kunnen identificeren en verwijderen.
De
kennis
kogelkranen) is eveneens vereist voor de opbouw. Opbouw en aansluiting dienen
eventueel ook in overleg met ter zake kundige collega's worden uitgevoerd.
Aandrijvingen zijn geen "ladders": armatuur, aandrijving en toevoerleidingen
moeten worden vrijgehouden van externe lasten.
De ingebruikname van de aandrijving die op een armatuur is gebouwd mag pas
worden geactiveerd als de armatuur aan beide kanten wordt omsloten door een
leiding- of apparaatsegment. Bij eerdere activering ontstaat gevaar voor beknelling.
Gevaar
Dit is uitsluitend de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
voor
beknelling!
De installatie van toebehoren aan het bovenste asuiteinde, dat niet voor dit doel is bestemd, is niet
toegestaan.
Toegestaan zijn bijvoorbeeld eindschakelkasten of sensoren voor bewaking van de eindpositie en
positieregelaars.
Niet toegestaan zijn onder andere handhendels voor de handmatige activering van de aandrijfas en
activeringshendels voor sensoren die niet in de behuizing zijn opgenomen en waardoor dus gevaar voor
beknelling kan ontstaan.
Zorg er bij gebruik van verlengde instelschroeven voor dat deze na montage en afstelling van de
eindpositie tot een ongevaarlijke lengte (max. 10 mm uitstekend) worden ingekort of van een passende
bescherming tegen verwondingen worden voorzien.
B2
Interfaces
De besteller moet ervoor zorgen dat de volgende verbindingen compatibel zijn:
a) flensverbinding aandrijving/armatuur: met afmetingen conform ISO 5211 (aandrijving en/of
armatuur kunnen meerdere boorgaten hebben!),
b) aandrijfas armatuur/boorgat binnenvierkant/pasveer in aandrijving:
► vorm (= vierkant of met pasveer) moeten overeenkomen,
► de fabrikant van de armatuur moet de passende maten en toleranties voor de armatuuras
hebben vastgelegd.
Pagina 6 van 19
EB
van
typische
eigenschappen
.1 SYD
EB
.1 SYS
X
EN
X
van
zwenkarmaturen
In acht nemen van
.
(kleppen,
Advertenties
Inhoudsopgave
