Inhoudsopgave
Advertenties
H
ANDLEIDING PNEUMATISCHE AANDRIJVINGEN
D3 T
ECHNISCHE KENMERKEN VAN DE AANDRIJVING
D4 O
PMERKINGEN OVER RISICO
D5 O
PMERKINGEN OVER ANDERE RISICO
A)
Algemene informatie
A1
Uitleg van symbolen
Opmerkingen worden in deze handleiding aangeduid met symbolen:
Gevaar/Waarschuwing
... duidt op een directe gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel bij personen kan leiden
als deze niet wordt vermeden.
xxxxxxx
Opmerking
... duidt op een instructie die absoluut in acht moet worden genomen.
Informatie
... biedt handige tips en aanbevelingen
A2
Gebruik voor het beoogde, toegelaten gebruiksdoel
Pneumatische zwenkaandrijvingen type EBX.1 SYD (dubbelwerkend) en typ EBX.1 SYS (met sluit- of
openingsveer) hebben tot doel,
na aansluiting van de magneetklep op een aan de kant van de installatie toegevoegde besturing,
met gasvormig stuurmedium (in de regel perslucht) met stuurdruk conform het typeplaatje,
bij omgevingsomstandigheden tussen -20 °C en +80 °C (EBRO-standaard)
of tussen -40 °C en +120 °C (speciale EBRO-uitvoeringen)
bij type EBX.1 SYD met dubbelwerkende functie, bij type EBx.1 SYS met „fail safe"-functie
veersluitend of veeropenend,
armaturen met 90°-zwenkbeweging (bv. kleppen en kogelkranen) met de elektrische signalen van de
bovengenoemde besturing in de standen <OPEN> en <DICHT> te activeren.
Een correct aangesloten aandrijving moet in de regel rechtsom (gezien vanaf de aandrijfas van de
armatuur) sluiten en linksom openen.
Het uitvoerkoppel en de karakteristieke curve (zie technische bijlage) van de aandrijving moet zijn
aangepast aan de armatuur aangepast en met behulp van de optische indicatie, de positie van de
armatuur correct aangeven.
De perslucht moet ter bescherming van de magneetklep met 40m maaswijdte (
zijn gefilterd. Deze moet worden gedroogd en bij schakelcycli van meer dan 4x/min licht worden geolied.
Met behulp van een (optioneel) aan de aandrijving geïnstalleerde module "positieregelaar" wordt de
positie van de aandrijving aan de besturing aan de kant van de installatie doorgegeven.
Met behulp van een (optioneel) op de aandrijving geïnstalleerde module "positiesensor" worden ook de
tussenposities van de armatuur tussen <OPEN> en <DICHT> aangegeven en doorgegeven aan de
besturing aan de kant van de installatie.
Pagina 3 van 19
'
S BIJ PERMANENT GEBRUIK
'
S
EB
.1 SYD
EB
.1 SYS
X
EN
X
ISO 8573-1, klasse 5)
17
17
17
Advertenties
Inhoudsopgave
