16
Instellingen
16.4
Positie van de nettoevoerarm controleren en instellen
Stand (II) van de schroef: gemiddelde dichtheid van de baalkern, 2 inkepingen boven (2)
RP000-295
Stand (III) van de schroef: geringe dichtheid van de baalkern, 3 inkepingen boven (3)
Rolbodemspanning voor controleren en instellen
RPG000-130
De veer (3) is correct ingesteld wanneer de maat X=130 mm en de maat Y=690 mm bedragen.
Wanneer de dubbele toevoerarmen (1) aan de rechter en linker machinezijde zich op gelijke
hoogte bevinden, moeten beide veren (3) dezelfde veerspanning aantonen.
De volgende instellingen aan de rechter en linker machinezijde op gelijke wijze uitvoeren:
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
ü De aanslag (2) bevindt zich in stand (III) (geringe dichtheid van de baalkern).
ü De dubbele toevoerarm (1) ligt op de aanslag (2).
ü De perskamer is gesloten.
De veer (3) zodanig instellen dat de maten X=130 mm en Y=690 mm bedragen.
16.4
Positie van de nettoevoerarm controleren en instellen
De positie van de nettoevoerarm wordt via de sensor B61 "Binding 1 (passief)" ingesteld,
pagina 151.
De nettoevoerarm wordt als volgt met behulp van de bedieningseenheid of het terminal in de
desbetreffende positie bewogen.
164
3
X
1
zie
pagina 27.
Originele handleiding 150001051_01_nl
III
Y
2
3
zie
Comprima V 150