Doe het volgende om de referentiehoogte in te stellen:
. Blader in het functiemenu naar Altitudemet de pijltjestoetsen en druk op Suunto.
. Stel met de pijltjestoetsen in het veld de referentiehoogte in, die overeenkomt met
de werkelijke hoogte van uw locatie op dat moment en druk op Suunto. U keert
terug naar het functiemenu.
N.B.: Wanneer de wijziging in de Use modus is geaccepteerd, gaat het computerhorloge
automatisch naar de toestand waarin Altitude geselecteerd wordt weergegeven, om
het instellen van de referentiehoogte te vergemakkelijken.
Weet u de hoogte niet van uw locatie, gebruik dan de luchtdruk om met behulp
daarmee de hoogte te bepalen. Dit doet u zo: ga naar de Weather modus en stel de
actuele luchtdruk voor zeeniveau in. Dit kunt opvragen bijvoorbeeld bij een luchthaven,
weerstation of van het internet halen.
3.3.4. compass [kompas]
Het kompasmenu bevat functies of voor het kalibreren van het kompas of voor het
instellen van de afwijkingshoek.
het kompas kalibreren [calib]
Als het kompas niet goed lijkt te werken - bijv. het geeft de verkeerde kompasrichting
aan of de richting verandert te langzaam - moet u het allereerst kalibreren. U moet het
kompas ook kalibreren na het verwisselen van de Suunto X6/X6M batterij.
Krachtige elektromagnetische velden, zoals spanningskabels, luidsprekers en magneten,
kunnen het kalibreren van het kompas beïnvloeden. Het is raadzaam het kompas te
kalibreren als uw Suunto X6/X6M aan dergelijke velden heeft blootgestaan.
Het is ook raadzaam het kompas te kalibreren voor een lange tocht, bijvoorbeeld een
trektocht.
9