Brandstofmeter
N.B.: Bij type 3 wordt deze meter
weergegeven in het berichtencentrum.
De pijl naast het symbool van de pomp
duidt aan aan welke zijde zich de klep van
de brandstofvulopening bevindt.
WAARSCHUWINGS- EN
INDICATIELAMPEN
Nadat het contact is aangezet gaan de
volgende waarschuwings- en
controlelampen kort branden ter
bevestiging dat het systeem operationeel
is:
•
ABS
•
Airbag
•
Controlefunctie blinde hoek
•
Remsysteem
•
Koelvloeistoftemp.
•
Elektrische parkeerrem (EPB)
•
Motor
•
Vorst
•
Ontsteking
•
Oliedruk
•
Stabiliteitsregeling (ESC)
Indien een van deze waarschuwings- of
controlelampjes niet gaat branden
wanneer het contact wordt ingeschakeld,
duidt dit op een storing. Laat het systeem
onmiddellijk door een geschoolde monteur
controleren.
ABS-controlelampje
Brandt deze lamp tijdens het
rijden, dan wijst dit op een
storing. De normale remwerking
blijft gehandhaafd (zonder ABS). Laat het
systeem zo snel mogelijk door een goed
opgeleide en vakkundige monteur
controleren.
Galaxy/S-MAX (CA1) Vehicles Built From: 25-11-2013, Vehicles Built Up To: 18-12-2014, CG3533nlNLD nlNLD, Edition date: 11/2013, Second Printing
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslampje airbag
een goed opgeleide monteur controleren.
Indicator dodehoekmonitor
Zie Informatiesysteem dode hoek
(bladzijde 84). Zie Infoberichten
(bladzijde 107).
Lamp remsysteem
voorzichtig.
Gaat deze lamp tijdens het rijden branden,
controleer dan of de parkeerrem nog is
ingeschakeld. Als de parkeerrem niet is
ingeschakeld, is er een storing aanwezig.
Laat het systeem onmiddellijk door een
goed opgeleide monteur controleren.
Waarschuwingslamp
koelvloeistoftemperatuur
onmiddellijk door een goed opgeleide
monteur controleren.
90
Brandt deze lamp tijdens het
rijden, dan wijst dit op een
storing. Laat het systeem door
Deze brandt wanneer deze
functie wordt uitgeschakeld of
in combinatie met een bericht.
De lamp gaat branden wanneer
de parkeerrem wordt
ingeschakeld.
WAARSCHUWING
Verminder geleidelijk uw snelheid en
breng de auto tot stilstand zodra dit
veilig kan. Gebruik de remmen
LET OP
Hervat uw reis niet wanneer het
controlelampje gaat branden terwijl
het peil correct is. Laat het systeem