MENU 1.9.5 - INSTELLINGEN KOELING
delta op +20 °C
Instelbereik: 3 – 10 °C
Fabrieksinstelling: 3
delta op +40 ℃
Instelbereik: 3 – 20 °C
Fabrieksinstelling: 6
gebruik ruimtesensor
inst pt-wrd koel/verw-sensor
verw. bij ondertemp. kamer
koeling bij overtemp. kamer
koel/verw-sensor
Instelbereik: BT74 (BT50)
Fabrieksinstelling: BT74
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Instelbereik: 5 – 40 °C
Fabrieksinstelling: 21
verw. bij ondertemp. kamer
Instelbereik: 0,5 – 10,0 °C
Standaardwaarde: 1,0
koeling bij overtemp. kamer
Instelbereik: 0,5 – 10,0 °C
Standaardwaarde: 3,0
actieve koeling starten
Instelbereik: 10 – 300 DM
Fabrieksinstelling: 30 GM
tijd t. schakelen warm/koel (Weergegeven
als koeling in systeem met 2 leidingen is
geactiveerd)
Instelbereik: 0 – 48 u
Fabrieksinstelling: 2
U kunt de SMO 20 gebruiken om de koeling van uw woning
tijdens warme perioden in het jaar te regelen.
18
Hoofdstuk 4 | SMO 20 – tot uw dienst
koeling 1.9.5
°C
°C
°C
LET OP!
Bepaalde instellingsopties ziet u alleen als hun
functie is geïnstalleerd en geactiveerd in SMO 20.
delta op +20 °C
Stel de gewenste temperatuur in voor het temperatuurver-
schil tussen de aanvoer- en retourleidingen naar het klimaat-
systeem tijdens het koelen bij een buitentemperatuur van
+20 °C. De SMO 20 probeert vervolgens zo goed mogelijk in
de buurt van de ingestelde temperatuur te blijven.
delta op +40 ℃
Stel de gewenste temperatuur in voor het temperatuurver-
schil tussen de aanvoer- en retourleidingen naar het klimaat-
systeem tijdens het koelen bij een buitentemperatuur van
+40 °C. De SMO 20 probeert vervolgens zo goed mogelijk in
de buurt van de ingestelde temperatuur te blijven.
koel/verw-sensor
Als één enkele ruimte de werkwijze van de hele installatie
moet bepalen, wordt er een koelings-/verwarmingssensor
(BT74) aangesloten op de SMO 20. Deze sensor bepaalt
wanneer het tijd is om te schakelen tussen koelen en verwar-
men voor de hele installatie.
LET OP!
Als de verwarmings-/koelingssensoren (BT74) zijn
aangesloten en geactiveerd in menu 5.4, dan kan
er geen andere sensor worden geselecteerd in
menu 1.9.5.
inst pt-wrd koel/verw-sensor
Hier kunt u instellen bij welke binnentemperatuur SMO 20
moet schakelen tussen respectievelijk verwarming en koe-
ling.
verw. bij ondertemp. kamer
Hier kunt u zien hoever de kamertemperatuur onder de ge-
wenste temperatuur kan dalen voordat de SMO 20 overscha-
kelt naar verwarmen.
koeling bij overtemp. kamer
Hier kunt u zien hoever de kamertemperatuur boven de ge-
wenste temperatuur kan stijgen voordat de SMO 20 over-
schakelt naar koelen.
larm rumsgivare kyla
Dit is waar u instelt of de SMO 20 een alarm moet geven als
de ruimtesensor wordt ontkoppeld of onderbroken tijdens
het koelen.
actieve koeling starten
Hier kunt u instellen wanneer de actieve koeling moet star-
ten.
Graadminuten zijn een meting van de huidige warmtevraag
in de woning en bepalen wanneer de compressor, de koeling
of de bijverwarming wordt gestart/gestopt.
NIBE SMO 20