LAGE WARMTAPWATERTEMPERATUUR OF
GEBREK AAN WARMTAPWATER
Dit deel van het hoofdstuk over probleemoplossing is alleen
van toepassing als de boiler is geïnstalleerd in het systeem.
•
Gesloten of gesmoorde extern gemonteerde vulklep voor
het warmtapwater.
–
Open de afsluiter.
•
Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
–
Stel de mengklep af.
•
SMO 20 in onjuiste bedrijfsstand.
–
Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selec-
teert u een hogere waarde voor "stop bijverwarming" in
menu 4.9.2.
–
Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert
u "addition".
•
Groot warmtapwaterverbruik.
–
Wacht totdat het warmtapwater is verwarmd. U kunt
een tijdelijk vergrote warmtapwatercapaciteit (tijdelijk
in luxe) activeren in menu 2.1.
•
Te lage warmtapwaterinstelling.
–
Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmodus.
•
Beperkte toegang warmtapwater met de "Smart Control"-
functie actief.
–
Als het gebruik van warmtapwater laag is geweest, zal
er minder warm water worden geproduceerd dan nor-
maal. Start het product opnieuw op.
•
Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwater.
–
Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop het warm-
tapwater prioriteit moet krijgen. Let op: als de periode
voor warmtapwater wordt verhoogd, wordt de tijd voor
warmteproductie verlaagd, waardoor lagere/ongelijke
kamertemperaturen kunnen ontstaan.
•
"Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
–
Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
LAGE KAMERTEMPERATUUR
•
Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
–
Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
maximaal. Stel de kamertemperatuur af via menu 1.1 in
plaats van de thermostaten te smoren.
Zie "Bespaartip" voor nadere informatie over hoe u de
thermostaten het best kunt instellen.
•
SMO 20 in onjuiste bedrijfsstand.
–
Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd, selec-
teert u een hogere waarde voor "stop verwarming" in
menu 4.9.2.
–
Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selecteert
u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert u "addi-
tion".
34
Hoofdstuk 5 | Storingen in comfort
•
Te lage instelwaarde op de automatische verwarmingsre-
geling.
–
Open menu 1.1 "temperatuur" en verhoog de verschui-
ving van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen
laag is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn in
menu 1.9.1 "stooklijn naar boven toe worden bijgesteld.
•
Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
–
Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de verwar-
ming prioriteit moet krijgen. Let op: als de periode voor
verwarming wordt verhoogd, wordt de tijd voor warm-
tapwaterproductie verlaagd, waardoor de hoeveelheid
warmtapwater kleiner kan worden.
•
"Vakantiemodus" geactiveerd in menu 4.7.
–
Open menu 4.7 en selecteer "Uit".
•
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde
kamertemperatuur.
–
Controleer alle externe schakelaars.
•
Lucht in het afgiftesysteem.
–
Ontlucht het afgiftesysteem.
•
Gesloten kleppen naar het klimaatsysteem.
–
Open de kleppen (neem contact op met uw installateur
voor hulp bij het lokaliseren ervan).
HOGE KAMERTEMPERATUUR
•
Te hoge instelwaarde op de automatische verwarmingsre-
geling.
–
Open menu 1.1 (temperatuur) en beperk de verschuiving
van de stooklijn. Indien de kamertemperatuur alleen
hoog is bij koud weer, moet de helling van de stooklijn
in menu 1.9.1 "stooklijn naar beneden toe worden afge-
steld.
•
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveerde
kamertemperatuur.
–
Controleer alle externe schakelaars.
LAGE SYSTEEMDRUK
•
Niet genoeg water in het afgiftesysteem.
–
Vul het klimaatsysteem met water en controleer op
lekkage. Neem bij herhaaldelijk bijvullen contact op met
de installateur.
NIBE SMO 20