aanvoertemperatuur °C
buitentemp. °C
aanvoertemperatuur °C
buitentemp. °C
U kunt de ingestelde verwarmingscurve voor uw woning in
het menu
stooklijn
bekijken. De verwarmingscurve is be-
doeld om ongeacht de buitentemperatuur voor een gelijkma-
tige binnentemperatuur te zorgen en dus voor een energie-
zuinige werking. Via deze verwarmingscurve bepaalt de re-
gelcomputer van de regelmodule de temperatuur van het
water naar het verwarmingssysteem, de aanvoertempera-
tuur en dus de binnentemperatuur.. Selecteer de verwar-
mingscurve en lees af hoe de aanvoertemperatuur bij ver-
schillende buitentemperaturen verandert. Als ook koelen
beschikbaar is, kan de koelcurve op dezelfde manier worden
ingesteld.
LET OP!
Met vloerverwarmingssystemen moet de
aanvoertemp.
normaliter worden ingesteld tussen
35 en 45 °C.
"min. aanvoer temp." moet worden beperkt bij
vloerkoeling om condensatie te voorkomen.
Controleer de max. temperatuur voor uw vloer bij
uw installateur/vloerleverancier.
16
Hoofdstuk 4 | SMO 20 – tot uw dienst
stooklijn 1.9.1.1
koelcurve 1.9.1.2
max.
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling in-
voert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft om
zich te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te
laag is, verhoogt u de helling van de curve met één
stap.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te
hoog is, verlaagt u de helling van de curve met één
stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur
te laag is, verhoogt u de verschuiving van de curve
met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur
te hoog is, verlaagt u de verschuiving van de curve
met één stap.
Koeling in systeem met 2 leidingen
SMO 20 bevat een ingebouwde functie voor de toepassing
van koeling in een systeem met twee leidingen tot 7 °C, fa-
brieksinstelling 18 °C. Dit vereist dat de buitenmodule kan
koelen. (zie de Installateurshandleiding voor uw lucht/water-
warmtepomp) Als de buitenmodule koeling mag draaien,
worden de koelmenu's geactiveerd op het display op de
SMO 20.
Om de bedrijfsstand "koeling" te kunnen toestaan, moet de
gemiddelde temperatuur hoger zijn dan de instelwaarde
voor "start koelen" in menu 4.9.2
De koelingsinstellingen voor het afgiftesysteem worden in-
gesteld in het binnenklimaatmenu, menu 1.
MENU 1.9.2 - EXTERNE INSTELLING
Stel de temperatuur (met geïnstalleerde en
geactiveerde ruimtevoelers):
Instelbereik: 5 – 30 °C
Standaardwaarde: 20
Instellen van de temperatuur (zonder
geactiveerde ruimtevoelers):
Instelbereik: -10 tot +10.
Standaardwaarde: 0
externe instelling 1.9.2
klimaatsysteem 1
NIBE SMO 20