Storingen in comfort
In de meeste gevallen merkt de SMO 20 een storing op (een
storing kan leiden tot een verstoring van het comfort) en
geeft dit met alarmen en aanwijzingen voor actie aan op het
display.
Infomenu
Alle meetwaarden van de installatie worden verzameld onder
menu 3.1 in het menusysteem van de regelmodule. Vaak is
het een stuk eenvoudiger om de oorzaak van de storing te
vinden door de waarden in dit menu te bekijken.
Alarm beheren
Lagedrukalarm
alarm
info / handeling
alarm resetten
hulpmodus
Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden, wat
wordt aangegeven doordat de statuslamp van constant
groen nu constant rood gaat branden. Daarnaast verschijnt
er een alarmbelletje in het informatievenster.
ALARM
Bij een alarm met een rode statuslamp is er een storing op-
getreden die de warmtepomp en/of regelmodule niet zelf
kan verhelpen. Door de selectieknop te verdraaien en op de
OK-toets te drukken, kunt u op het display het type alarm
bekijken en het alarm resetten. U kunt er ook voor kiezen
om de installatie in te stellen op hulpmodus.
info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm betekent
en krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem dat het
alarm heeft veroorzaakt.
alarm resetten In veel gevallen is het voldoende om "alarm
resetten" te selecteren om het product te laten terugkeren
naar normaal bedrijf. Als er een groene lamp gaat branden
na het selecteren van "alarm resetten", is het alarm verhol-
pen. Als er nog steeds een rode lamp brandt en een menu
met de naam "alarm" zichtbaar is op het display, is het pro-
bleem dat het alarm veroorzaakt nog steeds aanwezig. Als
het alarm verdwijnt en vervolgens weer terugkomt, moet u
contact opnemen met uw installateur.
hulpmodus "hulpmodus" is een type noodstand. Dit betekent
dat de installatie warmte en/of warmtapwater produceert,
zelfs als er een probleem is. Dit kan betekenen dat de com-
NIBE SMO 20
pressor van de warmtepomp niet in bedrijf is. In dit geval
produceert de elektrische bijverwarming warmte en/of
warmtapwater.
LET OP!
Om hulpmodus te selecteren, moet een alarmhan-
deling worden gekozen in menu 5.1.4.
LET OP!
Het selecteren van "hulpmodus" is iets anders dan
het verhelpen van het probleem dat het alarm
heeft veroorzaakt. De statuslamp blijft daarom
rood.
Indien het alarm niet wordt gereset, neemt u contact op met
de installateur voor de juiste toe te passen handeling.
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op het
display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
BASISHANDELINGEN
Controleer eerst de volgende zaken:
•
De stand van de schakelaar .
•
Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.
•
De aardlekschakelaar van de woning.
Hoofdstuk 5 | Storingen in comfort
33